De kus.

De verliefde denkt aan de geliefde, de kunstkenner aan Brancusi, de verrader aan Judas, de wereldreiziger aan afscheid en de romanticus aan Klimt. De kus als beeld van liefde, emotie en lust. Maar zo romantisch is het niet altijd (en oorspronkelijk ook niet geweest), zelfs niet bij Klimt. De vrouw in het schilderij van Klimt wordt gekust; zij kust niet. Er lijkt sprake van gelatenheid of zelfs weerstand. Niet helemaal verwonderlijk voor wie het privéleven van Klimt kent.

Kussen is niet zo romantisch. Het is een instinctief gevolg van het voederen van pas geborenen: voedsel uit de mond van de ouder (moeder). In de mond ontstaat daarmee het eerste lustgevoel. Dat ‘voor kauwen’ was (en deels is) normaal gedrag bij dieren en mensen. De kus zoekt de lust en is daarmee een bron voor seksualiteit en partnerschap en de goede smaak ziet (zag) dit als intiem, privé gedrag.

Maar de kus is meer. Het lustgevoel ging gepaard met zekerheid en veiligheid. De mond is daarmee een belangrijk symbool voor goede bedoelingen: brood breken, de vredespijp roken, een handkus geven. De kus is ook een teken van verbondenheid van familieleden, geloofsgenoten, stamhoofden, etc.. Is het wel gelatenheid bij de vrouw in het schilderij van Klimt of zijn de gesloten ogen een teken van vertrouwdheid en veiligheid?

Kussen lijkt iets natuurlijks, maar wel of niet kussen en hoe te kussen zijn onderdeel van een bepaalde cultuur. In het openbare leven heeft de kus zijn/haar eigen goede smaak. In de Westerse wereld is kussen ingeburgerd, maar dat lag (en ligt) anders in andere delen van de wereld. De Chinezen waren onaangenaam verrast door deze smakeloze gewoonte van Europeanen. Indiërs zijn geen kussers. In Indonesië staat een forse boete op kussen in het openbaar. In zuidelijke Afrika en centraal Amerika wordt relatief weinig gekust, in het midden Oosten wordt het meest gekust, waarbij voor de Nederlanders opvalt dat mannen elkaar frequent kussen. Daarentegen wordt ter begroeting in Nederland drie keer op de wang gekust (man-vrouw), hetgeen een rare gewoonte is voor veel Europeanen; een gewoonte die pas 40 jaar geleden in Nederland voet aan de grond heeft gekregen. Daarentegen kussen mannen elkaar zelden in Nederland en dat wordt ook nogal eens verkeerd uitgelegd. De charmante handkus van de man aan een vrouw is in Nederland ‘not done’ in tegenstelling tot in andere Europese landen.
Kussen is dus gereglementeerd gedrag en niet spontaan, ongedwongen, romantisch. Smaken verschillen.

Maar er is nog meer: kussen is gezond volgens psychologen en microbiologen. Keizer Tiberius dacht daar anders over: hij verbood kussen om epidemieën te voorkomen. Microbiologen zijn het daar niet mee eens. Integendeel. Uitwisseling van bacteriën en (ziekte)kiemen bevorderen de immuniteit. Er zouden bij een tongkus 20% nieuwe bacteriën worden overgedragen. Dat geldt niet alleen voor kussen van een ander persoon. Ook het kussen van dieren zou volgens dezelfde deskundigen een positief gezondheidseffect hebben. Vrouwen die regelmatig (verschillende) mannen kussen maakt hen resistent tegen een herpesvirus dat in het speeksel van mannen zit. Maar er zitten ook risico’s aan vast. Tiberius had niet helemaal ongelijk.

Over het algemeen werkt kussen ontspannend, reduceert cortisol, activeert mond en gelaatsspieren, laat het hart gezonder werken en stimuleert seksualiteit. En er is nog een belangrijk aspect volgens filematologen (wetenschappers gespecialiseerd in kussen): het helpt om de ideale (seks)partner te vinden. Onbewust worden van genen, die men zelf niet heeft, geuren bij de ander waargenomen en dat bevordert het immuunsysteem van eventuele nakomelingen.

Zou dit allemaal door het hoofd gaan van de verliefde, de kunstkenner, de verrader, de wereldreiziger en de romanticus? En zou het dan ook die effecten hebben? Stof voor filematologen.

Author: Wim van den Heuvel

W.J.A. (Wim) van den Heuvel is born in Nuenen, the Netherlands. He is professor emeritus of the University of Groningen and of Maastricht University, the Netherlands, but still works as advisor/consultant/researcher. After Grammar School (Dutch: ‘Gymnasium’), he got his masters in Sociology and his PhD (thesis on ‘Adjustment in Nursing Homes’) at Radboud University Nijmegen. After assistant Professor at the Institute of Social Medicine, and of the Gerontology Centre, Radboud University Nijmegen (1969-1975) he was pointed as Director of the Institute of Social Oncology (Dutch Cancer Society, KWF), Amsterdam (1976 -1980). In 1979 Queen Juliana appointed him as Professor of medical sociology, University of Groningen, Faculty of Social Sciences and Faculty of Medicine. In 1989 he also became Scientific Director of the Northern Centre for Health and Research University of Groningen. In the period 2000-2005 he was working as Professor in Rehabilitation and Handicap Maastricht University, Maastricht, also acting as Director General Institute for Rehabilitation Research and as Scientific Director of Research school of Primary Health Care Research (CaRe), Maastricht University. He was visiting professor at Syracuse University USA (1975), the University of Vienna, Austria (1997) and Titu Maiorescu University, Bucharest, Romania (2008). Besides visiting professorships he made study tours to Brazil, Australia, China, Cuba, India, New-Zealand and USA. During his professorship he supervised successfully 61 PhD students. He was project leader of various international research and development projects (financed by EU or the Dutch Ministry of Foreign Affairs), including subjects like developments of primary health care, palliative care, home care for the aged, primary health care, care for specific diagnosis like cancer, rheumatoid arthritis, and spina bifida. These projects included researchers and practitioners from Belgium, Croatia, Czech Republic, France, Germany, Greece, Ireland, Italy, Norway, Poland, Romania, Slovenia, Slovakia, Sweden, Switzerland, and United Kingdom. He received various rewards, including Academy Medal University PJ Safarit, Kosice, Slovakia, Honorary member of Romania Society of Family Medicine/General Practice, Romania, Honorary member of the European Society of Health and Medical Sociology, Honorary member Academy of Medical Sciences, Romania, Academy Medal University of Groningen, The Netherlands, Officer in Royal Order Oranje Nassau, The Netherlands, Siglium University of Krakow. He chaired – and still chairs - various national and international committees all related to scientific research in health care and gerontology.

Leave a Reply

Your email address will not be published.


Required