Demografie: te veel, te oud?

Vijftig jaar geleden was demographie een wetenschapsgebied, dat eeuwenlang de aandacht van beleidsmakers trok. Het ‘echte vak’ wordt heden ten dage gemist. Toen konden demografische prognoses rampen en bevolkingsproblemen aangeven. Twee honderd jaar geleden wees Thomas Robert Malthus op de gevaren van bevolkingsgroei. Hij voorzag een gebrek aan voedsel en natuurlijke hulpbronnen als de bevolking exponentieel bleef groeien. Zijn oplossingen waren en zijn discutabel, maar wat hij duidelijk maakte is, dat aardse hulpbronnen zouden opraken en de gevolgen desastreus konden zijn, met ultiem kannibalisme, zoals verhalen over eilanden in de Pacific de ronde deden.
De Nederlandse overheid vreesde 50 jaar geleden dat, gebaseerd op toen gangbaar gedrag en gewoontes, de Nederlandse bevolking binnen enkele decennia zou uitgroeien tot 20 miljoen. De gevolgen daarvan zouden merkbaar zijn, niet in kannibalisme, maar in de noodzaak voor meer scholen, woningen, infrastructuur, etc. . Nederland zou vol ‘echte Nederlanders’ zijn en dat baarde toen hoofdbrekens. Het ging economisch goed; er was veel werk, maar geen werkers. Die werden gehaald, eerst uit Turkije, later uit Marokko. Immigratie als tijdelijke oplossing. De Chinese overheid volgde Malthus analyse en legde verplicht kinderbeperking op: 1 kind per echtpaar. Ondanks weerstand, ingegeven door cultuur en traditie, werd het beleid een succes.
Het probleem bij de demografische prognoses is, dat vele, diverse factoren het voortplantingsgedrag beinvloeden. Af- of aanwezigheid van (handels)oorlogen, epidemieen, ziektes, sociale voorzieningen, welvaart, technologie en nog veel meer – soms ook individuele keuzes – bepalen migratie en voortplantingsgedrag. In Nederland werd bij de bevolkingsprognose toendertijd geen rekening gehouden met de komst van ‘de pil’. De ‘Maltusiaanse catastrofe’ wordt nu als onjuist gezien. Enkele jaren geleden stelde Helmut Schmidt in de Max Planck Society lezing, dat Malthus was gefalsificeerd!
Tien jaar na ‘een vol land’ kondigde zich een andere demografische ‘catastrofe’ aan: vergrijzing; te veel en te oud. Dit logisch, solide scenario werd door beleidsmakers, ook in Nederland, genegeerd, ondanks de oproep van de Verenigde Naties om aandacht voor deze nieuwe, unieke ontwikkeling. Eerst toen het weer tien jaar later economisch slecht ging en analyses duidelijk maakten, dat vergrijzing een grote slokop was van de verzorgingsstaat, werd er mondjesmaat geinvesteerd in wetenschappelijk onderzoek naar de betekenis en de gevolgen van vergrijzing. China is inmiddels doordrongen van de noodzaak ‘iets’ aan de vergrijzing te doen. Die overheid ziet de negatieve gevolgen van het 1 kind-beleid (vanwege de vergrijzing), maar stuit nu weer op cultuur en tradities, die veranderd zijn: handig: 1 kind per echtpaar! In Oost-Europese landen is vergrijzing een extra probleem door afnemend kindertal en emigratie van jonge mensen. De Hongaarse regering wil met een premie en aantrekkelijke hypotheek een derde kind beleid stimuleren, alleen van toepassing voor Hongaren. Het doet denken aan ‘Arisch ras’ en ‘soldatenvoer’. Zorgelijke ontwikkelingen! Waar het aan ontbreekt is enerzijds een grondige analyse van wat vergrijzing voor de wereld betekent (hoe zou een aging society eruit kunnen zien; wat zou er beleidsmatig gedaan moeten worden) en anderzijds hoe om te gaan met de gevolgen van regionale bevolkingsexplosies, jong of oud (voedseltekort, schaarste aan hulpbronnen, oorlogen, emigratie, vereenzaming). Waar blijft de demografie? Laat die zich lenen voor quota-adviezen van migranten, voor arbeidsmarktprognoses, voor uitspraken als ‘immigranten zijn de redding voor de vergrijzing’? Het gaat om veel meer!
Vergrijzing is geen ‘demografisch verval’, overbevolking wel (ouderen en/of jong), omdat het leidt tot een tekort aan natuurlijke hulpbronnen. Zoals Malthus dacht: uitputting! Helmut Schmidt en anderen wijzen op de gegroeide welvaart en de letterlijk onbegrensde mogelijkheden van de technologie. Daardoor is er voldoende voedsel, democratie, vrijheid, verrvoersmogelijkheden etc., tenminste in sommige regio’s dankzij een ‘werelwijde economie’, afgedwongen door ‘handelsvrijheid’ (tot…?). Die ‘vrijheid’ maakte selectieve economische groei en welvaart mogelijk en dat bracht selectief longevity, dus vergrijzing. Selectief betekent, dat slechts een klein deel van de aarde en haar bewoners daarvan letterlijk profiteren. Datzelfde deel is de voornaamste veroorzaker van de verstoring van een natuurlijk evenwicht: ongelijkheid, vervuiling, klimaatsverandering, machtsmisbruik. En daar betaalt de de aarde en haar bewoners een prijs voor: te hoog, te veel: het einde. Malthus gefalsificeerd? Waar blijft de demografie?

Author: Wim van den Heuvel

W.J.A. (Wim) van den Heuvel is born in Nuenen, the Netherlands. He is professor emeritus of the University of Groningen and of Maastricht University, the Netherlands, but still works as advisor/consultant/researcher. After Grammar School (Dutch: ‘Gymnasium’), he got his masters in Sociology and his PhD (thesis on ‘Adjustment in Nursing Homes’) at Radboud University Nijmegen. After assistant Professor at the Institute of Social Medicine, and of the Gerontology Centre, Radboud University Nijmegen (1969-1975) he was pointed as Director of the Institute of Social Oncology (Dutch Cancer Society, KWF), Amsterdam (1976 -1980). In 1979 Queen Juliana appointed him as Professor of medical sociology, University of Groningen, Faculty of Social Sciences and Faculty of Medicine. In 1989 he also became Scientific Director of the Northern Centre for Health and Research University of Groningen. In the period 2000-2005 he was working as Professor in Rehabilitation and Handicap Maastricht University, Maastricht, also acting as Director General Institute for Rehabilitation Research and as Scientific Director of Research school of Primary Health Care Research (CaRe), Maastricht University. He was visiting professor at Syracuse University USA (1975), the University of Vienna, Austria (1997) and Titu Maiorescu University, Bucharest, Romania (2008). Besides visiting professorships he made study tours to Brazil, Australia, China, Cuba, India, New-Zealand and USA. During his professorship he supervised successfully 61 PhD students. He was project leader of various international research and development projects (financed by EU or the Dutch Ministry of Foreign Affairs), including subjects like developments of primary health care, palliative care, home care for the aged, primary health care, care for specific diagnosis like cancer, rheumatoid arthritis, and spina bifida. These projects included researchers and practitioners from Belgium, Croatia, Czech Republic, France, Germany, Greece, Ireland, Italy, Norway, Poland, Romania, Slovenia, Slovakia, Sweden, Switzerland, and United Kingdom. He received various rewards, including Academy Medal University PJ Safarit, Kosice, Slovakia, Honorary member of Romania Society of Family Medicine/General Practice, Romania, Honorary member of the European Society of Health and Medical Sociology, Honorary member Academy of Medical Sciences, Romania, Academy Medal University of Groningen, The Netherlands, Officer in Royal Order Oranje Nassau, The Netherlands, Siglium University of Krakow. He chaired – and still chairs - various national and international committees all related to scientific research in health care and gerontology.

1 thought on “Demografie: te veel, te oud?

Leave a Reply

Your email address will not be published.


Required