Excuus Truus ouderen

Vergrijzing te pas en te onpas erbij slepen om leuke dingen in de zorg uit te proberen, is om onpasselijk van te worden. Dat gebeurt overal, ook in Heerenveen, waar in maart 2010 het volgde werd gezegd: “Noord-Nederland vergrijst sneller dan op andere plekken in Nederland. De piek wordt al in 2020 verwacht. Met voortvarende kracht moet daarom de zorg hier beter, efficiënter, toegankelijker en voordeliger worden.” Het Zorg Innovatie Forum (ZIF) is in het noorden van het land drie jaar eerder opgericht om de rampspoed van de vergrijzing te voorkomen. Het kan geen toeval zijn, dat in het ZIF dertien zorginstellingen meedoen.
De eerste vraag die opkomt is: zouden zorginstellingen niet als taak hebben om voor iedereen goede, efficiënte, toegankelijke en voordelige zorg te bieden? Een domme vraag. Het gaat hier om positieve discriminatie, ouderen eerst. Zij krijgen alvast de betere zorg, de rest komt na ‘de piek’ aan de beurt. De piek is dus de rampspoed van de vergrijzing. Overal in Nederland vinden zorgaanbieders en verzekeraars, dat de vergrijzing sneller gaat en dat er ‘iets’ moet gebeuren. Te hopen is, dat dit ‘iets’ ten goede komt aan de burgers, die in de komende tien jaar komen te overlijden ‘vanwege ouderdom’. Anders is het ‘daarom’ ten beste een excuus.

Een horrorscenario werd in Heerenveen uitgetekend. Als er niets gebeurt, is straks de zorg voor slechts zestig procent van de burgers bereikbaar, wordt er tijdens een lezing aan toegevoegd. Ouderen dreigen dan nog amper zorg te krijgen, voegt de spreker er aan toe.  Ouderen hebben wat anders te doen: veertig procent is actief als vrijwilliger leert onderzoek van het Centraal Bureau van de Statistiek, vooral in de zorg. Dat past niet in horrorscenario’s. Ouderen zijn onmisbaar stelt de NCRV onder het motto ‘Samen op de wereld’. Dat is een ander geluid.
Ik moest aan mijn opa denken. Ruim in de zeventig met een jarenlang handicap (een ‘stijf’ been) kwam hij op een aangepaste fiets (een doortrapper met één pedaal) klokslag half elf het erf oprijden. Half vallend kwam hij moeizaam van zijn fiets, ging zitten en begon aardappelen voor de dag te schillen. Veel aardappelen, ik kom uit Nuenen, en hij schilde ze zeer dun aan één stuk. Al schillend maakte hij ruzie met mijn moeder, zijn schoondochter, over familiezaken. Klokslag elf uur takelde hij zich op de fiets en reed naar zijn dochter verderop, waar het draaiboek zich herhaalde. Om twaalf uur was hij weer bij zijn vrouw, die de zorg overnam. Hij was zorgbehoeftig, gebruikte innovatie om zich te redden als het om dingen ging, die in zijn leven paste. Hij was een afhankelijke vrijwilliger. Onbetaalbaar.

Een dergelijke – nostalgische – schets past niet meer in deze tijd en bij innovatieplatforms. De zorgaanbieders willen iets ‘groots’ bewerkstelligen om de rampspoed af te wenden. De kwetsbare oudere wil iets kleins.
De vraag dringt zich op: wat is ‘iets’?, en ook: wat doet het ZIF? Dat ‘iets’ blijkt ‘innovaties in de zorg te zijn’. En dat gebeurt als volgt: “Het ZIF brengt partijen bij elkaar, ontsluit kennis vanuit de markt- en kennissector en neemt belemmeringen weg.” Kwetsbare ouderen in Friesland moeten zich gerustgesteld voelen bij dit bericht. Het is nog wel niet goed met die zorg maar er wordt aan gewerkt, met voortvarende kracht zelfs.

Die ouderen van nu moeten ook dankbaar zijn. Immers, “Als wij dat niet deden, zou de innovatie in onze regio beslist een ander tempo hebben.” ‘Wij’ is het ZIF-bureau. Wat zou dat ander tempo precies zijn als het ZIF niets zou doen? Zouden die ouderen dan nu al beter af zijn? Die kans is groot, want zonder ZIF gaat er meer geld rechtstreeks in de zorg, naar de beroemde handen aan het bed. Bij innovatieplatforms gaat het niet om handen aan het bed. Innovatie gaat over iets anders. “Het project richt zich daarom op het stimuleren van zelfmanagement en een verbeterde aanpak in de ketenzorg door gebruik van sensortechnologie, robotica, preventieve programma’s rond leefstijl en zorg op afstand.” Dat is dus betere zorg: zelfmanagement, robots en zorg op afstand. De ouderen van nu zouden er minder gerust op moeten zijn.
Hoe lang zullen de ouderenbonden nog toestaan, dat de vergrijzing als excuus Truus wordt gebruikt om leuke, nieuwe dingen onder de mom van ouderenzorg uit te proberen? De komende generatie ouderen heeft er geen baat bij. Blijkbaar geloven die bonden in die betere, toegankelijkere zorg. Zij steunen de missies van innovatieplatforms. Ze doen mee!

Zorginstellingen, verzekeraars, industrieën hebben met steun van de politiek (er is een Zorg Innovatie Platform (ZIP) o.l.v. Dr. Klink; er is een Innovatie Platform (IP) o.l.v. Dr. Balkenende) innovatie als speeltjes ontwikkeld en hebben de vergrijzing als excuus nodig om met ouderen en hun zorg te spelen. De innovatie experimenten hebben tot nu toe niet tot betere zorg geleid. Nadere analyse leert, dat de eerste experimenten als ‘zeer succesvol’ – naar eigen zeggen – zijn afgesloten, maar niet worden geïmplementeerd. Het IP wordt wegens ‘succes’ gesloten. Het was maar een speeltje. In de praktijk blijken de experimenten in de zorg te mislukken. Experimenten, gefinancierd uit de gelden die direct of indirect in de zorg voor ouderen kunnen worden ingezet. Zorg voor ouderen? Onbetaalbaar!

Author: Wim van den Heuvel

W.J.A. (Wim) van den Heuvel is born in Nuenen, the Netherlands. He is professor emeritus of the University of Groningen and of Maastricht University, the Netherlands, but still works as advisor/consultant/researcher. After Grammar School (Dutch: ‘Gymnasium’), he got his masters in Sociology and his PhD (thesis on ‘Adjustment in Nursing Homes’) at Radboud University Nijmegen. After assistant Professor at the Institute of Social Medicine, and of the Gerontology Centre, Radboud University Nijmegen (1969-1975) he was pointed as Director of the Institute of Social Oncology (Dutch Cancer Society, KWF), Amsterdam (1976 -1980). In 1979 Queen Juliana appointed him as Professor of medical sociology, University of Groningen, Faculty of Social Sciences and Faculty of Medicine. In 1989 he also became Scientific Director of the Northern Centre for Health and Research University of Groningen. In the period 2000-2005 he was working as Professor in Rehabilitation and Handicap Maastricht University, Maastricht, also acting as Director General Institute for Rehabilitation Research and as Scientific Director of Research school of Primary Health Care Research (CaRe), Maastricht University. He was visiting professor at Syracuse University USA (1975), the University of Vienna, Austria (1997) and Titu Maiorescu University, Bucharest, Romania (2008). Besides visiting professorships he made study tours to Brazil, Australia, China, Cuba, India, New-Zealand and USA. During his professorship he supervised successfully 61 PhD students. He was project leader of various international research and development projects (financed by EU or the Dutch Ministry of Foreign Affairs), including subjects like developments of primary health care, palliative care, home care for the aged, primary health care, care for specific diagnosis like cancer, rheumatoid arthritis, and spina bifida. These projects included researchers and practitioners from Belgium, Croatia, Czech Republic, France, Germany, Greece, Ireland, Italy, Norway, Poland, Romania, Slovenia, Slovakia, Sweden, Switzerland, and United Kingdom. He received various rewards, including Academy Medal University PJ Safarit, Kosice, Slovakia, Honorary member of Romania Society of Family Medicine/General Practice, Romania, Honorary member of the European Society of Health and Medical Sociology, Honorary member Academy of Medical Sciences, Romania, Academy Medal University of Groningen, The Netherlands, Officer in Royal Order Oranje Nassau, The Netherlands, Siglium University of Krakow. He chaired – and still chairs - various national and international committees all related to scientific research in health care and gerontology.

Leave a Reply

Your email address will not be published.


Required