Kerstenen

In de kersttoespraak van de Koningin stond vorig jaar de oude mens centraal. Naast ‘verrijkende kanten’ was oud worden toch vooral aanleiding voor somberheid: het menselijk bestaan is vergankelijk en met het ouder worden nemen zorgen en eenzaamheid toe. In de visie van de Koningin is oud worden blijkbaar lijden was mijn conclusie. De internet mens staat centraal in de Koninklijke kersttoespraak 2009. Ook nu is de ondertoon somber. De techniek ondermijnt de toekomst. Het onafhankelijke individu, die overigens wel afhankelijk is van techniek, wordt een afstandelijk mens. De samenleving lijdt blijkbaar onder het juk van de techniek. Virtuele ontmoetingen roepen leegte op en vergroten de afstand tussen mensen. De Nederlander moet terug naar passie en betrokkenheid bij de ander en blijven geloven in het goede. De Nederlander opnieuw gekerstend alsof passie en betrokkenheid zijn verdwenen. De vraag is: wat is het goede waarin geloofd moet worden.

We zitten toch niet in de nadagen van onze cultuur? De Koningin maakt zich blijkbaar zorgen over de toekomst van de samenleving, Daar zijn goede redenen voor, maar die noemt zij niet. Er is één probleem: internet.  Het is kortzichtig menselijk contact te reduceren tot oogcontact zonder webcam. Het is onjuist te stellen, dat te veel informatie mensen ook afstompt.  De schat aan informatie, die de mens ter beschikking krijgt via internet, biedt ongekende ontwikkelingsmogelijkheden. Een ander verhaal is hoeveel informatie een mens kan verwerken, maar daar gaat het hier niet om. In Koninklijke kringen is het blijkbaar onbekend, dat virtuele contacten tot veel banden en saamhorigheid leiden. Ik kan vele voorbeelden geven. Internet is een ontmoetingsplaats voor iedereen. Vroeger kon alleen de elite zich zulke ontmoetingen veroorloven. Nu iedereen iedereen kan ontmoeten haakt de elite af. Taal is onmisbaar bij het opbouwen van vertrouwen, zo stelt de Koningin, waarbij taal blijkbaar als gesproken taal wordt opgevat en niet als een symbool voor communicatie om gevoelens, gedachten, meningen, stellingen, angsten en onzekerheden uit te wisselen en te verstaan.

De zorgen over de toekomst van de samenleving staan in de kersttoespraak. Zoals: misschien zijn we wel doof en blind geworden voor de naaste. Of: bij tegenslag en verdriet is niet alleen de overheid aanspreekbaar. En: de individualistische mens is meer en meer op zichzelf teruggeworpen en persoonlijke vrijheid heeft de onderlinge verbondenheid ontketend.
Zaken om over na te denken, waarbij de eerste vraag is: zijn de stellingnamen juist. En als het antwoord daarop positief is, dan is de tweede vraag: welke factoren hebben deze toestand in het leven geroepen. Als inzicht in die factoren bestaat kan een antwoord gezocht worden over de wenselijkheid en mogelijkheid van verandering. Die analyse biedt de kersttoespraak niet. Het antwoord is op voorhand duidelijk: we hebben mensen nodig die blijven geloven in het goede. En het goede is niet internet. Daardoor kennen we onze buur niet meer, meent het Nederlandse staatshoofd. Op mijn blog van 27 oktober jl. schreef ik: ‘Ooit was een goede buur te verkiezen boven een verre vriend. Met internet, webcam en skype is de goede buur verdwenen en de verre vriend om de hoek. Maar daarmee brengt de verre vriend nog niet de zorg van de goede buur.’ Dat is een andere golflengte, maar wel dezelfde zorg.

Het goede ‘voor elkaar klaar staan’,’open staan voor de ander’ heeft niets met internet te maken. Het heeft te maken met samen leven. Samen leven is niet meer van hetzelfde, maar differentiatie. En internet maakt dat mede mogelijk.
Verschillen in opvattingen, gewoontes, geloof maken het interessant en nodig om te luisteren, te argumenteren. Hoe stelliger over het eigen gelijk, hoe slechter men luistert en hoe sneller men last heeft van de ander. Inzicht in de relativiteit van normen, gewoontes en opvattingen leidt tot begrip en tolerantie. En tolerantie is niet te verwarren met onverschilligheid zoals in de Nederlandse samenleving is gebeurd. Geloof in de absoluutheid van normen, gewoontes en opvattingen leidt tot onverdraagzaamheid.
En hier liggen de uitdagingen: hoe de mogelijkheden van het nieuwe te combineren met het goede van het oude.  De internet burger vraagt meer ruimte, wenst geen knellende banden, wil zijn eigen weg gaan, nieuwe contacten leggen, ongekende ervaringen opdoen. Individualistisch en onverschillig was hij al voor internet door de verzorgingstaat. De nieuwe mogelijkheden en ervaringen maken het belang van gemeenschappelijke afspraken en onderlinge steun scherper zichtbaar, maar dat zijn niet de oude conventies. In de nieuwe afspraken dient ruimte, veel ruimte, gecreëerd te worden voor de wensen van het individu. Gelijke monniken, gelijke kappen geldt niet meer zoals de discussie over het staatspensioen laat zien. De internet burger is niet afstandelijk, hij is wantrouwend. Afspraken zijn nodig waarop hij kan vertrouwen en waarbinnen de ruimte is het eigen leven vorm te geven.

Het opbouwen van vertrouwen in elkaar is inderdaad van groot belang voor een samenleving, zoals de koningin aangeeft. En communicatie is daarbij essentieel. Communicatie is niet informatie geven, is geen pers communiqué. Communicatie is dialoog en kan ook via internet. Vertrouwen herstellen betekent dat met de mensen, die het betreft, de discussie wordt aangegaan en dat die mensen dus inbreng hebben in de oplossingsrichting. Daar dient de kerstening te beginnen, bij de (politieke) elite.

Author: Wim van den Heuvel

W.J.A. (Wim) van den Heuvel is born in Nuenen, the Netherlands. He is professor emeritus of the University of Groningen and of Maastricht University, the Netherlands, but still works as advisor/consultant/researcher. After Grammar School (Dutch: ‘Gymnasium’), he got his masters in Sociology and his PhD (thesis on ‘Adjustment in Nursing Homes’) at Radboud University Nijmegen. After assistant Professor at the Institute of Social Medicine, and of the Gerontology Centre, Radboud University Nijmegen (1969-1975) he was pointed as Director of the Institute of Social Oncology (Dutch Cancer Society, KWF), Amsterdam (1976 -1980). In 1979 Queen Juliana appointed him as Professor of medical sociology, University of Groningen, Faculty of Social Sciences and Faculty of Medicine. In 1989 he also became Scientific Director of the Northern Centre for Health and Research University of Groningen. In the period 2000-2005 he was working as Professor in Rehabilitation and Handicap Maastricht University, Maastricht, also acting as Director General Institute for Rehabilitation Research and as Scientific Director of Research school of Primary Health Care Research (CaRe), Maastricht University. He was visiting professor at Syracuse University USA (1975), the University of Vienna, Austria (1997) and Titu Maiorescu University, Bucharest, Romania (2008). Besides visiting professorships he made study tours to Brazil, Australia, China, Cuba, India, New-Zealand and USA. During his professorship he supervised successfully 61 PhD students. He was project leader of various international research and development projects (financed by EU or the Dutch Ministry of Foreign Affairs), including subjects like developments of primary health care, palliative care, home care for the aged, primary health care, care for specific diagnosis like cancer, rheumatoid arthritis, and spina bifida. These projects included researchers and practitioners from Belgium, Croatia, Czech Republic, France, Germany, Greece, Ireland, Italy, Norway, Poland, Romania, Slovenia, Slovakia, Sweden, Switzerland, and United Kingdom. He received various rewards, including Academy Medal University PJ Safarit, Kosice, Slovakia, Honorary member of Romania Society of Family Medicine/General Practice, Romania, Honorary member of the European Society of Health and Medical Sociology, Honorary member Academy of Medical Sciences, Romania, Academy Medal University of Groningen, The Netherlands, Officer in Royal Order Oranje Nassau, The Netherlands, Siglium University of Krakow. He chaired – and still chairs - various national and international committees all related to scientific research in health care and gerontology.

Leave a Reply

Your email address will not be published.


Required