De verleiding is te groot: drie maal een koninklijke kerstboodschap uit drie koninkrijken. Wat hebben de koningshuizen van België, Nederland en het Verenigd Koninkrijk het volk te melden naast vrome wensen? Kijkt men vooruit of terug?
Koninginnen hebben iets met de bijbel en kiezen eenzelfde citaat: “Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet”. “Therefore all things whatsoever ye would that men should do to you, do ye even so to them”. Daar houdt de vergelijking op. De Britse traditie is rijker en de bijna 400 jaar oude ”Authorized Bible” van koning James de zesde van Schotland is het vertrekpunt. Het is een symbool voor wat vandaag nog een uitdaging is ‘to build communities and create harmony’. Het werken aan de gemeenschap is ‘werk in uitvoering’. Sport is daarbij, in de Britse traditie, een belangrijk en nuttig middel. Sport leert, dat mensen in staat zijn tot vele gemeenschappen te behoren, inclusief religieuze, en toch respect verdienen, zo stelt de Britse vorstin. Sport is respect. Een praktische boodschap, die gebed in traditie, aansluit bij hier en nu.
De Nederlandse vorstin start met het licht in de duisternis en de noodzaak tot bezinning. Ook zij wijst op respect en spreekt over ‘wederzijds respect’. Zit in dat wederzijdse misschien het probleem van Nederland? De basis voor ‘wederzijds respect’ is – aldus de vorstin – dat het niet nodig is elkaar te overtuigen om elkaar te verdragen. Volgens haar is het gevaar, dat in Nederland dreigt, dat verschillen worden uitvergroot en het gemeenschappelijke wordt verzwegen. Maar is respect niet eerst mogelijk, indien de verschillen helder zijn? En is respect dan niet per definitie wederzijds? De door de eeuwen heen geleerde Nederlandse waarden zijn – volgens de vorstin – dan: verdraagzaamheid, zorgvuldigheid en hulpvaardigheid. Waarden als eerlijkheid, rechtvaardigheid en gelijkheid horen blijkbaar niet tot de Nederlandse traditie. Vandaar bleef tijdens de tweede wereldoorlog en blijft ook nu de vraag over “Waar staan we als het aankomt op gerechtigheid?” Als deze vraag niet beantwoord is, is er een probleem met de basis van de Nederlandse gemeenschap. De Nederlandse vorstin ziet dan ook angst en argwaan in die gemeenschap.
Eerlijkheid, rechtvaardigheid, gelijkheid zijn de basis voor gemeenschappen en samenleven. Ze maken compromissen, noodzakelijk vanwege de verschillen tussen mensen en gemeenschappen, mogelijk. De kunst van het sluiten van compromissen is de praktische boodschap van de Belgische koning ‘politici sluit fatsoenlijke compromissen, opdat ons Europees gewaardeerd land verder kan’ en van de Britse vorstin ‘onze waardevolle gemeenschap wordt geholpen door verbroederende sport en dat maakt ons sterk’.
Een praktische boodschap aan de Belgisch en Britse onderdanen: er is werk aan de samenlevingswinkel. Geen bezinning, argwaan of getheoretiseer, maar daadkracht. Daar zou de Nederlandse koningin van kunnen leren. Zij stelt, dat we in tal van verbanden met elkaar verbonden zijn. Dan lijkt het werk af, maar de verbondenheid is toch het probleem van deze tijd, tenminste in Europa. Voorwaardelijk voor verbondenheid zijn individuele eigenschappen als empathie, inlevingsvermogen, betrokkenheid, sportiviteit. Dat is allemaal te leren. Werk aan de winkel. Werken aan de samenleving is nooit af.