Onderzoek is altijd belangrijker

Bovenstaande was de titel van een conferentie in 2004. Het ging over frustraties, dilemma’s en uitdagingen binnen universiteiten. Hogescholen waren nog niet in beeld bij universiteiten. Inzicht en kennis gaan niet altijd samen. Kenniseconomie, valorisatie en innovatieplatform waren afwezige begrippen. Het innovatieplatform was ruim een jaar oud, maar niet in beeld. Opvallend, maar geen verlies. Het innovatieplatform heeft eufemistisch gezegd weinig bereikt, concluderen sommigen. Anderen (leden van het platform) protesteren tegen de conclusie. Onderzoek is altijd belangrijk. Meer dan belangrijk. Kennis is een kwestie van beschaving. Deze uitspraak van de president van de Koninklijke Academie van Wetenschappen (KNAW) ‘ondersteunt’ de politieke programma’s van die partijen, die pleiten voor meer investering in kennis en innovatie. Vreemd!
Een kennisplatform had zeven jaren als doel kennis en innovatie in Nederland tot de wereldtop te ‘verheffen’. Dat mislukte. De politieke Pavlov reactie is ‘meer investeren in kennis’, uiteraard zonder een analyse waarom die investeringen tot nu toe niet tot resultaat hebben geleid. Maar kennis moetook volgens de KNAW; ook een Pavlov reactie. Het moet niet vanwege instrumentele betekenis (kenniseconomie, gezondheid) of ideologie (emancipatie, gefundeerde beslissingen) van onderzoek. Nee, zonder kennis geen beschaving. Tot zover de president (van de KNAW). Hoe ontstaat kennis? Door onderzoek. Zonder onderzoek dus geen beschaving. En wat is nu belangrijker dan beschaving? Onderzoek dus. Onderzoek is altijd belangrijker.

Kennis (dus onderzoek) ondersteunt de burger, die – volgens dezelfde president – op zoek is naar betrouwbare informatie om beslissingen te nemen. Kennis als nutsfunctie! Hoe weet de president dat de burger betrouwbare informatie zoekt en dat voor beslissingen? Niet uit onderzoek. De burger zoekt zekerheid, maar gebruikt daarvoor alle informatie. De burger wantrouwt daarbij informatie van kennisinstituten. De niet gestelde vraag is: mag/kan de burger dan wel beslissen? Is beslissen op ‘non informatie’ een teken van gebrek aan beschaving?

Zekerheid in onderzoek (dus kennis) is een contradictio in terminus. Het ‘probleem’ met onderzoek is juist dat het ogenschijnlijke zekerheden ter discussie stelt. Dat past de politiek niet. De president van de KNAW stelt in zijn jaarrede de vraag ‘Welke maatregelen moet een kabinet nemen om onze wetenschap naar de wereldtop te brengen?‘ Een vraag die niet past. Een vraag, die het geloof in maakbaarheid verraadt, los van de vraag wat ‘onze wetenschap’ is en of een Nederlands kabinet zoiets zou kunnen. Zoeken naar een antwoord op de vraag gaat voorbij aan de vraag, waarom het kabinet dit zou willen. Dat antwoord staat in goud gedrukt: kenniseconomie. Daarom investeren in kennis en informatie. De nutsfunctie van kennis en onderzoek was eerder als ongepast gekwalificeerd door de president. Opportunisme is geen blijk van betrouwbaarheid, ook niet in wetenschap. Het leidt tot uitspraken als ‘onderzoek is altijd belangrijker’.

De taak van universiteiten en hogescholen is onderwijs en onderzoek. De conferentie van zes jaren geleden koos de titel om aan te geven, dat het onderzoek op universiteiten werd ingeruild voor management, lobby en overleg, voor opportunisme. Onderzoek gaat dan niet meer om waarheidsvinding. Bestuurders van universiteiten hadden toen (en hebben nu) geen contact met, ervaring in noch gevoel voor onderzoek. Het zijn managers van buiten. Zes jaar geleden was de conclusie, dat onderzoekers gezamenlijk aan de slag moeten om door onderzoek meer zicht te krijgen op een mogelijke aanpak van maatschappelijke vraagstukken. Een conclusie, die ik van harte ondersteun(de), maar ruim gedateerd is (was). De president van de KNAW koppelde enkele weken geleden kennis niet alleen aan beschaving, maar ook aan geschiedenis ‘Zonder kennis is er geen beschaving en geen geschiedenis’. Leren van de geschiedenis is niet eenvoudig. Niet leren van de geschiedenis is gebrek aan kennis. De les: bescheidenheid is belangrijker voor de onderzoeker.

Author: Wim van den Heuvel

W.J.A. (Wim) van den Heuvel is born in Nuenen, the Netherlands. He is professor emeritus of the University of Groningen and of Maastricht University, the Netherlands, but still works as advisor/consultant/researcher. After Grammar School (Dutch: ‘Gymnasium’), he got his masters in Sociology and his PhD (thesis on ‘Adjustment in Nursing Homes’) at Radboud University Nijmegen. After assistant Professor at the Institute of Social Medicine, and of the Gerontology Centre, Radboud University Nijmegen (1969-1975) he was pointed as Director of the Institute of Social Oncology (Dutch Cancer Society, KWF), Amsterdam (1976 -1980). In 1979 Queen Juliana appointed him as Professor of medical sociology, University of Groningen, Faculty of Social Sciences and Faculty of Medicine. In 1989 he also became Scientific Director of the Northern Centre for Health and Research University of Groningen. In the period 2000-2005 he was working as Professor in Rehabilitation and Handicap Maastricht University, Maastricht, also acting as Director General Institute for Rehabilitation Research and as Scientific Director of Research school of Primary Health Care Research (CaRe), Maastricht University. He was visiting professor at Syracuse University USA (1975), the University of Vienna, Austria (1997) and Titu Maiorescu University, Bucharest, Romania (2008). Besides visiting professorships he made study tours to Brazil, Australia, China, Cuba, India, New-Zealand and USA. During his professorship he supervised successfully 61 PhD students. He was project leader of various international research and development projects (financed by EU or the Dutch Ministry of Foreign Affairs), including subjects like developments of primary health care, palliative care, home care for the aged, primary health care, care for specific diagnosis like cancer, rheumatoid arthritis, and spina bifida. These projects included researchers and practitioners from Belgium, Croatia, Czech Republic, France, Germany, Greece, Ireland, Italy, Norway, Poland, Romania, Slovenia, Slovakia, Sweden, Switzerland, and United Kingdom. He received various rewards, including Academy Medal University PJ Safarit, Kosice, Slovakia, Honorary member of Romania Society of Family Medicine/General Practice, Romania, Honorary member of the European Society of Health and Medical Sociology, Honorary member Academy of Medical Sciences, Romania, Academy Medal University of Groningen, The Netherlands, Officer in Royal Order Oranje Nassau, The Netherlands, Siglium University of Krakow. He chaired – and still chairs - various national and international committees all related to scientific research in health care and gerontology.

Leave a Reply

Your email address will not be published.


Required