Oude maatschappij.

Japan heeft al decennia de hoogste levensverwachting ter wereld. Het land van ‘Healthy Ageing’ worstelt al die tijd met de maatschappelijke consequenties ervan. Het tastte oude familietradities aan, zoals dat kinderen voor hun oude ouders zorgen. Ook het diepe respect voor ouderen werd minder vanzelfsprekend. Het Japanse ‘ouderenbeleid’ werd mede gebaseerd op oplossingen, die Nederland had gevonden voor de woningsnood: bejaardentehuizen. De grote Nederlandse complexen waren in trek bij werkbezoeken van Japanse beleidsmakers, waarvan ik eind jaren zeventig diverse delegaties mocht ‘rondleiden’. Ook bedacht men in Japan toen de ‘ouderen emigratie’. In Australië (toen populair voor Japanse huwelijksreizen) werden ‘bejaardendorpen’ gebouwd, wat door de Australische regering vervolgens werd verboden. Terzijde, de Australische overheid heeft daarvan ‘geleerd’ en weigert sindsdien – zoals bekend – vluchtelingenkampen in het land (men ‘huurt’ die elders).

In Japan is het ‘probleem’ dertig jaar later ‘opgelost’: ouderen wonen in grote flatgebouwen met kleine kamers (waar ‘deskundigen’ in Nederland nu over praten). Er doet zich een nieuw probleem voor, zo is in regionale kranten (zelfs in de ‘South China Morning Post’) te lezen: de stank van rottend vlees.
Ouderen leven alleen, zonder familie. Familie komt niet meer zorgen en weinig op bezoek. Kwetsbare ouderen staan er alleen voor, want de traditie is wel om zeer beleefd en vriendelijk te zijn jegens (oude, alleenstaande) buren, maar niet om hulp te vragen. Dus gaan ouderen op zeker moment alleen dood en worden pas dagen/weken later gevonden, dankzij de stank. Er is inmiddels een woord voor alleen doodgaan: ‘kodokushi’; een ‘groeiende mode trend’ in Japan schrijven kranten begripvol! De gevonden dode wordt door een speciale dienst ‘opgeruimd’, die ook zoekt naar familie. Dat laatste is bijna altijd vruchteloos (meestal hebben we geen geluk, zegt de dienst); eventuele ‘vruchten’ zijn eerder verdwenen en dan is er geen reden meer voor bezoek. Terzijde, begin deze eeuw werd deze trend ook in verpleeghuizen in Nederland gesignaleerd.

Naast Japan verouderen ook andere landen in Oost Azië (China, Korea, Maleisië, Singapore, Thailand) sneller dan andere landen in de wereld. Deze landen tonen een sterke economische groei. De combinatie van groei en veroudering baart zorgen: afname van arbeidspotentieel (productiviteit) en ‘zorg’ kosten. Deze zorgen worden reeds enige decennia ook in Nederland geuit. Niet onbegrijpelijk dan, dat ‘Healthy Ageing’ een populair onderwerp is voor beleidsmakers, hier en in Zuidoost Azië.

In China wordt gewerkt aan ‘Healthy China 2020’, waarbij ingezet wordt op medische technologie. Meer techniek in de curatieve en langdurige zorg moet antwoord geven op de verwachte veroudering. Een voorbeeld dat China van de EU heeft overgenomen. Het belangrijkste doel lijkt hier echter niet de gezondheid (voor ouderen) te zijn, maar de markt van gezondheidstechnologie (IT, beeldvorming). Misschien goed voor Chinese ouderen, maar zeker voor de export.

Japan is begonnen met meer aandacht voor mantelzorg en zorg dicht bij huis (eerder dan in Nederland) om iets aan het ‘ouderenprobleem’. Mantelzorg heeft – begrijpelijk – niet het gewenste effect. Vervolgens komt preventie. Recente onderzoek toont dat het bij preventie om meer gaat dan belangrijke risicofactoren (roken, alcohol, fysieke inactiviteit, voeding). Om die risicofactoren de baas te worden zijn opvoeding, opleiding en sociale zekerheid een conditio qua non. Bovendien moet men jong beginnen en volhardend zijn om de vruchten als maatschappij over 50 jaar te plukken. Wat zeker niet helpt is meer ziekenhuisbedden. Dus heeft de Japanse regering besloten dat het aantal ziekenhuisbedden te reduceren en community care en kleinschalige ‘verpleeghuiszorg’ te versterken. Iets, waar ik veertig jaar voor heb gepleit. Tegelijkertijd wordt beleid ontwikkeld om oudere werknemers langer aan de slag te houden: het stimuleert betrokkenheid, activiteit en is niet slecht voor de productiviteit (zoals vaak wordt verondersteld). Toch worstelt Japan nog steeds met de ‘voorsprong’.

Korea gaat duidelijk verder. Dat land wil (beleid!) binnen tien jaar de koppositie van ‘oudste land ter wereld’ overnemen, gaat verder. I.t.t. Nederland, waar ‘deskundigen’ met ad hoc ‘oplossingen’ (losse flodders dus) voor deelproblemen (minder verzorgingshuizen, maar wat dan? meer verpleeghuispersoneel, dat er niet is en als het er is onvoldoende gekwalificeerd en soms ook gemotiveerd is? keuteltafelgesprekken, die oude mensen in de kou achterlaten, terwijl men rapporteert dat het ‘probleem’ (welk en wiens?) is opgelost?, wordt in Korea eerst geïnvesteerd in onderzoek naar wat een oude maatschappij betekent. Hoe ziet die eruit of beter nog hoe kan die eruit zien? Wat betekent zo een maatschappij voor…..niet voor de betaalbaarheid, maar voor het welzijn van alle burgers! Geen ‘ouderenbeleid’: ‘generatiebeleid’! Dus kennis over: wat betekent dat voor wonen (inrichting, technologie), woonomgeving (veiligheid, bereikbaarheid, wijkomvang), voorzieningen (winkels, hulpverlening, groen, ontspanning, vervoersinfrastructuur) en maatschappelijke participatie. En hoe kunnen burgers daar gedurende hun levensloop vrij, veilig en gelukkig leven. Onderzoek, dat nog in de kinderschoenen staat.

Generatiebeleid is integraal beleid, gebaseerd op een maatschappelijke, dus politieke visie en op kennis van zaken. Hoe kunnen mensen van nu en straks samenleven. Dat de wil er is , zou bij sociale dieren geen vraag mogen zijn, hoewel sociale media anders doen vermoeden. Het gaat om ervoor te zorgen dat het ook kan. Een maatschappelijke structuur bouwen waarin mensen kunnen samenleven is de uitdaging van nu. Het huidige ‘ouderenprobleem’ is onderdeel van het gebrek aan visie. Wat doet men? Terugkeren naar het verleden (VOC mentaliteit, hekken bouwen, oude flats opknappen) en geldelijk gewin (de markt dus) als absoluut criterium hanteren. Het werkt averechts zo blijkt. Het leidt tot groeiende ongelijkheid, uitsluiting, discriminatie en (natuur)rampen. De oplossing begint met een oude maatschappij voor lief te nemen en in de armen te sluiten. Dan zijn allen, jong en oud, geborgen en kunnen allen met trots werken aan hun nieuwe maatschappij, gebaseerd op visie en met kennis van zaken.

Author: Wim van den Heuvel

W.J.A. (Wim) van den Heuvel is born in Nuenen, the Netherlands. He is professor emeritus of the University of Groningen and of Maastricht University, the Netherlands, but still works as advisor/consultant/researcher. After Grammar School (Dutch: ‘Gymnasium’), he got his masters in Sociology and his PhD (thesis on ‘Adjustment in Nursing Homes’) at Radboud University Nijmegen. After assistant Professor at the Institute of Social Medicine, and of the Gerontology Centre, Radboud University Nijmegen (1969-1975) he was pointed as Director of the Institute of Social Oncology (Dutch Cancer Society, KWF), Amsterdam (1976 -1980). In 1979 Queen Juliana appointed him as Professor of medical sociology, University of Groningen, Faculty of Social Sciences and Faculty of Medicine. In 1989 he also became Scientific Director of the Northern Centre for Health and Research University of Groningen. In the period 2000-2005 he was working as Professor in Rehabilitation and Handicap Maastricht University, Maastricht, also acting as Director General Institute for Rehabilitation Research and as Scientific Director of Research school of Primary Health Care Research (CaRe), Maastricht University. He was visiting professor at Syracuse University USA (1975), the University of Vienna, Austria (1997) and Titu Maiorescu University, Bucharest, Romania (2008). Besides visiting professorships he made study tours to Brazil, Australia, China, Cuba, India, New-Zealand and USA. During his professorship he supervised successfully 61 PhD students. He was project leader of various international research and development projects (financed by EU or the Dutch Ministry of Foreign Affairs), including subjects like developments of primary health care, palliative care, home care for the aged, primary health care, care for specific diagnosis like cancer, rheumatoid arthritis, and spina bifida. These projects included researchers and practitioners from Belgium, Croatia, Czech Republic, France, Germany, Greece, Ireland, Italy, Norway, Poland, Romania, Slovenia, Slovakia, Sweden, Switzerland, and United Kingdom. He received various rewards, including Academy Medal University PJ Safarit, Kosice, Slovakia, Honorary member of Romania Society of Family Medicine/General Practice, Romania, Honorary member of the European Society of Health and Medical Sociology, Honorary member Academy of Medical Sciences, Romania, Academy Medal University of Groningen, The Netherlands, Officer in Royal Order Oranje Nassau, The Netherlands, Siglium University of Krakow. He chaired – and still chairs - various national and international committees all related to scientific research in health care and gerontology.

Leave a Reply

Your email address will not be published.


Required