Treinreis 1

Reizen met de trein is de mooiste manier van reizen, zegt men. Er is een facebook pagina ‘met de mooiste treinreizen, romantische verhalen en een vintage gevoel’, zie https://www.facebook.com/reizenmetdetrein
De trein is een gemakkelijke manier van openbaar vervoer, zegt men. Het klinkt ook eenvoudig zoals het op de website http://www.hoemoetje.com/met-de-trein-reizen/ staat. Volg de stappen: ‘je gaat naar het station, zorgt dat je een geldig ticket hebt, en stapt uit wanneer je bent aangekomen op het station waar je moet zijn.’ Was het maar zo eenvoudig.

In Nederland is het iets ingewikkelder. Het begint al met het ‘ticket’, het treinkaartje. Dat is er niet meer. Er is een OV-chipkaart nodig. En om daar aan te komen is er een aparte website. Maar daarmee is het nog niet zo eenvoudig – het kost natuurlijk extra tijd en dus geld – om aan zo een OV-chipkaart te komen. Persoonlijk heb ik er toch enkele maanden over gedaan, maar ik ben niet handig op internet. Zo eenvoudig is het niet voor iedereen. Vandaar wordt voor een beginneling een 7-stappenplan aangeboden.

Voor de ‘beginneling’ in het treinreizen (ik reis ruim 40 jaar tenminste wekelijks met de trein) worden de volgende stappen uitgetekend:
‘Stap 1: Stippel je route uit. Je kunt op de website van de NS makkelijk invoeren wat je beginpunt en je eindpunt is. Ook zie je hier waar en wanneer je moet overstappen, en hoeveel tijd je hebt. De website is te vinden op NS.nl.
Stap 2: Heb je de route gevonden? Sla deze dan op op je telefoon of print deze uit. Kijk naar de tijd waar de trein vertrekt.
Stap 3: De trein wacht niet op jou, als je te laat aankomt zal de trein wegrijden en zul je op de volgende trein moeten wachten. Zorg dus dat je ruim van tevoren op het station bent.
Stap 4: Kijk op welk spoor je moet zijn. Dit zal in de stationshal aangegeven zijn, maar staat wellicht ook op je route. Er zijn nummers en letters. De nummers staan voor aparte sporen, de letters zijn de plaats op dit spoor (voor of achteraan).
Stap 5: Zorg dat je een geldig ticket hebt. Je kunt een ticket kopen in de automaat, deze kun je eenmalig gebruiken. Deze spreken allen voor zich. Ben je van plan om vaker met het openbaar vervoer te reizen? Dan is het verstandig om een OV-chipkaart aan te schaffen. Plan hier ruime tijd voor, aangezien dit niet in twee minuten gedaan is. Vergeet ook niet in te checken na het aanschaffen van een OV chipkaart.
Stap 6: Als je een geldig kaartje hebt, kun je naar het juiste spoor lopen. Als de trein aankomt, zoek je een plek om te staan of te zitten, en wacht je tot je aankomt bij je bestemming.
Stap 7: Er wordt normaal gesproken omgeroepen bij welke bestemming de trein is, of bijna is. Let hier goed op als je niet bekend bent in de omgeving.
Let op!
Heb je een aansluiting gemist? Geen probleem, je moet alleen even wachten. Zoek een bord op met informatie over de treintijden, of spreek een conducteur aan op het station. Zij zijn er altijd om je te helpen.’

Geweldig, behulpzaam, wat een dienstverlening, een kind kan de was doen.

Maar zo eenvoudig is het niet. Toegang tot een website is een eerste vereiste. Ook een telefoon waar ik de route kan opslaan of een printer zijn nodig (stap 2)? De trein rijdt pas weg als je te laat aankomt (stap 3). Wel wat flauw, dat de trein net wegrijdt als je te laat aankomt. Ook vervelend voor de andere passagiers: hoe later je aankomt, des te later rijdt de trein weg. Dat betekent: niet op tijd? Dat laatste komt goed overeen met de ervaring van veel reizigers.

Dat te laat komen is wel begrijpelijk. Immers eerst kijk je op welk spoor je moet zijn (stap 4) en dat is een hele puzzel met die nummers en letters. Als je dan eindelijk weet waar je moet zijn dan blijkt in stap 5 dat je een ticket (fout: OV-chipkaart) moet hebben; en wel geldig! Wat geldig is spreekt misschien niet voor zich, maar dat wordt opgelost door de automaat: ‘deze spreken allen voor zich’.
Wat wordt in stap 5 precies bedoeld met ‘Je kunt een ticket kopen in de automaat, deze kun je eenmalig gebruiken.’? Moet je de automaat in? En kun je die automaat maar een keer gebruiken? Dan is het natuurlijk zaak geen fouten te maken. Het is allemaal niet zo eenvoudig dus. En dat blijkt ook uit de waarschuwing op het eind van stap 5 voor het inchecken: ‘Plan hier ruime tijd voor, aangezien dit niet in twee minuten gedaan is’. En dan moet er worden ingecheckt, maar hoe moet dat en wie doet dat wordt niet uitgelegd.

Maar als dat allemaal gelukt is – met vallen en opstaan – kun je rustig gaan zitten of – ook een optie – staan. Elke ervaren treinreiziger weet dat zitten op veel trajecten een luxe is. Liggen mag blijkbaar niet.

De onervaren reiziger wordt misschien gerustgesteld door stap 7, maar let op er staat ‘normaal gesproken’ en de bijzin ‘Let hier goed op als je niet bekend bent in de omgeving’ doet toch wat ‘unheimish’ aan. Voor de ervaren reiziger is stap 7 de grap van de maand: als er iets wordt omgeroepen betekent dat ‘VERTRAGING’.

Stap 8 lijkt te zijn vergeten en dat is beter om niet te vergeten als reiziger: bij aankomst bestemming UITSTAPPEN.

Inderdaad in Nederland is reizen met de trein een avontuur. Het vinden van een conducteur op een station alleen al. En dan moet je samen gaan uitzoeken hoe verder. Maar ja, wie gaat er niet voor een avontuurtje, ook als kost het avonduren.

Author: Wim van den Heuvel

W.J.A. (Wim) van den Heuvel is born in Nuenen, the Netherlands. He is professor emeritus of the University of Groningen and of Maastricht University, the Netherlands, but still works as advisor/consultant/researcher. After Grammar School (Dutch: ‘Gymnasium’), he got his masters in Sociology and his PhD (thesis on ‘Adjustment in Nursing Homes’) at Radboud University Nijmegen. After assistant Professor at the Institute of Social Medicine, and of the Gerontology Centre, Radboud University Nijmegen (1969-1975) he was pointed as Director of the Institute of Social Oncology (Dutch Cancer Society, KWF), Amsterdam (1976 -1980). In 1979 Queen Juliana appointed him as Professor of medical sociology, University of Groningen, Faculty of Social Sciences and Faculty of Medicine. In 1989 he also became Scientific Director of the Northern Centre for Health and Research University of Groningen. In the period 2000-2005 he was working as Professor in Rehabilitation and Handicap Maastricht University, Maastricht, also acting as Director General Institute for Rehabilitation Research and as Scientific Director of Research school of Primary Health Care Research (CaRe), Maastricht University. He was visiting professor at Syracuse University USA (1975), the University of Vienna, Austria (1997) and Titu Maiorescu University, Bucharest, Romania (2008). Besides visiting professorships he made study tours to Brazil, Australia, China, Cuba, India, New-Zealand and USA. During his professorship he supervised successfully 61 PhD students. He was project leader of various international research and development projects (financed by EU or the Dutch Ministry of Foreign Affairs), including subjects like developments of primary health care, palliative care, home care for the aged, primary health care, care for specific diagnosis like cancer, rheumatoid arthritis, and spina bifida. These projects included researchers and practitioners from Belgium, Croatia, Czech Republic, France, Germany, Greece, Ireland, Italy, Norway, Poland, Romania, Slovenia, Slovakia, Sweden, Switzerland, and United Kingdom. He received various rewards, including Academy Medal University PJ Safarit, Kosice, Slovakia, Honorary member of Romania Society of Family Medicine/General Practice, Romania, Honorary member of the European Society of Health and Medical Sociology, Honorary member Academy of Medical Sciences, Romania, Academy Medal University of Groningen, The Netherlands, Officer in Royal Order Oranje Nassau, The Netherlands, Siglium University of Krakow. He chaired – and still chairs - various national and international committees all related to scientific research in health care and gerontology.

Leave a Reply

Your email address will not be published.


Required