Uitsluitend inclusief

Zeven jaar geleden zouden de vette jaren voor mensen met een functiebeperking aanbreken. Staatssecretaris Ros beleed met haar ambtenaren ‘inclusief beleid’. Inclusief beleid richt de maatschappij zo in, dat iedereen met een functiebeperking mee kan doen. En daar hoeft men eigenlijk niets voor te doen. Altijd en overal is er in dit beleid aandacht zijn voor deelname van mensen met functiebeperkingen in en aan de maatschappij. Inclusief beleid maakt een einde aan de uitsluiting en maatschappelijke isolatie van mensen met een functiebeperking. Om dit beleid geloofwaardig te maken werd met instemming van de gehandicaptenorganisaties in 2004 een taskforce ‘Handicap en Samenleving’ ingesteld. Ruim een jaar geleden is de taskforce met zijn werkzaamheden wegens succes gestopt.

Mevrouw Bussemaker, de opvolgster van mevrouw Ros, heeft bij ‘het afscheid’ gewezen op hetenorme belang van de taskforce. De taskforce heeft de kloof tussen theorie (het beleid?) en de praktijk (uitsluiting?) weten te overbruggen, aldus mevrouw Bussemaker. En zo vertelt ze verder: er is gewerkt aan een mentaliteitsverandering, er is veel gediscussieerd over wat ‘empowerment’ van mensen met een functiebeperking kan inhouden en er is er meer aandacht gekomen voor de positie van mensen met een functiebeperking bij rampen. De taskforce heeft een onmisbare rol gespeeld bij het streven naar inclusie. Er is dus niets gebeurd.

Kijk naar de feiten: toegankelijke gebouwen, onderwijs voor iedereen met rugzakje indien nodig, toegankelijk openbaar vervoer, arbeidsparticipatie, gelijke inkomens, geïntegreerd wonen in de wijk. Gerealiseerd? Anno 2009 is de situatie van mensen met een functiebeperking in Nederland niet verbeterd vergeleken met 5 jaar geleden. Zoals in heel Europa worden ook in Nederland mensen met een functiebeperking achtergesteld en uitgesloten. Er is discussie over ‘Passend onderwijs’ (‘Gehandicapte hoort niet in normale klas’). De staatssecretaris van onderwijs schrijft in de krant ‘Speciaal onderwijs wordt niet afgeschaft’. De Ombudsman laakt het zorgtoezicht dat signalen van mensen met functiebeperkingen te weinig serieus neemt. Wajongers komen niet aan het werk én kosten te veel. Discriminatie wegens een ‘handicap’ komt regelmatig voor in Nederland: 62% van de Nederlandse burgers acht die discriminatie wijd verspreid. In Nederland is die discriminatie de laatste vijf jaar ook niet afgenomen in vergelijking met andere landen. Ziehier de oogst van de vette jaren inclusief beleid en het succes van de taskforce.

Inclusief beleid kan niet en de instelling van de taskforce is door de overheid niet bedoeld om integratie van mensen met een functiebeperking te bevorderen, zo heb ik vijf jaar geleden betoogd. Het was een ‘doekje voor het bloeden’. Daadwerkelijke integratie vraagt veel. Die inspanning wil de Nederlandse samenleving niet leveren. Dat is niet ‘reëel’. Dus is er behoefte aan een BN-praatclubje. Voor daadwerkelijke integratie zijn wetten nodig, die mensen met een functiebeperking de mogelijkheid geven participatie, toegankelijkheid, meedoen af te dwingen. Dat vraagt ‘poetsen’. En ‘poetsen’ kost geld.

De taskforce heeft voor de staatssecretaris een ‘eyeopener’ opgeleverd vertelt ze: ‘Als je er over nadenkt, ligt dat natuurlijk voor de hand. Want bij een noodsituatie maakt het nogal wat uit of je gewoon weg kunt lopen, in een rolstoel zit of het alarm niet hoort’. Daar is vier jaar taskforce voor nodig.

Ondertussen gaat het ‘gehandicaptenbeleid’ verder; een ander bewijs dat inclusief beleid en taskforce mislukt zijn. Op dezelfde nadenkende wijze gaat men verder. De wet gelijke behandeling wordt misschien uitgebreid. De Verenigde Naties hebben het in de conventie ‘on the Rights of Persons with Disabilities’ (UNCRPD) niet over ‘uitbreiden’. Gelijke behandeling is gelijke behandeling altijd, overal. Nederland heeft de UNCRPD nog niet geratificeerd. Binnen de EU hebben 12 landen dat wel gedaan, maar ik zei het in 2003: Nederland is op dit terrein ontwikkelingsland. De Europese Commissie heeft eind november besloten dat de EU toetreedt tot de conventie en de Nederlandse staatssecretaris heeft het over uitbreiden van gelijke behandeling met ‘wonen’. Dus, als het zover komt – het is een voornemen – mag de Nederlander mensen met een functiebeperking niet meer discrimineren met ‘wonen’. De taskforce is het niet gelukt wonen van mensen in een wijk ‘normaal’ te maken. Er is wel over gepraat.

De bedoelingen zijn natuurlijk goed. De Staatssecretaris steunt toegankelijkheid: ‘AllesToegankelijk’. De missie op de website (cursief WvdH): ‘Binnen vijf jaar is toegankelijkheid als thema net zo gewoon als duurzaamheid. Wij streven er naar dat goederen en diensten toegankelijk zijn voor iedereen. Op voet van gelijkwaardigheid, ongeacht iemands beperking.’

Tja, het thema duurzaamheid is wel gewoon, maar er is geen duurzaamheid. Streven is niet verkeerd, zelfs niet streven naar inclusie. Het is echter tijd voor beleid waar op gebouwd kan worden. Inclusief beleid betekende zeven magere jaren – uitsluitend voor mensen met een functiebeperking.

Author: Wim van den Heuvel

W.J.A. (Wim) van den Heuvel is born in Nuenen, the Netherlands. He is professor emeritus of the University of Groningen and of Maastricht University, the Netherlands, but still works as advisor/consultant/researcher. After Grammar School (Dutch: ‘Gymnasium’), he got his masters in Sociology and his PhD (thesis on ‘Adjustment in Nursing Homes’) at Radboud University Nijmegen. After assistant Professor at the Institute of Social Medicine, and of the Gerontology Centre, Radboud University Nijmegen (1969-1975) he was pointed as Director of the Institute of Social Oncology (Dutch Cancer Society, KWF), Amsterdam (1976 -1980). In 1979 Queen Juliana appointed him as Professor of medical sociology, University of Groningen, Faculty of Social Sciences and Faculty of Medicine. In 1989 he also became Scientific Director of the Northern Centre for Health and Research University of Groningen. In the period 2000-2005 he was working as Professor in Rehabilitation and Handicap Maastricht University, Maastricht, also acting as Director General Institute for Rehabilitation Research and as Scientific Director of Research school of Primary Health Care Research (CaRe), Maastricht University. He was visiting professor at Syracuse University USA (1975), the University of Vienna, Austria (1997) and Titu Maiorescu University, Bucharest, Romania (2008). Besides visiting professorships he made study tours to Brazil, Australia, China, Cuba, India, New-Zealand and USA. During his professorship he supervised successfully 61 PhD students. He was project leader of various international research and development projects (financed by EU or the Dutch Ministry of Foreign Affairs), including subjects like developments of primary health care, palliative care, home care for the aged, primary health care, care for specific diagnosis like cancer, rheumatoid arthritis, and spina bifida. These projects included researchers and practitioners from Belgium, Croatia, Czech Republic, France, Germany, Greece, Ireland, Italy, Norway, Poland, Romania, Slovenia, Slovakia, Sweden, Switzerland, and United Kingdom. He received various rewards, including Academy Medal University PJ Safarit, Kosice, Slovakia, Honorary member of Romania Society of Family Medicine/General Practice, Romania, Honorary member of the European Society of Health and Medical Sociology, Honorary member Academy of Medical Sciences, Romania, Academy Medal University of Groningen, The Netherlands, Officer in Royal Order Oranje Nassau, The Netherlands, Siglium University of Krakow. He chaired – and still chairs - various national and international committees all related to scientific research in health care and gerontology.

Leave a Reply

Your email address will not be published.


Required