Wetenschappers hebben geld nodig voor hun onderzoek. Vroeger ‘kreeg’ men dat geld van de universiteit. Nu moet ieder marktkoopman spelen; wetenschap moet verkocht en daarmee is het te koop. Voor verkoop helpt ‘snel publiceren’, ‘nieuws waarde’, ‘schokeffect’. Geldschieters trekken daar de portemonnee voor. Of het waar is, wat wordt gepubliceerd, scoort niet. Integendeel; halve waarheid, mits goed verpakt, levert veel meer op. De burgers in Nederland en Europa merken, dat wetenschap te koop is. Zes op de tien EU burgers meent dat wetenschappers niet te vertrouwen zijn vanwege hun afhankelijkheid van de industrie. Wetenschappers zijn soms afhankelijk van industrie, maar ook verslaafd. Verslaafd aan hun eigen onderzoek en de gepresenteerde resultaten. Nederlandse onderzoekers hebben wereldwijd screening op borstkanker gepromoot gebaseerd ophun eigen onderzoeksresultaten. Tegengeluiden werden wel gehoord, maar niet gewaardeerd. Nu pas wordt de twijfel over de resultaten zichtbaar voor het grote publiek. Miljoenen vrouwen zijn ‘gescreend’. De iatrogene schade moet aanzienlijk zijn.
Wekelijks worden duizenden nieuwe bevindingen gepubliceerd, maandelijks doorbraken die de mensheid redden. Het papier is geduldig, internet vluchtig en kort het geheugen van publiek en andere wetenschappers. Er is geen tijd voor een grondige analyse van het nieuws. Nieuws van de andere wetenschapper is amper interessant en zelfs bedreigend als het de eigen resultaten ter discussie stelt. Het eigen nieuws wacht. Congressen gaan niet over getoetste, maar over ‘bijna’ bevindingen. Het blijken effectieve vormen van reclame zonder kosten.
Voor de burgers is de ‘nieuwe doorbraak’ geen nieuws; ze zijn gewend geraakt aan berichten over klaterende successen van de wetenschap. Het vertrouwen in de wetenschap neemt af, zeker als blijkt dat men ‘gefopt’ is. Tien jaar geleden bleek uit onderzoek, dat de burgers in de EU wetenschap minder belangrijk gingen vinden. Een EU actieplan om ‘burgers te motiveren zich betrokken te voelen bij de wetenschap’ moest uitkomst bieden. Het resultaat blijkt niet hoopgevend. De actieve belangstelling voor wetenschap is de laatste vijf jaar verminderd evenals het geloof dat wetenschap het leven gezonder, gemakkelijker of comfortabeler maakt.
Het jargon in de wetenschap en de bevindingen van het onderzoek verraden de geldschieter. Een wetenschappelijk adviesorgaan van de regering schrijft over de ‘kansen’ die het bezuinigingsbeleid van de overheid op wetenschap biedt. Hoe goedkoper hoe beter? De gezondheidseffecten door onderzoekers toegeschreven aan het gebruik van alcohol – volgens een collega uit het noorden van het land een resultaat dat alleen door onderzoekers in het zuiden van het land wordt gevonden – blijken geselecteerd door de drankindustrie.
Ook beleidsmakers hebben hun vertrouwen in de wetenschap verloren. Na de grote doelstellingen in de Lissabon Strategie (de EU is de beste kennis economie ter wereld) is in veel landen, en zeker in Nederland, bezuinigd op het wetenschappelijk onderzoek. Sinds jaren worden nieuwe constructies bedacht om industrie en universiteiten aan elkaar te koppelen. Ook dat is de Europese burger niet ontgaan. Het heeft zijn vertrouwen in de wetenschap niet vergroot. Integendeel de helft van de EU burgers vindt wetenschap ook gevaarlijk en meer dan 60% van de burgers schadelijk voor de moraliteit.
Het roer moet om. De wetenschapper is ongeschikt als marktkoopman. Dat zien de burgers ook zo. Ze willen best de inhoudelijke keuzes voor programma’s, projecten e.d. aan de wetenschappers laten. Hoe die keuzes tot stand komen dient echter glashelder te zijn. Zou dan blijken, dat wetenschap niet te koop is? De verleiding om ‘bijna bevindingen’ te presenteren zal in ieder geval afnemen, kennisname van echte resultaten toenemen. Daar zijn burgers en wetenschappers bij gebaat.