Dit is – welgeteld – mijn 120ste blog. Het 32ste in het derde jaar. Ook in het derde jaar zijn wetenschap (9x), gezondheidszorgbeleid (6x), ouderenzorg (6x), en in mindere mate (met ieder 3x) inhoud van de zorg en kunst/cultuur de onderwerpen die mij het meest aan het hart lagen. Daar ligt mijn engagement, mijn maatschappelijke verbintenis blijkbaar. Een verbintenis gaat noodzakelijkerwijs over de ander en mij. Zonder de ander bestaat ‘Ik’ niet.
Mijn engagement ligt vooral bij die ander, die niet meer gezien wordt, die niet meer gezien mag worden; die wordt weggestopt, uitgezet, verdwijnt. Als de ander verdwijnt uit de samenleving wordt die onmenselijk en daarmee de maatschappij. Dat is ook een normatieve stellingname.
In een wetenschappelijk artikel, dat in 2012 verschijnt, probeer ik uit te leggen dat de maatschappelijke ontwikkeling van de laatste decennia begrepen moeten worden in de (impliciete) veranderde betekenis van de begrippen vrijheid, gelijkwaardigheid en solidariteit en de daarmee gepaard gaande verstoorde balans tussen de drie begrippen. De gevolgen kent iedereen; algemeen geformuleerd: individualisme, ‘ik cultuur’, gebrek aan respect voor de ander, maar met veel cijfers en incidenten te preciseren. Mijn blogs van de laatste maanden tonen mijn zoektocht naar een verklaring voor de ‘ontmenseling’ van de maatschappij en voorzichtige ideeën over oplossingen. Voorzichtig, omdat de diagnose niet zo gemakkelijk is en omdat oplossingen niet liggen waar ze meestal worden neergelegd: in maatregelen. Maatregelen zijn ineffectief, omdat het ontbreekt aan een ‘verstehende’ analyse. De eerste vraag is niet ‘wat is het probleem?’ maar ‘Wat kan ik voor je doen?’ Maatregelen zijn regels, die niets doen, maar veronderstellen dat de ander wat gaat doen. De ander heeft echter geen verbintenis.
In het huidige tijdsgewricht zien sommige analisten nieuwe tweedelingen ontstaan. Niet langer links-rechts (Chavannes), of arm-rijk, maar boven-onder (Wijffels; zie blog 11 december 2010) of ‘universalisme’ versus ‘particularisme’ volgens Paul Schnabel (NRC 20 september 2011), wat bij Paul Scheffer 11 dagen later ‘wereldburger’ versus ‘kleinburger’ heet. Beeldend is de tweedeling ‘collectieve schuld’ versus ‘individuele winst’ die door een Leuvense hoogleraar economie recentelijk werd genoemd, waarbij bankiers en politici voorop lopen. De leidende principes bij deze tweedelingen zijn steevast ik tegenover de ander: ”Als er iets fout gaat, ligt het aan de ander”. “Als ik mijn zin niet krijg, is de ander de klos”. “Als er iets goeds gaat, komt het door mij”. “Als het goed gaat, heb ik recht op meer dan de ander”. Eigen verantwoordelijkheid is letterlijk geworden.
Het gaat echter niet om een tweedeling; een foute, niet ‘verstehende’ analyse. Bij een foute diagnose zijn maatregelen om de ongewenste gevolgen te bestrijden tweemaal ineffectief en werken daarmee averechts; ze versterken het ongewenste. Mijn zoektocht en engagement zijn nog niet ten einde.