Het moet een bijzondere bijeenkomst zijn geweest toen in Alma Ata, die vandaag 37 jaar geleden begon. They had a dream. Een oude droom. Het is lang geleden en Alma Ata was toen heel ver weg. Er was nog een koude oorlog en een ijzeren gordijn en toch moeten de geesten eensgezind zijn geweest. Hun droom vastgelegd in de ‘verklaring van Alma Ata’ in 1978: ‘Health for All by the year 2000’; 15 jaar geleden dus. Het was niet nieuw. Cicero formuleerde het 2000 jaar geleden mensenbreed: Nihil est unum uni tam simile, tam par, quam omnes inter nosmet ipsos sumus. Maar Cicero liet het bij mooie woorden en liet zich bedienen door zijn slaven.
In Alma Ata was het meer dan woorden. Regeringen, gezondheidswerkers, de wereld gemeenschap werden opgeroepen om burgers te beschermen tegen gezondheidsrisico’s en gezondheid te bevorderen. Zij kregen 22 jaar de tijd voor de realisatie. De opstellers van de verklaring gaven duidelijk aan wat er moest gebeuren.
Het klinkt zo vanzelfsprekend ‘alle mensen zijn gelijk’ (Cicero) en ‘bescherming tegen gezondheidsrisico’s en bevordering van gezondheid’ (Alma Ata). Iedereen ‘onderkent’ de onwenselijkheid van sociaaleconomische gezondheidsverschillen binnen een land en tussen landen. Ongezondheid is na Alma Ata vooral een sociaaleconomisch vraagstuk. In de toelichting op de verklaring wordt gestreefd naar een gezondheidstoestand, die alle mensen in staat stelt om een sociaal en economisch productief leven te leiden. Het gaat iedereen en dus de politiek aan. ‘Recht op gezondheids-zorg’ is inmiddels een ‘mensenrecht’, niet te verwarren met het onmogelijke ‘recht op gezondheid’.
Gezondheidsbescherming en –bevordering zijn in Nederland zo vanzelfsprekend geworden, dat de minister van Volksgezondheid een tijdje terug sprak over betutteling als de staat zich daar nog mee moest bemoeien. En eind 2014 ging Nederland nog een stap verder: niet ‘gezondheid voor allen’, maar ‘alles is gezondheid’. Daarmee is de doelstelling van Alma Ata per definitie gehaald. Ziek zijn is dus ook gezond. En, inderdaad, het heelt als het goed afloopt.
Recente cijfers over gezondheidsverschillen maken duidelijk dat de ideële doelstelling van ‘Health for All’ een illusie bleek en dus bij lange na niet is gehaald. Het goede nieuws is dat de sociaal-economische verschillen niet groter zijn geworden. Ze lijken min of meer stabiel. Het slechte nieuws is dat de realisatie van ‘Health for All niet dichterbij is gekomen. De genomen maatregelen blijken niet effectief (als er al maatregelen zijn genomen).
De opstellers hadden niet zomaar een droom. Ze waren duidelijk over de wijze van realisatie. Het belangrijkste en eerste vereiste mechanisme was eerstelijnsgezondheidscentra met huisartsen en wijkverpleegkundigen, gevolgd door een sociaal verzekeringssysteem dat toegankelijkheid en kwaliteit tot die eerstelijnszorg garandeerde. Een systeem dat alleen in Cuba bestaat (nog wel). In 2008 kwam de Wereld Gezondheidsorganisatie met een rapport om de realisatie van eerstelijnszorg dichter bij te brengen en in 2013 om te wijzen op de noodzaak van een verzekeringssysteem dat toegankelijkheid en kwaliteit garandeert. Dat is wel wat laat voor ‘Health for All by the year 2000’.
De wereld is na Alma Ata veranderd, opener en daarmee kleiner geworden, maar het heeft de droom van Health for All niet dichter bij gebracht. De uitbraak van nieuwe ziekten, de resistente micro-organismen door antibiotica, de handel in organen, de onbetaalbaarheid van geneesmiddelen ter bestrijding van kanker, de verslaving aan genotsmiddelen, laten zien dat Health for All ver weg ligt. Nog verder dan Alma Ata destijds was. En de stelling van de stoïcijn Cicero ? Vraag het de vluchtelingen …..