Het was een hype enkele jaren geleden: het nieuwe ouder worden. Er kwamen conferenties, bundels, websites en – onverbiddelijk – facebook. Maar ook een hype wordt oud en zal sterven. Het naderend einde van het nieuwe ouder worden werd enkele maanden geleden aangekondigd met een bijeenkomst onder de titel: gelooft u in het nieuwe ouder worden? Zo een titel kondigt zoals fragiliteit de onherroepelijkheid van gewoon oud aan. Er is niets nieuws aan. De sponsoring van de website van de beweging door de zorgaanbieders verraadt dat het nieuwe ouder worden evenmin zonder zorgen is. Als de vertegenwoordiger van zorgaanbieders het hoogste woord moet voeren over ‘gelooft u in het nieuwe ouder worden’ dan is het echt zorgelijk. Dan gaat het niet om ouderen, maar om de groeiende ouderenmarkt.
Voor de markt moet het beeld van oud om; oud wordt ‘nieuw oud’. Dat kan en moet dankzij en voor ‘gerovital’ en andere drugs en slogans waarin actief, doen, vitaal centraal staan.
Zie http://www.hetnieuweoud.nl/: “Ze (de ouderen) hebben meer tijd, geld en vrijheid dan ooit. Ze zijn vitaal, actief en energieker dan jongeren. Het zijn de ouderen van nu. Met één op de drie Nederlanders als 60-plusser in 2030 is dat een goed vooruitzicht.” Energieker dan jongeren: young forever!
Zie de oproep om Het Nieuwe Oud op Twitter te volgen: “Nieuw omdat het Twitter is. Oud omdat het over ú gaat. De nieuwe oudere die met zijn iPhone elke dag even leest wat zijn volgers te melden hebben.” Die nieuwe oudere heeft blijkbaar al veel oude volgens. Of begint het nieuwe oud vanaf 45?
Is ‘nieuw oud’ niet een laatste stuiptrekking van de babyboomers uit de revolte van eind jaren zestig (vorige eeuw); ‘young forever’. De ontkenning van het existentiële proces van oud worden, van de fragiliteit bij oud zijn en geen oog voor de rijkdom van levenservaring. De babyboomers wilden een ‘ons tijdperk’ en daar was geen plaats voor mensen met ervaring. De oude regenten moesten naar huis. Zo verdween ook langzaam de rijkdom van oud uit de maatschappij. En nu moet oud opnieuw, want het is een markt, dus kans op ‘rijk dom’.
Met de hype kwam (en ging) weer een krollende ouderenpartij. ‘Young forever’ met de oude babyboomers aan de macht! Was die ongelijke machtsverdeling niet juist de basis van de revolte bijna vijftig jaar geleden? De babyboomers roken toen aan de macht en dat maakte blind en doof. De babyboomers van toen zijn de ‘nieuwe ouderen’ van nu. Zij weten het nog altijd beter zonder te zien en zonder te luisteren. Ze horen alleen zichzelf; steeds hetzelfde verhaal.
Debatten en bijeenkomsten van de oude babyboomers komen met ‘verrassende conclusies’ evenals toen. Enkele maanden geleden was er een bijeenkomst over het nieuwe oud onder de titel ‘Wanneer zijn de rapen gaar?’. Een actietitel niet over koken, maar over veiligheid. Wat is essentieel als het gaat om de veiligheid van kwetsbare ouderen? Op zich vreemd dat het nieuwe oud over kwetsbaarheid begint. Misschien is gerovital toch niet zo effectief? Maar dit terzijde. Het gaat om de conclusie van de bijeenkomst: de stem van de cliënt moet bepalend zijn. Waarvandaan ineens het woord ‘cliënt’? Het debat werd mede gefinancierd door de vereniging van zorgaanbieders; vandaar. Maar wat is nieuw aan de conclusie? Dat riepen de toen nog niet nieuw oude babyboomers vroeger ook al: de stem van de student moet bepalend zijn.
Het bouwrijp maken van de ouderenmarkt is niet zo eenvoudig, omdat oud als maatschappelijke ontwikkeling en als menselijke opgave de laatste twintig jaar systematisch is ontkend, weggemoffeld en weggedrukt. Het gevolg is navenant: oud is een maatschappelijk probleem met als gevolg misbruik en discriminatie van oude mensen. En voor oud worden schaamt men zich.
Wie kan in zo een maatschappij verbaasd zijn over de slechte kwaliteit in de ouderenzorg? Niet de zorgaanbieders; zij deden het. Niet de landelijke overheid; die maakte het mogelijk.
En waarom? Oud paste niet in de als ideaal geziene maatschappelijke ontwikkeling van vooruitgang, dynamiek en groei. En dus is oud een maatschappelijke last geworden en moeten ouderen uit de buurt blijven; geen plaats voor oudere werknemers, oudere patiënten/cliënten, oudere burgers. Arbeidsongeschiktheidregelingen en verzorgingshuizen waren de veilige opbergplaatsen. Nu oude maatregelen om groei te stimuleren stagneren zijn nieuwe markten nodig. De weggemoffelde bejaarden worden afgestoft, blijken nog enkele centen te makken te hebben en worden op het schild gehesen: de nieuwe ouderen.
Maar daarmee wordt nog geen reëel beeld van het fenomeen oud gegeven. Integendeel, ook al zien die nieuwe ouden dat zelf (nog) niet. Sterker nog door hun ontkenning van het ‘aftakelingsproces’ versterken zij een vals beeld van oud zijn. Maar het gaat ook niet om oude mensen, het gaat om het bouwrijp maken van de ouderenmarkt en dat is krachtig ter hand genomen. Jantje huilt, Jantje lacht. In die volgorde.
Jantje huilt.
Onder ‘het nieuwe ouder worden’ worden op internet producten aangeboden, kunnen adviezen worden aangevraagd en worden tips gegeven. Zie het ‘Vitaal Journaal’: “Een kwart van de Nederlandse ouderen is eenzaam. En met de feestdagen voor de deur kan december een extra eenzame maand zijn voor velen. Daarom in het Vitaal Journaal deze maand tips hoe we deze maand met elkaar gezelliger kunnen maken. Zo is er aandacht voor de Gezelligheidskalender met tal van activiteiten door heel Nederland.’
Eenzaamheid, kwetsbaarheid, zieligheid van ouden worden geëtaleerd om grip te krijgen op de ouderenmarkt. Drugs tegen eenzaam en zielig. Maar de markt moeten helemaal open. Het geregisseerde medelijden vraagt om maatregelen. Gemeenten doe uw plicht. Maak uw zorgtaak waar. Leve de participatiemaatschappij. Terwijl de gemeenten met de handen in het haar zitten, staan de advies en interventiebureaus staan al klaar. Oud nieuws dus; l’ histoire se répète.
Jantje lacht:
Het boek ‘Het Nieuwe Oud’ adverteert zichzelf als volgt: ‘Door de snelle welvaartsgroei en grote vooruitgang in technische en medische kennis hebben ouderen meer tijd, keuzevrijheid, geld en vrijheidsgevoel dan ooit. De nieuwe oudere is actief, zelfstandig en zelfbewust en maatschappelijk betrokken. Er is dus alle reden om positief te zijn over het fenomeen ouder worden. In Het Nieuwe Oud laten nieuwe ouderen zien hoe ze kansen benutten, dat zij nog volop deelnemen aan het leven. Als ondernemer, werknemer, sporter, vrijwilliger, coach en mantelzorger. Zonder hun inzet staat de maatschappij stil, en daarmee komt de grote uitdaging van de vergrijzing in een ander daglicht te staan. Aan de oplossing van deze uitdaging kunnen juist zij een belangrijke bijdrage leveren.’
Duidelijk taal. Alweer leve de participatiemaatschappij. De maatschappij staat stil zonder de inzet van ouderen! Vreemd dat daar de laatste decennia niemand iets van heeft gemerkt.
Ook weet het boek te melden: ‘ouderen zijn tot op hoge leeftijd maatschappelijk betrokken’. Inderdaad, maar dat is niet nieuw. Dat was al eeuwen zo en tot na de tweede wereldoorlog hadden die ouden ook de macht in handen. Er was dus vijftig jaar geleden wel enige grond voor een revolte. Maar zo weet het boek ook ‘prettig oud worden was nog nooit zo kansrijk als nu’. Is dat zo? Wat is prettig oud worden? Is dat door de eeuwen altijd hetzelfde gebleven? En verschilt kansrijkheid niet naar tijd, cultuur en omgeving?
Voor een nieuwe ouderenmarkt kan wordt een nieuwe karikatuur van oud zijn gecreëerd. Dat hoort bij een hype. En het moet wel ‘leuk’ blijven. Dus lees Het Nieuwe Oud dat over zichzelf zegt: ‘Het leest als een reisbeschrijving, waarbij het avontuur dat de Derde Leeftijd heet voor het eerst wordt vormgegeven door de nieuwe ouderen zelf. Dit prachtig vormgegeven en toegankelijk geschreven boek zet lezers op een nieuw spoor. En omdat je er ook nog eens vrolijk van wordt, is het een ideaal cadeau voor iedereen die een dagje ouder wordt.’ U gelooft toch nog in het nieuwe ouder worden?
Oud zijn is een lastige beloning, soms een ongewenst cadeau. Naast het ongemak en de gebreken zijn er rust en bezinning; die combinatie brengt wijsheid met betrokkenheid; de oude dag. Dat maakt oud zijn mooi, niet altijd gemakkelijk maar gewoon: gewoon mooi. Ouderdom van een mens is reden voor dankbaarheid en respect. Als een maatschappij oud wordt – en dat gebeurt gelukkig – dienen dankbaarheid en respect vertrekpunten te zijn, zodat men gewoon oud kan zijn. Het wordt weer tijd voor gewoon oud.
Laten we met oud en nieuw klinken op gewoon oud.