Regie van een opera is complex. De vraag is wie de regie voert en of er één regisseur is. Klassiek zijn de verschillende posities van dirigent en regisseur; muziek als leidend thema versus de uitbeelding van de verhaallijn. De partituur ondergeschikt aan de acteur of de acteur ten faveure van de zang. Evenwicht, de balans tussen beide is het ideaal. Opera is muziek en toneel. Het gaat om balans. Balans zoeken leidt hier tot ‘ polderen’. Tijdens een open dag van Opera Zuid bleek polderregie praktijk. Er waren vier regisseurs en de dirigent. De laatste was kwantitatief van ondergeschikt belang. Er was geen ‘ art directory’.
Vragen? Inderdaad, er was veel discussie over alles en het was niet altijd (?) efficiënt, was het antwoord. Maar het vermeed routine en kortzichtigheid. Het gaat om het creatief proces, niet om doelmatigheid. Bijwonen van een deel van de repetitie lichtte een tipje van de sluier op.
Het beeld van ‘repetities’ in de Tweede Kamer drong zich op. De Tweede Kamer lijkt op een stuk zonder regie, schrijft Wanda Reisel. En de leden van die kamer vertellen ieder hun eigen verhaal onwetend welk stuk zij spelen; steeds hetzelfde verhaal; tekstvast én kortzichtig. Creativiteit is er ver te zoeken. Is polderregie creatief of wordt het ideaal van de opera per definitie aangetast?
De repetitie toonde de leidende elementen voor de gekozen wijze van uitvoering. Danspasjes, ruimtelijke opstelling en toneeldynamiek werden – al discussiërend – steeds ‘beter’. Misschien kon het tempo daar iets langzamer, de klankkleur elders wat voller. De componist en de dirigent als middel tot een nieuwe creatie. De ‘figuranten’ deden lijdzaam hun best. Waarom mengden zij zich niet in de discussie? Kijk en zie hoe de regie in handen is van personen, die zelf geen rol spelen. Een herkenbaar ‘democratisch’ beeld.
De ervaring – als buitenstaander – met de polderregie dwingt tot reflectie. Bij de opvoering zal het publiek over het resultaat oordelen. Maar kan dat wel zonder de argumenten en keuzes tijdens de polderregie te kennen? Misschien is opvoering van diverse varianten noodzakelijk. Uitleg vooraf lijkt minimaal vereist, hoewel dat de autonome ervaring bedreigt.
Een extra uitdaging bestaat er voor regisseurs, indien de opera ‘gedateerd’ is. Dat vraagt – door wie? – om ‘vertaling’ naar het hier en nu. Regietheater! Ook al is de componist/schrijver zeer duidelijk geweest over, instructies en accenten, menig regisseur gaat op zoek naar de ‘vertaling’ naar het huidige tijdsgewricht. Die duidelijkheid was bij deze componist en opera aanwezig, zoals een van de regisseurs onderstreepte. Maar toch vond het viertal.. toegevoegde waarde …… valkuilen …. positionering ……
Regietheater wil een oorspronkelijk kunstwerk in de huidige tijdgeest plaatsen. Herinterpretatie isnoodzakelijk meent men; de schepper van het oorspronkelijk kunstwerk de huidige context niet kon kennen. Rembrandt en van Gogh overgeschilderd. De arrogantie van theaterregie past in de tijdgeest evenals polderregie. Arrogantie t.o.v. de ‘gedateerde’ componist én t.o.v. het ‘domme’ publiek. Tot overmaat wordt de ‘vertaling’ door polderregie babylonisch.
De (opera)componist Richard Rijnvos zei onlangs in een interview ‘Een maatschappij die zichzelf respecteert, ziet ook in dat echt waardevolle dingen in het leven immaterieel zijn. Maar wel geld kosten.’ Mee eens. Daarmee blijft doelmatigheid – ook in de kunst – een nuttig criterium is. Wereldwijd zijn – helaas – subsidies voor kunst de afgelopen decennia afgenomen. Opera uitvoeringen verschralen, eerst in het aantal uitvoerende musici, vervolgens in decoratie en tenslotte in kwaliteit. De regie ‘bloeit’. Het probleem met polderregie is meer dan ondoelmatigheid. Het maakt het gebrek aan visie, verantwoordelijkheid en leiderschap duidelijk. En het leidt tot onverschilligheid bij toeschouwers en spelers. Het verschil in realisatie van politiek en kunst is in Nederland gering. Inderdaad, dynamiek en excellentie zijn on(der)geschikt in een polder.