Verkeersborden

Sinds enige tijd is er in Nederland sprake van een wildgroei aan verkeersborden volgens de minister van Verkeer. Sinds de invoering van de maximum snelheid op de autowegen van 130 km per uur is het er niet beter op geworden. Tussen Eindhoven en Maastricht staan om de twee afritten borden, die ‘uitnodigen’ tot afremmen of gas geven. Ook is enige tijd geleden vastgesteld, dat een deel van de verkeersborden niet officieel is. Dat kan niet, omdat in 1968 in Wenen tijdens een internationale conferentie is vastgesteld welke regels er voor dergelijke borden gelden. De verkeersborden van bijna alle landen zijn gelijk met onderscheid tussen borden met verbod, gebod, waarschuwing en aanwijzing.

Er zijn in Nederland 125 verkeersborden. De minister van Verkeer vond het een rommeltje en wilde daar een einde aan maken. En wat doet de politiek in Nederland dan. Inderdaad: een meldpunt. Dus is er in samenwerking met de ANWB een meldpunt opgericht voor verkeersborden die onjuist, onleesbaar of onduidelijk zijn. De transparante ANWB laat op een website zien dat er anno nu 135 meldingen zijn, waarvan 1 nieuw is en 20 inmiddels zijn opgelost; 114 zijn ‘in behandeling’. Het moet soms lastig zijn een melding op te lossen, want doorklikkend is te lezen dat de locatie van het verkeersbord niet altijd bekend is of dat het verkeersbord onbekend is. Grappig is dat er lege verkeersborden zijn en dat wordt dan ook weer gemeld. Ook is een probleem, dat het gemelde niet over een verkeersbord gaat. Een voorbeeld: “in een straat is 50km toegestaan.  Er zijn wegwerkzaamheden die worden aangegeven alleen blijft de 50 km nog steeds actief. Nu blijft de 50 km tijdens wegwerkzaamheden 50.Dit geeft gevaarlijke situaties en hebben zich al bijna ongevallen met voetgangers voorgedaan.”

Ook gemeenten zien het aantal verkeersborden niet meer zitten. De een na de ander heeft in het afgelopen jaar aangekondigd een telefonisch meldpunt in te richten waar de burger overbodige borden kan ‘aangeven’. Plots gelooft iedereen “less is more”, maar alleen bij verkeersborden. Overigens zou de consequentie van zo een oproep wel eens kunnen zijn dat ieder zijn eigen verkeersbord wil. Het bord dat waarschuwt voor een dove kat is daar een voorbeeld van (zie later).

Minder verkeersborden of  juist meer? Een tijdje geleden ontstond er in Nederland een discussie over een mogelijk discriminerende verkeersbord, te weten een bord dat wees op overstekende bejaarden. Met name de afbeelding op het verkeersbord (twee gebogen oudjes arm in arm met een stok) moest het ontgelden. Een dergelijke discussie is nooit gevoerd n.a.v. (afbeeldingen op) verkeersborden over schoolgaande kinderen of overstekende padden.
http://us.cdn1.123rf.com/168nwm/prawny/prawny0902/prawny090200099/4376983-ouderen-waarschuwing-geisoleerd-op-een-witte-achtergrond.jpg    http://www.lokalepolitie.be/sites/5415/images/stories/artikel/verkeersbord-school.jpghttp://auto-en-vervoer.infonu.nl/artikel-fotos/lautof/131117102811.jpg
In Engeland en Ierland staan waarschuwende borden die wijzen op overstekende ouderen al lang. In Australië staan verkeersborden die wijzen op de aanwezigheid van een verpleeghuis of een bejaardenoord. Waarom zou dat discriminerend zijn en een verkeersbord dat wijst op de aanwezigheid van een school niet? Borden die wijzen op bejaarden zijn er veel te weinig. Het wordt ook hoog tijd voor zulke borden ook in Nederland, zo stellen vertegenwoordigers van ouderen. En gelijk hebben ze. Een eigen verkeersbord is een blijk van status, erkenning en zeldzaamheid. Van de met uitsterven bedreigde kiwi in Nieuw Zeeland bestaan meer waarschuwingsborden dan er kiwi’s zijn. In Australië heeft de bedreigde koala beer zijn eigen bord evenals de wombat. Het niet krijgen van een eigen verkeersbord wijst erop dat men niet gezien wordt, overbodig is. In Nieuw Zeeland liggen de wegen bezaaid met platgereden buidelratten. Het is inderdaad een plaag en het platrijden van buidelratten schijnt een geliefde ‘sport’ te zijn voor Nieuw Zeelanders, wat tot menig gevaarlijke situatie leidt. Er is niet één verkeersbord te vinden dat waarschuwt voor de buidelrat.

Een verkeersbord is een teken van (h)erkenning. Het is discriminerend dat er in Nederland zo weinig borden zijn voor bejaarden of voor mensen met (andere) beperkingen. Eén dove kat krijgt een dubbel eigen bord dat aan duidelijkheid niets te wensen over laat maar de beeltenis op een bord voor dove mensen – het bord is een zeldzaamheid in Nederland – laat veel te raden over. Burgers met gezichtbeperkingen stellen reeds enige tijd vast dat veel verkeersborden voor hen onleesbaar en dus levensgevaarlijk zijn. Een dove kat scoort beter dan slechthorende burgers als het om verkeersborden gaat.

http://www.veiligverkeernederland.nl/system/files/dovepoes.jpg   Verkeersborden voor de doven
Als de minister van Verkeer met ‘rommeltje’ bedoelde dat er geen duidelijk en consistent beleid is in verkeer en borden dan had hij daar gelijk in, maar dat betekent niet dat er te veel borden zijn.  Er zijn verkeerde borden.

Author: Wim van den Heuvel

W.J.A. (Wim) van den Heuvel is born in Nuenen, the Netherlands. He is professor emeritus of the University of Groningen and of Maastricht University, the Netherlands, but still works as advisor/consultant/researcher. After Grammar School (Dutch: ‘Gymnasium’), he got his masters in Sociology and his PhD (thesis on ‘Adjustment in Nursing Homes’) at Radboud University Nijmegen. After assistant Professor at the Institute of Social Medicine, and of the Gerontology Centre, Radboud University Nijmegen (1969-1975) he was pointed as Director of the Institute of Social Oncology (Dutch Cancer Society, KWF), Amsterdam (1976 -1980). In 1979 Queen Juliana appointed him as Professor of medical sociology, University of Groningen, Faculty of Social Sciences and Faculty of Medicine. In 1989 he also became Scientific Director of the Northern Centre for Health and Research University of Groningen. In the period 2000-2005 he was working as Professor in Rehabilitation and Handicap Maastricht University, Maastricht, also acting as Director General Institute for Rehabilitation Research and as Scientific Director of Research school of Primary Health Care Research (CaRe), Maastricht University. He was visiting professor at Syracuse University USA (1975), the University of Vienna, Austria (1997) and Titu Maiorescu University, Bucharest, Romania (2008). Besides visiting professorships he made study tours to Brazil, Australia, China, Cuba, India, New-Zealand and USA. During his professorship he supervised successfully 61 PhD students. He was project leader of various international research and development projects (financed by EU or the Dutch Ministry of Foreign Affairs), including subjects like developments of primary health care, palliative care, home care for the aged, primary health care, care for specific diagnosis like cancer, rheumatoid arthritis, and spina bifida. These projects included researchers and practitioners from Belgium, Croatia, Czech Republic, France, Germany, Greece, Ireland, Italy, Norway, Poland, Romania, Slovenia, Slovakia, Sweden, Switzerland, and United Kingdom. He received various rewards, including Academy Medal University PJ Safarit, Kosice, Slovakia, Honorary member of Romania Society of Family Medicine/General Practice, Romania, Honorary member of the European Society of Health and Medical Sociology, Honorary member Academy of Medical Sciences, Romania, Academy Medal University of Groningen, The Netherlands, Officer in Royal Order Oranje Nassau, The Netherlands, Siglium University of Krakow. He chaired – and still chairs - various national and international committees all related to scientific research in health care and gerontology.

Leave a Reply

Your email address will not be published.


Required