Op 20 mei jl. is een schitterend boek ‘De architectuur van de ouderenhuisvesting’ aangeboden aan Mevr. H. d’Ancona. Het boek geeft een goed beeld van de ontwikkeling van het huisvestingsbeleid voor bejaarden na de tweede wereld oorlog. De ontwikkeling van dat beleid wordt mede gerelateerd aan de ontwikkelingen in de gezondheidszorg(beleid) en het bejaardenbeleid. Dit laatste wordt te veel gezien vanuit de ‘gebouwde omgeving’. Overwegingen, die in het bejaardenbeleid in de laatste 50 jaar speelden zoals integratie, zorgdenken, bezuinigingen, beheersing van groei en participatie, worden niet in de analyse betrokken. Maar dat neemt niet weg, dat dit boek een waardevol document is over de ‘bejaardenhuisvesting’ en – deels onbedoeld – de uitsluiting van bejaarden demonstreert.
Ter gelegenheid van het verschijnen van dit boek is op dezelfde dag een forumdiscussie georganiseerd. Deskundigen (architectuur, woonzorg, integraal zorgmanagement) en ik mochten kanttekeningen plaatsen bij de ontwikkelingen in de bejaardenhuisvesting(beleid) van de laatste halve eeuw. De deskundigen waren het erover eens, dat wonen ook voor bejaarden zoveel mogelijk op maat moet zijn, dat iedere oudere anders is, dat er te veel volgens normen moet worden gebouwd, dat meer diversiteit in het stapelen van stenen gewenst is en dat er meer keuze moet zijn.
Dergelijke eensgezindheid steekt schril af tegen de werkelijkheid anno 2009. Natuurlijk zijn er enkele voorbeelden in het land te vinden van hoe het kan, maar de meerderheid van de bejaarden heeft niet veel te kiezen. En wordt – vroeger of later; en steeds meer later – gehuisvest in de woonzorgcombinaties, die voor 50 jaar zijn gebouwd. En dat mocht van de expert in woonzorg wel terug naar 30 jaar. Dat betekent dat u en ik er waarschijnlijk nog in moeten wonen, als u nu niet voor iets anders kiest.
En daar zit dus het probleem. Mensen in een kwetsbare situatie hebben niet veel te kiezen, niet als het om de zorg gaat, en ook niet als het om wonen gaat. En die stenen zijn gestapeld.
Op het einde van het forum kwam de vraag aan de orde: is er toekomst voor ouderenhuisvesting?
Zeker, meent de architect, een groeimarkt. Er wordt zo gebouwd, dat binnen een woning draagwanden afwezig zijn. Dat maakt de woning levensloopbestendig. Er kunnen kamers van 150 vierkante meters gemaakt worden. Dan kunnen de bejaarden dus weer op zaal? Natuurlijk, zegt de woonzorgondernemer, een interessante markt. De huidige bejaardenoorden zijn inderdaad achterhaald. Maar zij kunnen heel goed omgebouwd worden tot verpleeghuizen. Wordt dan eindelijk de belofte van eenpersoonskamers in verpleeghuizen, die diverse staatssecretarissen hebben gedaan, ingelost, zij het met tien jaar vertraging en ongeacht de vraag of iedereen dat wil?
Ja, zegt de deskundige integraal zorgmanagement, met meer variatie, kleinschaligheid en diverse zorgcombinaties.
Ik vind, dat het afgelopen moet zijn met bejaardenhuisvesting. Te lang is door ambtenaren, technici en zorgverleners bepaalt hoe ouderen, vooral als ze zorgbehoeftig worden, moeten wonen. Wonen is voor iedereen belangrijk. Voor iedereen geldt, dat een woning veilig dient te zijn, comfort moet bieden, op verschillende wijze, afhankelijk van leefstijl en smaak, ingericht moet kunnen worden. Voor mensen van 70 is dat niet anders dan voor mensen van 25. Laat architecten hun creativiteit gebruiken om veiligheid, comfort en flexibiliteit te realiseren. Met de beschikbare technologie en bij een goede organisatie kan veel zorg, inclusief verpleeghuiszorg, aan huis geleverd worden. Laat Nederland in die technologie en die zorgorganisatie investeren en gewoon goede woningen bouwen. Het beleid van bejaardenhuisvesting heeft geleid tot standaard woningen, die niemand past, tot gebrek aan keuze en tot insluiting van bejaarden, en dus tot uitsluiting. Als u het niet gelooft: kijk in ‘De architectuur van de ouderenhuisvesting’.