In en uit

Goed nieuws. Vierhonderd miljoen extra voor mensen met een chronische aandoening en/of een functiebeperking. Het helpt tegen de achteruitgang van inkomen bij deze maatschappelijk kwetsbare burgers. Een complimentje voor de twee bewindslieden. Hoe anders was dat drie jaar geleden. Toen paste achteruitgang in koopkracht voor deze doelgroep in het algemeen beeld. Dat was inclusief beleid. Geen aandacht voor afzonderlijke doelgroepen.

Doelgroep dat is ook goed nieuws: het doelgroepenbeleid is weer terug in het beleid van volkgezondheid en welzijn. Op een conferentie over ouderenzorg op 26 september jl. stelde een vertegenwoordiger van het ministerie van VWS: ‘doelgroepenbeleid is noodzakelijk’. Nederland treedt terug op de schreden van inclusief beleid, ‘design4all’, zo lijkt het. De symptomen zijn er: een nieuw programmatische aanpak van chronische ziekten (hopelijk vergeet men de mensen niet), een nationaal programma ouderenzorg, plannen voor een versterking van het patiëntenperspectief en …..

Er zijn ook symptomen, die erop wijzen dat de ‘chronisch zieken en gehandicapten’ nog niet zijn ‘uitgeziekt’. De uitvoering van de nieuwe ‘Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten’ (Wtcg) is problematisch, onder andere omdat de afbakening van de doelgroep niet duidelijk is. Als doelgroepenbeleid noodzakelijk is lijkt een eerste vereiste deze doelgroep eenduidig te definiëren. Het is toch niet zo moeilijk om te zorgen dat mensen met een functiebeperking (die een ontheffing hebben) (langer) kunnen parkeren, ook op een ‘niet-gehandicapten-parkeerplaats’, in alle gemeenten van Nederland?.

Symptomen bestrijden brengt risico’s met zich. Het kan levensgevaarlijk zijn. ‘Zachte heelmeesters maken stinkende wonden’ en ‘Het kwaad moet men bij de wortels aanpakken’ zijn Nederlandse uitspraken, die roepen om een structurele aanpak; ook als het doelgroepenbeleid betreft. Die aanpak ontbreekt echter; niet alleen in Nederland, in alle EU landen. Pogingen vanuit het Europees parlement en met een Europese lobby om een kader te scheppen voor een adequaat ‘disability policy’ zijn mislukt. Vrijblijvend is troef.
Overal in Europa hebben mensen met een chronische aandoening of een functiebeperking een achterstand. Of het nu gaat om maatschappelijk participatie (werk, sociale contacten) of welbevinden.
We rommelen – terecht – wat aan het inkomen, maar we blijven deze burgers uitsluiten. Vierhonderd miljoen voor 2 miljoen Nederlanders; 17 miljard voor hoeveel bankiers? Tijd voor actie of  heeft u geen aandeel?

Author: Wim van den Heuvel

W.J.A. (Wim) van den Heuvel is born in Nuenen, the Netherlands. He is professor emeritus of the University of Groningen and of Maastricht University, the Netherlands, but still works as advisor/consultant/researcher. After Grammar School (Dutch: ‘Gymnasium’), he got his masters in Sociology and his PhD (thesis on ‘Adjustment in Nursing Homes’) at Radboud University Nijmegen. After assistant Professor at the Institute of Social Medicine, and of the Gerontology Centre, Radboud University Nijmegen (1969-1975) he was pointed as Director of the Institute of Social Oncology (Dutch Cancer Society, KWF), Amsterdam (1976 -1980). In 1979 Queen Juliana appointed him as Professor of medical sociology, University of Groningen, Faculty of Social Sciences and Faculty of Medicine. In 1989 he also became Scientific Director of the Northern Centre for Health and Research University of Groningen. In the period 2000-2005 he was working as Professor in Rehabilitation and Handicap Maastricht University, Maastricht, also acting as Director General Institute for Rehabilitation Research and as Scientific Director of Research school of Primary Health Care Research (CaRe), Maastricht University. He was visiting professor at Syracuse University USA (1975), the University of Vienna, Austria (1997) and Titu Maiorescu University, Bucharest, Romania (2008). Besides visiting professorships he made study tours to Brazil, Australia, China, Cuba, India, New-Zealand and USA. During his professorship he supervised successfully 61 PhD students. He was project leader of various international research and development projects (financed by EU or the Dutch Ministry of Foreign Affairs), including subjects like developments of primary health care, palliative care, home care for the aged, primary health care, care for specific diagnosis like cancer, rheumatoid arthritis, and spina bifida. These projects included researchers and practitioners from Belgium, Croatia, Czech Republic, France, Germany, Greece, Ireland, Italy, Norway, Poland, Romania, Slovenia, Slovakia, Sweden, Switzerland, and United Kingdom. He received various rewards, including Academy Medal University PJ Safarit, Kosice, Slovakia, Honorary member of Romania Society of Family Medicine/General Practice, Romania, Honorary member of the European Society of Health and Medical Sociology, Honorary member Academy of Medical Sciences, Romania, Academy Medal University of Groningen, The Netherlands, Officer in Royal Order Oranje Nassau, The Netherlands, Siglium University of Krakow. He chaired – and still chairs - various national and international committees all related to scientific research in health care and gerontology.

Leave a Reply

Your email address will not be published.


Required