Het was niet op de televisie in Nederland, maar wel in België: een staking in Roemenië. Stakingen in Roemenië zijn nieuws. Roemenen leggen zich bij – ook ernstige – feiten meestal neer zo leert de geschiedenis. Zij buigen het hoofd en lijden in stilte.
Nog opvallender waren de stakers: werkers in de gezondheidszorg in Boekarest. Ze staken ‘beurtelings’ al enkele maanden. Ze eisen dat de regering de bijdrage aan de gezondheidszorg verhoogt tot 6% van het bruto binnenlands product. Roemenië besteedt het minste aan de gezondheidszorg binnen de EU en heeft de slechtste gezondheidsindicatoren. Er is dus reden tot ‘enige ongerustheid’.
Inmiddels heeft ook de koepel van Roemeense artsen zich aangesloten bij de staking. De regering heeft toegezegd over de brug te komen, maar de meeste werkers zijn er niet gerust op. Daar zijn ook goede redenen voor.
De Roemeense huisartsenvereniging kwam recentelijk haastig met het bericht dat deze de staking niet steunde. Immers, de minister van Volksgezondheid is met de huisartsen in gesprek over een hervorming van het zorgstelsel, waarbij de huisartsen een grotere rol zouden spelen. ‘Eigen volk eerst’ is ook bij bestuurders van artsenverenigingen in Roemenië een geliefde slogan aan het worden.
Er is geen twijfel dat een grotere inzet voor de volksgezondheid nodig is. Tot nu toe hebben alle regeringen uitverkoop gehouden van de Roemeense ‘kroonjuwelen’ via chaotische decentralisatie, waarbij ‘eigen volk eerst’ ook gold voor de politici. Daarbij hebben de Europese subsidies een sterke bijdrage geleverd aan de ‘zelfverrijking’ van politici, die deelnamen in diverse ondernemingen (veelal met familieleden in lucratieve en hoogbetaalde ‘banen’). Van de vele nieuwe hotels en winkelcentra in de grote steden blijken leden van het parlement en bewindslieden de eigenaar. De toezichthouders op de besteding van de Europese subsidies hebben daarbij verzuimd de door de EU hiervoor ingevoerde (anticorruptie) regels toe te passen. Het gevolg is een kleine, rijke (politiek gerelateerde) bovenlaag en een grote groep burgers die onder de armoede grens leeft, werkeloos is en tot slaven arbeid (meer dan 12 uur per dag werken zonder contract, laag of geen loon, gedwongen verblijf op de arbeidsplek en veel ongevallen) is gedwongen. Er is endemische armoede.
Er kan in zo een situatie geen twijfel bestaan over het belang van een sterke eerste lijn (verpleegkunde, geneeskunde, sociale opvang) voor de gezondheidszorg aan en de gezondheidstoestand van de Roemenen. Voor de gezondheidszorg zijn gekwalificeerde professionals (artsen en verpleegkundigen), toegankelijke zorgpraktijken en voldoende personeel nodig, naast samenwerking tussen de instanties verantwoordelijk voor zorg en sociale zekerheid. Deze randvoorwaarden zijn afwezig in Roemenië.
Voor de gezondheidstoestand is nodig dat de bevolking kennis heeft over gezond gedrag en risicofactoren, en middelen heeft om gezond te leven. Ook hier ontbreekt het aan.
De minister van Volksgezondheid heeft plannen voor een hervorming van het zorgstelsel per 1 februari 2014. Eerder zijn de budgetten van ziekenhuizen gekort, waardoor er aan alles gebrek is in de ziekenhuizen (gebrek aan onderhoud, resulterend in slecht of niet functionerende apparatuur, tekort aan medicijnen, deels gesloten laboratoria, patiënten dienen zelf voor beddengoed en eten te zorgen). Toch gaan patiënten vaak rechtstreeks naar een ziekenhuis door gebrek aan eerste lijnszorg. Veel huisartsen werken in deeltijd om elders een voldoende inkomen te verkrijgen. Huisartsen mogen patiënten maar beperkt behandelen (eens in de drie maanden een consult) of de patiënt moet het zelf betalen. Voor een verrichting krijgt de huisarts € 20 vergoed; een ziekenhuis ontvangt € 400 per verrichting (voor dezelfde als die van de huisarts).
Wat is het nieuwe plan? Verzekerde patiënten (hoeveel dat er precies zijn is een onderwerp van discussie) moeten bij klachten eerst naar een huisarts. Niet verzekerde burgers krijgen geen zorg tenzij zij het zelf betalen. Er is een lijst van 300 diagnoses die de huisarts moet behandelen (de patiënt mag niet in het ziekenhuis behandeld worden). De patiënten ondergaan een verplichte gezondheidscontrole: eens in de 3 jaar voor 18-40 jarigen; eens per jaar voor mensen boven de 40 jaar.
Gaan de huisartsen dat doen? Nee, want er zijn er niet genoeg en ze zijn niet voldoende uitgerust. Waarom distantiëren zij zich dan? Omdat voor het bestuur van de huisartsen het gesprek met de minister lucratiever is dan opkomen voor de volksgezondheid van de Roemeense burgers. Meer en meer bestuurders van verenigingen en instellingen menen dat ‘eigen volk eerst’ ook voor hen moet gelden.
Roemeense toestanden zijn een voorbeeld voor de toekomst in Nederland. In de afgelopen decennia heeft ook Nederland veel publieke diensten en nationale bezittingen geprivatiseerd. Ook hier is de opbrengst ervan ongelijk verdeeld en heeft de belastingbetaler er weinig baat bij. De lasten zijn wel voor hem. Ook in Nederland is bij bestuurders en politici ‘eigen volk eerst’ een groeiend fenomeen. Steeds vaker komen beschuldigingen over mogelijke fraude bij hen voor, maar blijken – evenals in Roemenië – moeilijk te ‘bewijzen’. Nederlandse oud-bestuurders en oud-politici komen buiten proportioneel vaak terecht in lucratieve bijbanen om ‘toezicht’ te houden op instellingen, stichtingen en verenigingen.
De Nederlandse burgers moeten weer leren het zelf uit te zoeken en voor zich zelf te zorgen. We kunnen leren van de Roemenen. Toch zal het niet mee vallen. Ook in Nederland wordt de zorg karig en groeit de armoede. Hopelijk komt het niet tot (meer) Roemeense toestanden.