De oudsten.

Tijdens de World Health Summit in Kyoto op 13 april 2015 is de rol van de eerste lijnszorg in een
‘super-ageing society’ bediscussieerd. Dat het in Japan een super-ageing society heet is geen toeval. Japan heeft relatief de meeste oudste mensen ter wereld; 100 jaar is gewoon aan het worden. West-Europa is lang nog niet zo ver. Toch maken beleidsmakers in Europa zich al jaren zorgen over de kosten voor behandeling en zorg van de oudste mensen. Die zorgen hebben de laatste decennia helaas niet tot nieuw beleid geleid.
Toch is er veel veranderd, maar sommige dingen niet. Ondanks alle wetenschappelijke en technologische vooruitgang geldt het oude spreekwoord ‘ouderdom komt met gebreken’. En de oplossing uit de vorige eeuw bleef – tot voor kort – in zwang: de oudsten opbergen. Over die gebreken is wel meer bekend. Ze zijn een gevolg van leefstijl en chronisch zoals suikerziekte, hart/ vaat aandoeningen en beroerte en leiden – ondanks behandeling – tot toenemende zorgbehoefte en afhankelijkheid. Die afhankelijkheid kondigt zich ook op tijd aan: frailty. Op tijd betekent veelal 80 jaar. Beide (chronische aandoeningen en afhankelijkheid) tasten de kwaliteit van leven van de oudsten aan. Beide zijn ook ongelijk verdeeld: mensen met een lage economische status ontwikkelen ze eerder en vaker en gaan ook eerder/sneller dood. Wat te doen?

Is er iets aan te doen? Deels. Aan de economische status is na middelbare leeftijd niet meer zoveel te doen maar wel aan leefstijl en afhankelijkheid, dus aan chronische aandoeningen en frailty. De oplossing ligt in de eerstelijnszorg en daar werd dus in Kyoto over gesproken. Dat is eigenlijk niet zo nieuw (denk aan Almaty), maar niet minder nodig. Toegankelijkheid tot preventieve voorzieningen en zorg is voor ieder van belang maar meer nog voor mensen met een lage sociaal-economische status. Juist voor hen in een goede eerstelijnszorg essentieel. Het bevordert ‘health for all’ en ‘equity in health services’. Huisartsen en (wijk)verpleegkundigen vormen de kern van de eerste lijnszorg, die gesitueerd is in de wijk/buurt/dorp. Een goed voorbeeld is nog in Cuba te vinden, maar de recente toenadering Cuba-VS doet vrezen.

Zonder goede eerstelijnszorg belanden mensen – vooral de oudsten – onnodig in een ziekenhuis en dat is voor hen ook de gevaarlijkste plek. Goede eerste lijnszorg betekent preventie en zorg toegespitst op een gemeenschap (wijk, buurt, dorp). Dat betekent ook toegankelijkheid en een integrale aanpak. In een verouderende samenleving hebben huisarts en verpleegkundigen veel aan de oudsten te bieden. In de eerste plaats, dat niet de ziekte of de gebreken centraal staan maar de persoon. Advies, ondersteuning en zorg zijn toegankelijk, om de hoek, en bereikbaar en haalbaar voor de oudsten, waarbij een deskundige mix van gezondheidspreventie, behandeling en zorg thuis met ondersteuning van de omgeving, en individuele en sociale aandacht centraal staat. Een integrale aanpak dus. Daarbij kan ook bij de oudsten technologie ondersteunend zijn. Het belangrijkste is evenwel het menselijk aspect: de samenleving toont dat zij de oudsten waarderen en dat zij een plaats in de gemeenschap verdienen. Eindelijk weer respect in plaats van opbergen.

Het is eigenlijk verwonderlijk, dat het zo lang geduurd heeft dat de directe omgeving – samen met de locale autoriteiten – de verantwoordelijkheid op zich neemt (moet nemen) om voor de oudsten klaar te staan. Deze cultuuromslag is nu gaande als ‘decentralisatieproces’. Voor de oudsten is dit echter geen feest. Integendeel. Wat is het probleem? Natuurlijk, is een dergelijke cultuuromslag niet eenvoudig. Toch heeft de Nederlandse centrale overheid – overigens om minder humane motieven – een dergelijk decentralisatie opgelegd zonder zich te bekommeren om de voorwaarden, die een dergelijke cultuuromslag veilig maken. In Kyoto is een van die voorwaarden verkend: de eerste lijns zorg. De Nederlandse centrale overheid zit met de handen in het haar en is de eerste lijn – ondanks mooie onderzoeksprogramma’s – vergeten. Jammer voor de oudsten van nu. Er is veel werk aan de winkel voordat nu oude mensen met een gerust hart de oudsten kunnen zijn.

Author: Wim van den Heuvel

W.J.A. (Wim) van den Heuvel is born in Nuenen, the Netherlands. He is professor emeritus of the University of Groningen and of Maastricht University, the Netherlands, but still works as advisor/consultant/researcher. After Grammar School (Dutch: ‘Gymnasium’), he got his masters in Sociology and his PhD (thesis on ‘Adjustment in Nursing Homes’) at Radboud University Nijmegen. After assistant Professor at the Institute of Social Medicine, and of the Gerontology Centre, Radboud University Nijmegen (1969-1975) he was pointed as Director of the Institute of Social Oncology (Dutch Cancer Society, KWF), Amsterdam (1976 -1980). In 1979 Queen Juliana appointed him as Professor of medical sociology, University of Groningen, Faculty of Social Sciences and Faculty of Medicine. In 1989 he also became Scientific Director of the Northern Centre for Health and Research University of Groningen. In the period 2000-2005 he was working as Professor in Rehabilitation and Handicap Maastricht University, Maastricht, also acting as Director General Institute for Rehabilitation Research and as Scientific Director of Research school of Primary Health Care Research (CaRe), Maastricht University. He was visiting professor at Syracuse University USA (1975), the University of Vienna, Austria (1997) and Titu Maiorescu University, Bucharest, Romania (2008). Besides visiting professorships he made study tours to Brazil, Australia, China, Cuba, India, New-Zealand and USA. During his professorship he supervised successfully 61 PhD students. He was project leader of various international research and development projects (financed by EU or the Dutch Ministry of Foreign Affairs), including subjects like developments of primary health care, palliative care, home care for the aged, primary health care, care for specific diagnosis like cancer, rheumatoid arthritis, and spina bifida. These projects included researchers and practitioners from Belgium, Croatia, Czech Republic, France, Germany, Greece, Ireland, Italy, Norway, Poland, Romania, Slovenia, Slovakia, Sweden, Switzerland, and United Kingdom. He received various rewards, including Academy Medal University PJ Safarit, Kosice, Slovakia, Honorary member of Romania Society of Family Medicine/General Practice, Romania, Honorary member of the European Society of Health and Medical Sociology, Honorary member Academy of Medical Sciences, Romania, Academy Medal University of Groningen, The Netherlands, Officer in Royal Order Oranje Nassau, The Netherlands, Siglium University of Krakow. He chaired – and still chairs - various national and international committees all related to scientific research in health care and gerontology.

Leave a Reply

Your email address will not be published.


Required