Het gebrek aan durf en visie: EPD

Een Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) is een geweldig hulpmiddel om informatie over patiënten systematisch vast te leggen en vervolgens, indien nodig, informatie uit te wisselen tussen hulpverleners en zorginstellingen, waarbij desgewenst de patiënt eigen aanvullingen kan geven. Het EPD verhoogt de veiligheid in de zorg, voorkomt problemen en biedt de mogelijkheid om ontwikkelingen in ziekte en effecten van behandelingen systematisch te documenteren. Hulpverleners en wetenschappers likken hun vingers al jaren af als zij over een EPD dromen. Maar dromen zijn bedrog. Eerst worden die ruw verstoord door het geblaf van de privacy waakhond. Daarmee is de droom direct voorbij. Dit beest – zoals alle beesten – vindt het eigen bestaan van meer gewicht dan de veiligheid en kwaliteit van zorg van miljoenen mensen.

Is de EDP bedrog? Nee, een droom, die geen werkelijkheid kan worden, door gebrek aan durf en visie in het overheidsbeleid. Dat invoering van een EPD moeilijk zou zijn was bekend. Dat de minister van VWS een datum voor invoering vastlegde was onverstandig en dat hij geen lering heeft getrokken uit andere, soortgelijke pogingen was dom. Een zeer leerzame en mislukte poging was de ontwikkeling van het Hulpmiddelen Informatie Systeem (HIS).

Het belang van een eenduidige registratie van hulpmiddelen naar kwaliteit (inclusief veiligheid, gebruikersvriendelijkheid, duurzaamheid e.d.) en prijs voor mensen met een functiebeperking, voorschrijvers van die hulpmiddelen en betalers ervan is evident. De systematiek, logistiek en inhoudelijke informatie waren reeds ontwikkeld en getest door twee onafhankelijke instituten. De toenmalige directeur-generaal bij VWS, kennis nemend van de stand van zaken, meende dat invoering inderdaad kon geschieden.
Tijdens een conferentie met alle partijen, belegd om ‘met toestemming van het veld’ tot invoering over te gaan, bleken importeurs en producenten van hulpmiddelen bezwaren te hebben tegen de invoering. Achter zogenaamde technische problemen lag het ‘fundamentele’ bezwaar van deze partij, dat met de invoering kosteneffectiviteit vergelijking van producten mogelijk werd. Het verzet van de ‘markt’ tegen invoering was groot. De partijen wilde een aangepast systeem. VWS besloot ter plekke het voorliggend voorstel los te laten en een tiental miljoen euro uit te trekken om een nieuw systeem te maken in overleg met alle partijen. Er werd een nieuwe taskforce opgericht, die enkele malen grote feesten heeft georganiseerd, maar nooit met een HIS is gekomen. Had VWS toen, conform de state of the art handelend, doorgezet dan waren tientallen miljoenen niet weggegooid en was er een HIS beschikbaar geweest, dat zelf ook een aanzienlijke besparing zou hebben opgeleverd in de hulpmiddelenkosten.

De lessen zijn. Laat onafhankelijke, deskundige instituten een model ontwikkelen en uittesten. Wijs belangengroeperingen op het belang van hun inhoudelijke inbreng. Sluit commerciële belangen buiten. Dat vraagt durf. Neem als overheid de regie. Dat vraagt visie. Neem de tijd voor implementatie. Neem kennis van de wet, dat met meer technologie er meer fouten komen. Leg een dergelijk systeem op; vraag dus niet om ‘toestemming’.

Inmiddels is de invoering van het EPD uitgesteld. Een les is geleerd. Nu de andere nog. Dan wordt de droom ooit werkelijkheid. Ooit, want tegen de tijd dat Nederland een EPD heeft, vraagt de EU – onder druk van de internationaal opererende zorgverzekeraars – om een Europees Patiënten Dossier (€PD).

Author: Wim van den Heuvel

W.J.A. (Wim) van den Heuvel is born in Nuenen, the Netherlands. He is professor emeritus of the University of Groningen and of Maastricht University, the Netherlands, but still works as advisor/consultant/researcher. After Grammar School (Dutch: ‘Gymnasium’), he got his masters in Sociology and his PhD (thesis on ‘Adjustment in Nursing Homes’) at Radboud University Nijmegen. After assistant Professor at the Institute of Social Medicine, and of the Gerontology Centre, Radboud University Nijmegen (1969-1975) he was pointed as Director of the Institute of Social Oncology (Dutch Cancer Society, KWF), Amsterdam (1976 -1980). In 1979 Queen Juliana appointed him as Professor of medical sociology, University of Groningen, Faculty of Social Sciences and Faculty of Medicine. In 1989 he also became Scientific Director of the Northern Centre for Health and Research University of Groningen. In the period 2000-2005 he was working as Professor in Rehabilitation and Handicap Maastricht University, Maastricht, also acting as Director General Institute for Rehabilitation Research and as Scientific Director of Research school of Primary Health Care Research (CaRe), Maastricht University. He was visiting professor at Syracuse University USA (1975), the University of Vienna, Austria (1997) and Titu Maiorescu University, Bucharest, Romania (2008). Besides visiting professorships he made study tours to Brazil, Australia, China, Cuba, India, New-Zealand and USA. During his professorship he supervised successfully 61 PhD students. He was project leader of various international research and development projects (financed by EU or the Dutch Ministry of Foreign Affairs), including subjects like developments of primary health care, palliative care, home care for the aged, primary health care, care for specific diagnosis like cancer, rheumatoid arthritis, and spina bifida. These projects included researchers and practitioners from Belgium, Croatia, Czech Republic, France, Germany, Greece, Ireland, Italy, Norway, Poland, Romania, Slovenia, Slovakia, Sweden, Switzerland, and United Kingdom. He received various rewards, including Academy Medal University PJ Safarit, Kosice, Slovakia, Honorary member of Romania Society of Family Medicine/General Practice, Romania, Honorary member of the European Society of Health and Medical Sociology, Honorary member Academy of Medical Sciences, Romania, Academy Medal University of Groningen, The Netherlands, Officer in Royal Order Oranje Nassau, The Netherlands, Siglium University of Krakow. He chaired – and still chairs - various national and international committees all related to scientific research in health care and gerontology.

Leave a Reply

Your email address will not be published.


Required