Les over participatiesamenleving.

Het begrip participatiesamenleving deugt om diverse redenen niet. Na de afschaffing van de verzorgingsstaat (zie blog 17-08-2013) en introductie van de participatieverklaring (zie blog 23-12-2013) blijft het blijkbaar moeilijk om te begrijpen dat participatiesamenleving een tautologie is. Natuurlijk kan dan ook van alles gezegd worden over zo een woord; soms verstandige woorden, maar niet altijd. Voor de burgers die in Nederland toezicht houden – de leden van de Raden van Toezicht – is het zaak de vinger aan de pols te houden, vooral voor die in de zorg! Zij moeten bij de les blijven en samen participeren. Dat laatste doen zij in hun gestapelde functies; samen voelen zij zich thuis.

Over ‘participatiesamenleving’ organiseert het Interuniversitair Centrum voor Sociologie (ICS) binnenkort een mooi symposium in Utrecht. Weliswaar een verkeerde titel maar omschrijvingen als ongelijkheidperspectief en uitsluiting bieden een interessant perspectief. Met name de titel van de lezing ‘De basis voor participatie = thuis voelen in de maatschappij’ van Siegwart Lindenberg. Dan is er inderdaad sprake van een samenleving, ‘een minimaal wij gevoel’ (dat is samenleving). Het symposium kan een verfrissende bijdrage leveren aan het debat over hoe de participatiemaatschappij te verlaten voor een ‘nieuwe samenleving.
Over zo een nieuwe samenleving schrijft Nico van Meekeren in Lucide, een blad voor toezichthouders (in de zorg) om ze inderdaad bij de les te houden. Die toezichthouders moeten klaar zijn voor de ‘participatiesamenleving’; dat is de nieuwe samenleving en die moet plezierig worden. De titel van het essay ‘De participatiesamenleving behoeft lol’. Er zijn twee problemen met het essay. Het is geen essay en (wat zinnig is) niet nieuw.

Een essay is een literair verhaal om op een eigen wijze een huidig probleem zonder wetenschappelijke verantwoording overtuigend te presenteren: wat precies het probleem is en waarom en/of wat daar aan te doen. Reflecties en vergezichten zijn daarbij wenselijk. De vergezichten die van Meekeren schetst zijn huidige inzichten en niet ver. Zijn ‘reflectie’ stelt dat verandering van de samenleving door technologie en crises oude principes zijn. Een nieuwe mechanisme is in ontwikkeling: verandering van de samenleving van onder op. En daar moeten toezichthouders klaar voor zijn. Wat is precies ‘van onder op’? Wie zit ‘onder’ wat? Is het ‘van onder’ en/of ook ‘door/voor onder’? Hoe diep is ‘onder’? Kortom: wie zijn de burgers ‘van onder’? Deze niet gestelde vragen blijven onbeantwoord.
Zou van vele revoluties met de Franse als ultiem voorbeeld niet gezegd kunnen worden dat de verandering van onderop begon? Vanuit de citoyens naar wat nu ‘civic driven change’ heet!
Hoe dan ook, de toezichthouders moeten zich bewust zijn van deze geheel nieuwe beweging, omdat het gevolgen heeft voor hun opstelling als toezichthouder. Daarom staat het in Lucide. Wat blijkt: zij moeten af van de regentenmentaliteit en zich meer dienstbaar (leren) opstellen. Daarnaast zijn voor toezichthouders helikopterview en rap aanpassingsvermogen nodig. Nodig? Het is ‘conditio sine qua non’ aldus van Meekeren. En ‘rap’ want de revolutie van civic driven change zit vol dynamiek.

In de nieuwe samenleving improviseren ‘‘nieuwe (digitale?) burgers’ in een horizontale wereld er lustig semi-chaotisch op los en trekken zich weinig aan van god of gebod (laat staan van baas of toezichthouder). Juist door semi-chaotische improvisaties ontstaan nieuwe oplossingen. Zoals? De toezichthouders krijgen een dicht bij huis voorbeeld: de Health Maintenance Organizations (HMOs). Deze zijn een nieuwe trend als alternatief voor de huidige zorgverzekering. Immers deze functioneert niet zoals de nieuwe burger wil. Die bedenkt dus iets nieuws: HMOs. Zijn HMOs niet in jaren 70 van de vorige eeuw in de VS ontwikkeld als een voorbeeld voor goedkopere en toegankelijkere zorg? Om iets beters te bedenken dan de stelsel van Hogervorst/van Rijn van 2006 is niet zo moeilijk, maar dit is toch geen doorbraak van chaotische improvisatie.

Nee geen doorbraak, maar er is meer: de nieuwe logica, die van Meekeren ook als een revolutie ziet! Het is ongewis of wat de nieuwe burger doet tot iets leidt. Iets nieuws hoeft niet. Het gaat om de lol. De nieuwe logica is als de ‘big bang’: niets leidt tot iets (of niet). De nieuwe logica levert meteen al verrassend inzicht. Het staat met hoofdletters in het ‘essay’: “burgers beslissen zelf over hun gezondheid, veelal onbewust”. In de nieuwe logica wordt onbewust beslist; ‘we zijn ons brein’; denken is voor de dommen; iets is niets en omgekeerd.

Natuurlijk zal er nog veel geschreven en gesproken worden over ‘participatiesamenleving’. Het zou ‘nuttig’(oude logica!) zijn als dan eerst wordt duidelijk gemaakt: ‘wat is het?’, gevolgd door het antwoord op de vraag: ‘wat is daar nieuw aan?’. Het antwoord op die twee vragen zal niet snel komen want dan is men uitgepraat. En dat is niet de bedoeling: we moeten wel bezig blijven en een beetje lol hebben. Daarom participeren toezichthouders samen in naam van de maatschappij. Zij zijn de participatiesamenleving.

Author: Wim van den Heuvel

W.J.A. (Wim) van den Heuvel is born in Nuenen, the Netherlands. He is professor emeritus of the University of Groningen and of Maastricht University, the Netherlands, but still works as advisor/consultant/researcher. After Grammar School (Dutch: ‘Gymnasium’), he got his masters in Sociology and his PhD (thesis on ‘Adjustment in Nursing Homes’) at Radboud University Nijmegen. After assistant Professor at the Institute of Social Medicine, and of the Gerontology Centre, Radboud University Nijmegen (1969-1975) he was pointed as Director of the Institute of Social Oncology (Dutch Cancer Society, KWF), Amsterdam (1976 -1980). In 1979 Queen Juliana appointed him as Professor of medical sociology, University of Groningen, Faculty of Social Sciences and Faculty of Medicine. In 1989 he also became Scientific Director of the Northern Centre for Health and Research University of Groningen. In the period 2000-2005 he was working as Professor in Rehabilitation and Handicap Maastricht University, Maastricht, also acting as Director General Institute for Rehabilitation Research and as Scientific Director of Research school of Primary Health Care Research (CaRe), Maastricht University. He was visiting professor at Syracuse University USA (1975), the University of Vienna, Austria (1997) and Titu Maiorescu University, Bucharest, Romania (2008). Besides visiting professorships he made study tours to Brazil, Australia, China, Cuba, India, New-Zealand and USA. During his professorship he supervised successfully 61 PhD students. He was project leader of various international research and development projects (financed by EU or the Dutch Ministry of Foreign Affairs), including subjects like developments of primary health care, palliative care, home care for the aged, primary health care, care for specific diagnosis like cancer, rheumatoid arthritis, and spina bifida. These projects included researchers and practitioners from Belgium, Croatia, Czech Republic, France, Germany, Greece, Ireland, Italy, Norway, Poland, Romania, Slovenia, Slovakia, Sweden, Switzerland, and United Kingdom. He received various rewards, including Academy Medal University PJ Safarit, Kosice, Slovakia, Honorary member of Romania Society of Family Medicine/General Practice, Romania, Honorary member of the European Society of Health and Medical Sociology, Honorary member Academy of Medical Sciences, Romania, Academy Medal University of Groningen, The Netherlands, Officer in Royal Order Oranje Nassau, The Netherlands, Siglium University of Krakow. He chaired – and still chairs - various national and international committees all related to scientific research in health care and gerontology.

Leave a Reply

Your email address will not be published.


Required