De ombouw van verzorgingsstaat naar ‘marktstaat’(participatiemaatschappij) gaat gepaard met minder verplichtingen en kosten voor de staat en meer lasten en zorgen voor de participanten (de burgers). ‘Outsourcing’ is de laatste stap, waarmee de laatste collectieve voorzieningen voor de meest kwetsbare worden ‘aanbesteed’ aan ondersteunende ondernemers, ‘nieuwe’ ondernemers. Bestuurders, ambtenaren, politici die eens het algemeen belang dienden gaan nu zichzelf bedienen. Zelfs in linkse kringen is het geloof in marktstaat geaccepteerd. Het is niet zo nieuw.
De scheidslijn tussen publieke taak en (commercieel) ondernemerschap begon eind jaren zeventig te vervagen in industriële sectoren ‘van nationaal belang’. Grote subsidies waren beschikbaar voor die industrie, omdat ze niet om mochten omvallen; denk aan Verolme, Ogem. De sterfhuisconstructie is toen bedacht; dertig jaar later nog een populaire vorm van ‘euthanasie’. Toen al bleek: op de ‘gecontroleerde’(gemanipuleerde) markt telt het resultaat niet voor de klant.
De energievoorziening, het openbaar vervoer, de post zijn de ‘goede voorbeelden’ in de jaren negentig. De klant is niet beter geworden van het marktdenken in de politiek. De privatisering van de uitvoering van de sociale zekerheid (WW, WAO, arbeidsre-integratie) kwam rond de eeuwwisseling. Miljoenen subsidies verdwenen in private ondernemingen zonder resultaat voor de werklozen. Toen waren de zieken aan de beurt. De ziekenzorg is er niet goedkoper op geworden. Het aantal rijke zorgondernemers is spectaculair gegroeid. Nu wordt gevreesd voor een stijging van zorgpremies. Een verrassing?
Ondernemers denken ‘groot’ in winst en proberen de vuile was de deur uit te doen. Banken geven tot vandaag ‘het goede voorbeeld’. Nu is het de beurt aan de gemeenten. De marktstaat draagt hen op te bezuinigen en de burger te doen participeren. Dat biedt kansen voor ondernemers. De gemeente stelt zich ‘ondernemend’ op door de zorg voor kwetsbare burgers de deur uit te doen. Wie de was doet is ‘vrij’. Zorg expertise kan een randvoorwaarde zijn, maar het is niet noodzakelijk. De zorg kan ook geleverd worden door een schoonmaakbedrijf of een vuilnisophaaldienst. Welke desastreuze gevolgen dit heeft is in 2009-2010 in het Verenigd Koninkrijk gebleken.
Ondersteunende ondernemers ruiken hun kansen om, bij bezuinigingen van de marktstaat, goed te verdienen aan de ‘outsourcing’, mede steun van ‘betrokken’ bestuurders, ambtenaren, politici. Menigeen wordt ‘koopman in zekerheden’ zoals de Volkskrant in 1998 in ander verband kopte. En die koopman denkt groot, ook in de zorg: denk aan Meavita. De ondersteunende ondernemer streeft ernaar zo groot te worden, dat de marktstaat zich niet kan veroorloven dat de onderneming omvalt; een oude truc: denk aan de scheepswerven, de bouw, de banken, de zorgverzekeraar, straks de boekhandel. De faillissementskosten worden afgewenteld op de participanten zonder aandelen: de belastingbetaler.
En de kwetsbare burger? Die moet het zelf maar uitzoeken; dat is de wijze waarop in de marktstaat de participatiemaatschappij vorm wordt gegeven. Dat is nieuw. De ondernemer heeft toen de scheidslijn tussen publieke taak en ondernemerschap begon te vervagen de Spanjaarden en Turken gehaald om ‘nationaal belang’. Toen de winst ‘op’ was, werden de ‘gastarbeiders’ gedumpt. Omdat ze niet (allemaal) vertrokken, kwam de toen nog verzorgingsstaat in actie. De staat als vangnet voor zwakken en kwetsbaren. Het is ‘ouderwets’. Dat de verzorgingstaat daarbij fouten maakt is evident, maar de lessen worden niet geleerd. De aloude aanpak van de Nederlandse koopman wordt weer populair.
De ondernemer wil nu Roemenen ‘binnen halen’ want ze leveren extra winst op, zo is berekend, maar de WRR voorspelt de dumping straks. En dan …? Uitwijzen natuurlijk, zoals de marktstaten Dubai en Qatar doen; moderne slavernij in de geest van de VOC; een oudere ‘Hollandse’ gewoonte. Er is geen plaats in de herberg voor wie niet aan de participatiemaatschappij bijdraagt. Tolerantie is goed zoalng het wat oplevert. De Roemenen gaan straks graag naar huis, als ze al komen; terug naar samenleving. Wat zij hebben ‘geleerd’ en gezien in de participatiemaatschappij: de verwaarlozing van kwetsbare burgers in de marktstaat. En ondernemers die daar veel geld aan verdienden. In zo een maatschappij is het niet goed leven; het is goed in de eigen samenleving.