Reclame voor exclusief keukentextiel en nieuw design beddengoed roept een beeld op van beter goed. Dat wordt hier niet bedoeld. Ook niet ‘beter goed doen’ waar een aparte website voor is met informatie over betere handel en beter consumeren, ja zelfs over betere goede doelen. Hoe sympathiek ook, het stelt dat het goede is niet genoeg is. Er heerst een nieuw geloof dat het beter moet en beter kan. Een zorgverzekeraar adverteert met ‘zorg kan altijd beter’. Waarom zorgt de verzekeraar niet gewoon voor goede zorg? Het goede is niet meer goed genoeg. Maar stel dan eerst vast wat goed is in de handel, in de voedselindustrie, in fondsen en in de zorg en zorg daar dan voor. Daarna zien we verder. Nee, we moeten ‘beter leven’, schreeuwt de advertentie op internet. Hoe? De tekst weet het: er is een boekje, een gids voor ‘Hoe plan ik mijn levensplan?’. Mijn advies: begin met goed leven.
Beter is niet de juiste weg, het gaat om de goede weg. ‘Het is goed zo’, een uitspraak die 50 jaar geleden nog veel werd gehoord. Het klinkt nu als berusting. In stervensbegeleiding is het een veel gehoorde boodschap. Maar ook daar is een goede dood op zijn retour en wordt om een betere dood gevraagd. Daar komen ook boekjes voor.
Een boterham met tevredenheid, schreef Bram de Swaan. Mag dat nog? Nee niet meer. Natuurlijk wist de burger vroeger ook, dat er meer te halen was, maar dat hoefde toen nog niet zo nodig. De Volkswagen was goed voor het volk, de Mercedes goed voor de baas en de gouden koets voor de koningin.
Dat is veranderd. Het moet meer, altijd meer. Tocqueville waarschuwde hier al voor. De democratie die alles bloot legt, maakt de burger ontevreden, versterkt de roep om meer, om beter. En toen Tocqueville dat opschreef was er geen radio, geen televisie; er reden wel koetsen.
Het kan altijd beter is het huidige geloof. Zorg kan altijd beter. De school moet beter. Het kan beter, waarschuwt de coach na een overwinning.
Ook de generatie van toen, van de boterham met tevredenheid, zegt het nu impliciet “we hadden het nog nooit zo goed’. Dus beter; beter dan ooit. Waarom zou dat niet voor het vervolg gelden? ‘We hadden het nog nooit zo goed’ is ‘we willen beter’ geworden. Dus is er een gidsje voor ‘beter leven’. Het goede is niet meer goed genoeg. Maar wat is beter, als het goede niet goed is. Wat goed is wordt niet vastgesteld. Rettekettet. Het moet beter.
Ooit, lang geleden, toen er bijna nog geen televisie was, toen de glamour van de reclame de zienswijze op het leven nog niet had vertroebeld, wisten mensen uit eigen ervaring: ‘het is niet zo mooi als het lijkt’ en ‘het is altijd wat’. Goed is goed. Beter goed dan beter. Als goed duidelijk is biedt dat zekerheid.
De nadruk op beter roept vraagtekens op over goed. Al het goede niet goed genoeg is, is het bereiken van het goede per definitie een falen. Het goede hoeft niet meer; het is nooit goed. Dus zijn tekorten, fouten, missers niet alleen aan de orde van de dag; ze zijn te rechtvaardigen. De schouders worden opgehaald als de burger erop wordt aangesproken: ‘het is toch nooit goed’.
Vragen naar het goede heeft dan geen zin meer. Dus vraagt iedereen om beter. Maar niemand weet wat te doen, omdat het goede onbekend is. Met ‘beter goed’ ontstaat er duidelijkheid en zekerheid’ en eet de burger een boterham met tevredenheid (als dat mag).