NL gelukkig

Het gaat goed in Nederland volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Nog wel maar het SCP ziet het donker in. De gepresenteerde cijfers geven geen aanleiding tot donkere luchten. In 2010 staat Nederland op plaats 6 van de Europese Human Development Index (HDI) volgens het SCP. De HDI combineert (sinds 2010) drie dimensies: de levensverwachting bij geboorte, het gemiddeld aantal (verwachte) opleidingsjaren en het bruto nationaal inkomen per persoon. Het is een wereldwijde Index. De HDI 2011van de Verenigde Naties laat zien dat NL derde staat, na Noorwegen en Australia; dus tweede in Europa. NL is een van de sterkste HDI groeiers. Die relatief sterke ontwikkeling, die trend, van NL is van belang. Dat onderscheid NL van andere landen. Zo stond Ierland na een (te?) sterke groei in 2010 nog op de tweede plaats in Europa (na Noorwegen), maar is in 2011 gezakt naar plaats drie. De trend toont heldere of donkere luchten.
Helder is ook, dat Nederlanders gelukkig zijn: 7,8 op een schaal van 1 (heel erg ongelukkig) tot 10 (heel erg gelukkig). Het gelukscijfer varieert – afhankelijk van het gebruikte onderzoek –  weinig en maakt duidelijk dat NL na Noorwegen en Denemarken nummer 3 is van gelukkige burgers in Europa. En toch meent het SCP dat er in Nederland een sfeer heerst van ‘het nodige is mis’. Dat lijkt niet nodig, want twee jaar geleden was de toon van de sociale staat van NL nog optimistisch. Wat is er dan mis?

Nog meer goed nieuws. NL staat bovenaan in Europa als het om de misère index gaat. De index meet de mate van werkloosheid, van inflatie en van begrotingstekort. Als die mate klein is eindigt men bovenaan. NL heeft hier goud gevolgd door Oostenrijk, Duitsland en de Scandinavische landen. Noorwegen doet niet mee. Er is een sterk verband tussen de score op de misère index en tevredenheid met het leven. De Deense burgers zijn het meest tevreden met hun leven direct gevolgd door Finse,  Nederlandse en Zweedse burgers.
NLers worden steeds ouder zoals ook andere Europese burgers. Ook dat is goed nieuws. Maar volgens het SCP worden de NL-ers niet gezonder, want in tien jaar zijn de gezonde levensjaren gedaald met 1 jaar voor mannen en met 2 jaar voor vrouwen. Deze ‘daling’ is echter verklaarbaar door de toename van diagnostische mogelijkheden om ziekte (te?) vroeg op te sporen, dankzij de ontrafeling van het menselijk genoom en de medische technologie. NLers zijn niet ongezonder, maar het ‘medisch kunnen’ is toegenomen; daarom leven we ook langer. Dat Nederlanders steeds ouder worden is voor het SCP geen reden voor optimisme.

Gezondheid is belangrijk voor burgers. In alle Europese landen wordt een duidelijk verband gevonden tussen het gevoel van geluk en het gevoel van gezondheid. Dit verband is sterker in Zuid en Oost Europese landen dan in West Europese landen. Het verband is het zwakst in Noorwegen. Een hoge HDI en een hoge misère index – welvaart dus – gaan samen met gezondheid en geluk, maar als die welvaart minder is (en dus ook de gezondheid van de populatie) wordt gezondheid belangrijker voor het geluksgevoel. Een overheid die investeert in gezondheid en zorg maakt de burgers dus gelukkiger. Mogelijk is het pessimisme van het SCP ingegeven door de investeringen van volksgezondheid.

Het SCP gebruikt data van de Eurobarometer 2008, European Social Survey 2008 (ESS 2008) (ESS 2010 is reeds maanden beschikbaar) en gegevens van de ‘Atlas van Europese Waarden’ 2008. De atlas onderstreept het geluk van NL. Hierin wordt gewezen op het belang van vertrouwenom een gezond sociaal en cultureel klimaat te realiseren en voor de opbouw en behoud van welvaart. Vertrouwen blijkt het hoogst bij de burgers van de Scandinavische landen, gevolgd door NL, en het laagst bij de burgers van Oost Europese landen (hoewel Franse burgers hier ook laag scoren). Er wordt steevast een verband gevonden tussen de mate van geluk en de mate van vertrouwen in de medemens. In NL is dat verband duidelijk zwakker dan in andere Europese landen. Een verklaring is niet gemakkelijk te geven, maar het zou kunnen zijn dat NLers alleen gelukkig zijn; met zichzelfgelukkig zijn en niet te veel met de medemens te maken (willen) hebben. Als dat het geval is, kan dit veel van het huidige gedrag van NLers verklaren, evenals de donker lucht die het SCP boven NL ziet. Maar vooralsnog geldt: wij zijn gelukkig!

Author: Wim van den Heuvel

W.J.A. (Wim) van den Heuvel is born in Nuenen, the Netherlands. He is professor emeritus of the University of Groningen and of Maastricht University, the Netherlands, but still works as advisor/consultant/researcher. After Grammar School (Dutch: ‘Gymnasium’), he got his masters in Sociology and his PhD (thesis on ‘Adjustment in Nursing Homes’) at Radboud University Nijmegen. After assistant Professor at the Institute of Social Medicine, and of the Gerontology Centre, Radboud University Nijmegen (1969-1975) he was pointed as Director of the Institute of Social Oncology (Dutch Cancer Society, KWF), Amsterdam (1976 -1980). In 1979 Queen Juliana appointed him as Professor of medical sociology, University of Groningen, Faculty of Social Sciences and Faculty of Medicine. In 1989 he also became Scientific Director of the Northern Centre for Health and Research University of Groningen. In the period 2000-2005 he was working as Professor in Rehabilitation and Handicap Maastricht University, Maastricht, also acting as Director General Institute for Rehabilitation Research and as Scientific Director of Research school of Primary Health Care Research (CaRe), Maastricht University. He was visiting professor at Syracuse University USA (1975), the University of Vienna, Austria (1997) and Titu Maiorescu University, Bucharest, Romania (2008). Besides visiting professorships he made study tours to Brazil, Australia, China, Cuba, India, New-Zealand and USA. During his professorship he supervised successfully 61 PhD students. He was project leader of various international research and development projects (financed by EU or the Dutch Ministry of Foreign Affairs), including subjects like developments of primary health care, palliative care, home care for the aged, primary health care, care for specific diagnosis like cancer, rheumatoid arthritis, and spina bifida. These projects included researchers and practitioners from Belgium, Croatia, Czech Republic, France, Germany, Greece, Ireland, Italy, Norway, Poland, Romania, Slovenia, Slovakia, Sweden, Switzerland, and United Kingdom. He received various rewards, including Academy Medal University PJ Safarit, Kosice, Slovakia, Honorary member of Romania Society of Family Medicine/General Practice, Romania, Honorary member of the European Society of Health and Medical Sociology, Honorary member Academy of Medical Sciences, Romania, Academy Medal University of Groningen, The Netherlands, Officer in Royal Order Oranje Nassau, The Netherlands, Siglium University of Krakow. He chaired – and still chairs - various national and international committees all related to scientific research in health care and gerontology.

Leave a Reply

Your email address will not be published.


Required