Rijk en vrij?

Een veel verkondigde stelling is dat positieve economische ontwikkelingen (‘groei’) tot democratie leiden. Volgens Seymor Lipset komt dat, omdat doelen en gedragingen van mensen veranderen bij economische groei. Deze brengt meer zekerheid en mogelijkheden. Het geeft meer autonomie aan mensen en meer kansen voor zelfontplooiing. Het brengt kansen voor iedereen en iedereen wil meepraten. Rijk en vrij. Een logisch gevolg zou dan de democratische staatsvorm zijn: gelijke kansen voor iedereen en recht op zelfontplooiing. Concepten die in de ‘ westerse wereld’ werden uitgehouwen door de Franse Revolutie en de Verlichting en leidende beginselen zijn sinds de ‘Parijse revolte van 1968’.

De economische groei in de jaren zestig zorgde voor een doorbraak van de verstikkende conventies en hierarchische verhoudingen, althans in de ‘ westerse wereld’. Dit bracht niet alleen de mogelijkheid tot zelf-ontplooiing, maar ook de opvatting dat iedereen dan ook alles mocht en kon, gevolgd door het geloof dat iedereen ook in alles goed was. Iedereen was toneelspeler en dus kregen de professionele spelers in Nederalnd tomaat als waardering. Gebrek aan vakmanschap en kwaliteit stond succes niet in de weg. Integendeel, zoals Rik Torfs schrijft: ‘succes is een ziekte waar iedereen verplicht aan lijdt’. Een succes is pas succes als het geetaleerd kan worden; rijk dom.

Wat geldt voor economische groei, moet ook gelden voor economische krimp. Leidt die krimp tot meer onzekerheid, minder ontwikkelingskansen en dus tot meer behoefte aan een sterke leider? Van dat laatste zijn wel voorbeelden te vinden, ook in de recente geschiedenis. Dit zou dan gepaard moeten gaan met minder autonomie en minder (behoefte aan) zelfontplooing. En dat zou weer leiden tot meer behoefte aan tradities en conventies.

Van een ‘weg terug’ is in de ‘westerse wereld’ bij de huidige krimp nog niet veel te vinden; wel geklaag over onzekerheid, en vooral de ergernis over de vermindering van ‘kansen’ en ‘opgebouwde rechten’. Meer claimen dan delen. Blijkbaar is de economische ontwikkeling niet het juiste kompas om zicht te krijgen op de richting van de maatschappelijke ontwikkeling.
Misschien is ‘rijk en vrij’ niet de juiste leiddraad voor de maatschappelijke ontwikkeling. Volgens Thierry Baudet is met de revolte van 1968 de maatschappelijke ontwikkeling in een puberale fase beland. Men wil van huis weg, ‘thuis’ is verstikkend en belemmert de ontwikkeling van de puber (naar zijn gevoel). De politieke en culturele elites hebben een thuisloze wereld gecreeerd zegt Baudet. De wereld is ‘ thuis’. De vraag is of deze puberale fase is begonnen met de ‘Parijse lente’ of twee eeuwen eerder met de Franse Revolutie. Een vanzelfsprekende volgende vraag is: wanneer wordt de menselijke samenleving volwassen?

Om de laatste vraag te beantwoorden is kennis nodig over de factoren, die richting geven aan de ontwikkeling van de menselijke samenleving. Dat is iets anders dan kennis over ontwikkeling van naties. Volgens Ingelhart en anderen is de ‘revised mordenisation theory’ een bruikbaar kompas om die richting te bepalen. Niet de economische ontwikkeling maar waarden, gedrag en omgangsvormen, die door tradities en geloof eeuwenlang zijn uitgehouwen in menselijke samenlevingen, bepalen die richting. Niet alleen op empirische gronden is er veel voor hun theorie te zeggen. Rond reizend over de wereld is dat sociaal-cultureel fundament zichtbaar en voelbaar. De globalisering brengt de hele wereld ‘ thuis’ met veel kennis en uitwisseling, maar met weinig inzicht, begrip en verdieping. Differentiatie en kleinschaligheid zijn kenmerkend voor een menselijke samenleving. Economische groei is een verfkwast, die het fundament van de menselijke samenleving verkleurt en laat bladderen bij tegenslag. Rijk en groei zijn verflagen, die de menselijke samenleving bedekken of zelfs aantasten. Die samenleving is weer vrij als de mens zelf weer thuis komt. Het wordt tijd dat de pubers weer een thuis vinden.

Author: Wim van den Heuvel

W.J.A. (Wim) van den Heuvel is born in Nuenen, the Netherlands. He is professor emeritus of the University of Groningen and of Maastricht University, the Netherlands, but still works as advisor/consultant/researcher. After Grammar School (Dutch: ‘Gymnasium’), he got his masters in Sociology and his PhD (thesis on ‘Adjustment in Nursing Homes’) at Radboud University Nijmegen. After assistant Professor at the Institute of Social Medicine, and of the Gerontology Centre, Radboud University Nijmegen (1969-1975) he was pointed as Director of the Institute of Social Oncology (Dutch Cancer Society, KWF), Amsterdam (1976 -1980). In 1979 Queen Juliana appointed him as Professor of medical sociology, University of Groningen, Faculty of Social Sciences and Faculty of Medicine. In 1989 he also became Scientific Director of the Northern Centre for Health and Research University of Groningen. In the period 2000-2005 he was working as Professor in Rehabilitation and Handicap Maastricht University, Maastricht, also acting as Director General Institute for Rehabilitation Research and as Scientific Director of Research school of Primary Health Care Research (CaRe), Maastricht University. He was visiting professor at Syracuse University USA (1975), the University of Vienna, Austria (1997) and Titu Maiorescu University, Bucharest, Romania (2008). Besides visiting professorships he made study tours to Brazil, Australia, China, Cuba, India, New-Zealand and USA. During his professorship he supervised successfully 61 PhD students. He was project leader of various international research and development projects (financed by EU or the Dutch Ministry of Foreign Affairs), including subjects like developments of primary health care, palliative care, home care for the aged, primary health care, care for specific diagnosis like cancer, rheumatoid arthritis, and spina bifida. These projects included researchers and practitioners from Belgium, Croatia, Czech Republic, France, Germany, Greece, Ireland, Italy, Norway, Poland, Romania, Slovenia, Slovakia, Sweden, Switzerland, and United Kingdom. He received various rewards, including Academy Medal University PJ Safarit, Kosice, Slovakia, Honorary member of Romania Society of Family Medicine/General Practice, Romania, Honorary member of the European Society of Health and Medical Sociology, Honorary member Academy of Medical Sciences, Romania, Academy Medal University of Groningen, The Netherlands, Officer in Royal Order Oranje Nassau, The Netherlands, Siglium University of Krakow. He chaired – and still chairs - various national and international committees all related to scientific research in health care and gerontology.

Leave a Reply

Your email address will not be published.


Required