Straat patiënt.

Van bomaanslagen met tientallen doden en gewonden – zomaar op straat – kijkt niemand meer op. Tenminste, als het ver weg gebeurt. Met de eerste ebola doden in Afrika was het even een schok: patiënten die op straat worden achtergelaten om dood te gaan. Filmopnames ‘Ebola victims are left to rot in the streets’ gingen de wereld over. Gelukkig gebeurt zoiets niet in Nederland. Hoewel? Enkele maanden gelden werd een ‘ebola patiënt’ door het Medisch Centrum in Alkmaar op straat gezet. Het personeel wist zich geen raad met de patiënt, dus naar buiten ermee. Geen Afrikaanse toestanden hier, maar er zijn wel eens ‘incidenten’. Zo werd een vrouw met een zware hersenbloeding uit het Rijnland ziekenhuis naar huis gestuurd met als argumentatie, dat er geen opname indicatie was en de familie verantwoordelijk voor de opvang. Of een ambulance melding dat een oude man met hartstilstand op straat was gevonden. Hij was onwel geworden aan de keukentafel (zo onschuldig is die plek dus niet; misschien een lastig gesprek gehad?). Maar zoals gezegd, het zijn incidenten.

Patiënten die voor dood op straat achtergelaten worden, dat is iets voor Oeganda, of misschien in ver afgelegen streken in Rusland en zeker iets voor niet-verzekerde burgers in het rijkste land ter wereld, de Verenigde Staten. Daar kijkt men er niet van op of om, maar zoiets gebeurt niet in het sociale Nederland. Maar schijn bedreigt. Het aantal rechtszaken tegen de beschikking in de ‘keukentafelgesprekken’ (zoals gezegd niet zo onschuldig als het lijkt), niet zelden gevoerd door de financiers i.pl.v. een hulpdeskundige, doet vrezen dat zorgbehoeftige mensen straks aan hun lot worden overgelaten. Maar nog niet op straat, toch? Hoewel, voor veel dodelijke verkeersslachtoffers in Europa is het niet veel anders, maar meestal wel korter. Ambulances zijn snel ter plekken, maar te laat.

In Roemenië zijn ambulances ook snel ter plekke, maar komen gewone patiënten er niet meer in. Overigens wordt dat in Nederland ook minder vanzelfsprekend, als omstanders er zich mee gaan bemoeien ondanks de stoere taal van een ex-minister ‘ze blijven met hun poten van onze hulpverleners af’. Tja, ze gebruiken de handen.
Roemeense ambulances zijn voor spectaculaire gevallen: ongevallen, brand, aanslagen. Dat spectaculaire bedrijf, opgezet door een slimme anesthesist tevens de Roemeense staatssecretaris van Volksgezondheid, levert de beste service.
Politici zeggen dat er geld is voor ambulances en dat is ook zo voor de spectaculaire gevallen. Maar de meeste patiënten bereiken het ziekenhuis in gammele, roestige auto’s (die zelf hoognodig behandeling behoeven).

In de Europese Unie zijn steeds vaker straat patiënten te vinden. In Roemenië is het een ‘normaal verschijnsel’. Patiënten worden gezond opgenomen en ‘uitbehandeld’ ziek ontslagen. Voor de meeste zieke patiënten zijn er geen medicijnen, labonderzoek of behandeling beschikbaar, tenzij men die diensten koopt (voor medicijnen en labonderzoek kan dat meestal naast het ziekenhuis waar men is opgenomen, maar het kost wel wat en men ‘moet de weg weten’). De zieken worden ‘uitbehandeld’ verklaard en in pyjama op straat gezet. Het is geen Nederlands ‘probleem, dat een zorgverzekeraar niet betaalt omdat de patiënt niet in het juiste ziekenhuis de juiste dokter heeft besteld. Nee, het is: ‘Roemeens beleid’. Maar ook in Nederland dreigen ernstig zieken in de knel te komen doordat noodzakelijke medicijnen niet verstrekt worden wegens geldgebrek in ziekenhuizen.

Mede dank zij het vrije verkeer van personen in de EU verlaten Roemeense artsen – vooral de net afgestudeerden – massaal hun vaderland om elders in redelijke condities en betaling hun kunde in praktijk te brengen. Het gaat ieder jaar om 2000 artsen! Hun kunde is groot. De medisch opleiding is uitstekend in Roemenië. Er moet hard gewerkt worden om de eindstreep te halen. Er is sprake van een sterke competitie. De beste studenten worden dokter, niet de gelukkigen van een loterij zoals in Nederland.

Natuurlijk willen die afgestudeerde artsen hun vak uitoefenen. Men is pas genezer als men de kunde toont. Een goed geoutilleerd werkplek, met een laboratorium dat werkt, met apparatuur die bereikbaar is en met schone bedden voor patiënten – kortom een ziekenhuis – is wel een basisvoorwaarde, die niet overal in de EU vanzelfsprekend is.
Alle moderne apparatuur is beschikbaar zeggen Roemeense politici. Dat is ook zo, maar ze staan achter slot en grendel. Ze zouden zomaar kunnen verdwijnen (zoals er ook lijken uit het mortuarium verdwijnen). Misschien is de apparatuur via corruptie is verkregen. In het geheel niet ondenkbaar. Corrupte politici, burgemeesters en rechters en belasting-ontwijkende miljonairs verdwijnen nu ook achter slot en grendel en zijn – na twee jaar weer vrij – nog steeds miljonair. Corruptie onder artsen komt zeker voor, maar ze worden er (op enkelen na) niet rijk van. Een medisch specialist ‘verdient’ in Roemenië 550 euro per maand, een verpleegkundige de helft en een arts in opleiding 340 euro.

Alles wat een ziekenhuis een veilige en werkbaar bedrijf maakt (zoals tot voor kort in Nederland) ontbreekt in het Roemeense zorgsysteem. Na een training tot uitstekende dokters moeten zij in slooprijpe ziekenhuizen gaan werken. Met de eerstelijnszorg en zorg voor chronisch zieken is het zo mogelijk nog slechter gesteld. En wat doen verstandige mensen dan? Ze gaan weg. De artsen als eersten; tweeduizend dus, elk jaar. Door dergelijke braindrain bloedt Roemenië dood. Wanneer volgen de straat patiënten? En waar gaan ze dan heen? Naar het beste zorgsysteem?

De Roemeense gezondheidszorg staat achteraan in de EU, Nederland vooraan. Roemenië niet is Schengen begrijpelijk als straat patiënten – meestal zonder papieren – gaan zwerven. In Nederland lijkt dit alles ver weg, maar keukentafelgesprekken zetten veel mensen wel in de kou. Roemeense artsen, die in Roemenië blijven werken, willen ten einde raad gaan staken. Maar is dat wel verstandig? Zonder opnames geen inkomsten en – zo wijst onderzoek uit – tijdens afwezigheid van dokters (wegens stakingen of congresbezoeken) sterven er minder burgers. Maar artsen kunnen ook om minder staken. In Oeganda wil het parlement een wet aannemen, die dokters strafbaar stelt als zij patiënten onvoldoende informeren. Dat zien de Oegandese dokters niet zitten. Een patiënt geïnformeerd op straat zetten is geen probleem. Niet in Oeganda, niet in Roemenië en ook niet na een keukentafelgesprek.

Author: Wim van den Heuvel

W.J.A. (Wim) van den Heuvel is born in Nuenen, the Netherlands. He is professor emeritus of the University of Groningen and of Maastricht University, the Netherlands, but still works as advisor/consultant/researcher. After Grammar School (Dutch: ‘Gymnasium’), he got his masters in Sociology and his PhD (thesis on ‘Adjustment in Nursing Homes’) at Radboud University Nijmegen. After assistant Professor at the Institute of Social Medicine, and of the Gerontology Centre, Radboud University Nijmegen (1969-1975) he was pointed as Director of the Institute of Social Oncology (Dutch Cancer Society, KWF), Amsterdam (1976 -1980). In 1979 Queen Juliana appointed him as Professor of medical sociology, University of Groningen, Faculty of Social Sciences and Faculty of Medicine. In 1989 he also became Scientific Director of the Northern Centre for Health and Research University of Groningen. In the period 2000-2005 he was working as Professor in Rehabilitation and Handicap Maastricht University, Maastricht, also acting as Director General Institute for Rehabilitation Research and as Scientific Director of Research school of Primary Health Care Research (CaRe), Maastricht University. He was visiting professor at Syracuse University USA (1975), the University of Vienna, Austria (1997) and Titu Maiorescu University, Bucharest, Romania (2008). Besides visiting professorships he made study tours to Brazil, Australia, China, Cuba, India, New-Zealand and USA. During his professorship he supervised successfully 61 PhD students. He was project leader of various international research and development projects (financed by EU or the Dutch Ministry of Foreign Affairs), including subjects like developments of primary health care, palliative care, home care for the aged, primary health care, care for specific diagnosis like cancer, rheumatoid arthritis, and spina bifida. These projects included researchers and practitioners from Belgium, Croatia, Czech Republic, France, Germany, Greece, Ireland, Italy, Norway, Poland, Romania, Slovenia, Slovakia, Sweden, Switzerland, and United Kingdom. He received various rewards, including Academy Medal University PJ Safarit, Kosice, Slovakia, Honorary member of Romania Society of Family Medicine/General Practice, Romania, Honorary member of the European Society of Health and Medical Sociology, Honorary member Academy of Medical Sciences, Romania, Academy Medal University of Groningen, The Netherlands, Officer in Royal Order Oranje Nassau, The Netherlands, Siglium University of Krakow. He chaired – and still chairs - various national and international committees all related to scientific research in health care and gerontology.

Leave a Reply

Your email address will not be published.


Required