Waardige zorg

In Noorwegen is twee dagen geleden een conferentie afgesloten waar waardige zorg voor kwetsbare ouderen centraal stond. Misschien tot teleurstelling van sommige deelnemers is er geen eenduidige omschrijving gegeven van wat waardige zorg is. Een vertegenwoordiger van de ouderenorganisaties in Europa was gevraagd om aan te geven wat waardige zorg vanuit het perspectief van de oudere inhoudt. Er kwam geen antwoord. Ook niet het antwoord wat hier later volgt. Blijkbaar durven vertegenwoordigers van ouderenorganisaties geen uitspraak te doen over waardige zorg voor kwetsbare bejaarden. Deze organisaties blijken voor hun bestaan (inhoudelijk en financieel) afhankelijk van de beleidsmakers en zorgaanbieders, die zij kritisch zouden moeten volgen. Een internationale expert, adviseur voor internationale organisaties voor ouderenbeleid, kwam niet verder dan een bejaarden vriendelijke eerste lijns zorg; een concept ontwikkeld in de vorige eeuw. Gelukkig durft men in Nederland meer te zeggen. Misschien niet altijd het goede, maar het getuigt tenminste van moed en betrokkenheid.

In Nederland heeft de regering een jaar geleden goede zorg omschreven als zorg volgens professionele standaarden. De zorgontvanger lijkt hier dus niets over te zeggen te hebben. Het Nederlands Huisartsen Genootschap, dat bijdraagt aan dergelijke standaarden, weet gelukkig beter. Waardige zorg gaat over wat cliënten mogen verwachten van aanbieders van zorg. Uitgangspunt, zo wordt gesteld, is dus de behoefte vanuit de optiek van de patiënt en niet vanuit de professie. Iedere cliënt heeft een zorg-/leefplan met duidelijke informatie over de zorgverlening. Kern is de ondersteuning van de cliënt om een zo hoog mogelijke kwaliteit van leven te verkrijgen. Hier worden de contouren geschetst, waaraan waardige zorg moet voldoen.

Uit de contouren is af te leiden, dat er is geen eenduidige omschrijving van waardige zorg is te geven. In waardige zorg dient de persoon centraal te staan: zijn geschiedenis, waarden, normen, gewoontes…. De autonomie van de bejaarde, in welke vorm die nog beschikbaar is, staat centraal. Daar past geen algemeen geldende definitie bij.

Wel is aan te geven welke elementen aanwezig dienen te zijn in waardige zorg. De volgorde van die elementen is daarbij tevens van belang. Het begint met een houding/instelling van zorggevers, professioneel en vrijwilliger: gelijkwaardig, respectvol, dienstverlenend, ondersteunend. Binnen die houding is luisteren, dialoog, opletten, observeren, continue communicatie vanzelfsprekende, maar daarmee niet minder essentiële vaardigheden. Natuurlijk zijn naasten van de bejaarde intensief bij dit luisteren en communiceren betrokken. Vanzelfsprekend geschiedt de realisatie van zorg vanuit een multidisciplinair team, waarbinnen dezelfde houdingen en vaardigheden noodzakelijk zijn, dat systematisch hun handelingen evalueert.

Ook is aan te geven, welke randvoorwaarden nodig zijn om waardige zorg te kunnen geven. Die randvoorwaarden liggen in de samenleving (beleid, opvattingen, zorgsysteem, status en autonomie van zorgverleners) en in de organisatie, die zorg aanbiedt (visie, middelen, cultuur, kwaliteitssysteem, multidisciplinariteit, kwaliteit medewerkers). Deze zijn in te vullen in het verlengde van de eerder genoemde elementen.

De realiteit in Europa is, dat deze waardige zorg aan kwetsbare bejaarden niet wordt gegeven. Integendeel. Slechte zorg, verwaarlozing, institutionalisering, depersonalisering en mishandeling zijn het lot van kwetsbare bejaarden in Europa. Elementaire mensenrechten worden overtreden. Niet nieuws. Enkele maanden overleed Robert Butler. Hij schreef 35 jaar geleden – evenals Simone de Beauvoir vijf jaar eerder – een ‘schitterend’ boek, dat de Pullitzer prijs won: ‘Why Survive? Being Old in America’: “We have shaped a society which is extremely harsh to live in when one is old. The tragedy of old age is not the fact that each of us must grow old and die but that the process of doing so has been made unnecessarily and at times excruciatingly painful, humiliating, debilitating and isolating through insensitivity, ignorance and poverty.” Het is in 2010 nog steeds dezelfde tragedie.

Author: Wim van den Heuvel

W.J.A. (Wim) van den Heuvel is born in Nuenen, the Netherlands. He is professor emeritus of the University of Groningen and of Maastricht University, the Netherlands, but still works as advisor/consultant/researcher. After Grammar School (Dutch: ‘Gymnasium’), he got his masters in Sociology and his PhD (thesis on ‘Adjustment in Nursing Homes’) at Radboud University Nijmegen. After assistant Professor at the Institute of Social Medicine, and of the Gerontology Centre, Radboud University Nijmegen (1969-1975) he was pointed as Director of the Institute of Social Oncology (Dutch Cancer Society, KWF), Amsterdam (1976 -1980). In 1979 Queen Juliana appointed him as Professor of medical sociology, University of Groningen, Faculty of Social Sciences and Faculty of Medicine. In 1989 he also became Scientific Director of the Northern Centre for Health and Research University of Groningen. In the period 2000-2005 he was working as Professor in Rehabilitation and Handicap Maastricht University, Maastricht, also acting as Director General Institute for Rehabilitation Research and as Scientific Director of Research school of Primary Health Care Research (CaRe), Maastricht University. He was visiting professor at Syracuse University USA (1975), the University of Vienna, Austria (1997) and Titu Maiorescu University, Bucharest, Romania (2008). Besides visiting professorships he made study tours to Brazil, Australia, China, Cuba, India, New-Zealand and USA. During his professorship he supervised successfully 61 PhD students. He was project leader of various international research and development projects (financed by EU or the Dutch Ministry of Foreign Affairs), including subjects like developments of primary health care, palliative care, home care for the aged, primary health care, care for specific diagnosis like cancer, rheumatoid arthritis, and spina bifida. These projects included researchers and practitioners from Belgium, Croatia, Czech Republic, France, Germany, Greece, Ireland, Italy, Norway, Poland, Romania, Slovenia, Slovakia, Sweden, Switzerland, and United Kingdom. He received various rewards, including Academy Medal University PJ Safarit, Kosice, Slovakia, Honorary member of Romania Society of Family Medicine/General Practice, Romania, Honorary member of the European Society of Health and Medical Sociology, Honorary member Academy of Medical Sciences, Romania, Academy Medal University of Groningen, The Netherlands, Officer in Royal Order Oranje Nassau, The Netherlands, Siglium University of Krakow. He chaired – and still chairs - various national and international committees all related to scientific research in health care and gerontology.

Leave a Reply

Your email address will not be published.


Required