Ageism in de zorg

Bijna 8% van de mensen van 65 jaar en ouder zijn slachtoffer van ‘ouderenmishandeling’ in Nederland. Meer dan 200.000 bejaarde slachtoffers per jaar. Dat is verontrustend. Ruim een op de tien van de slachtoffers van ouderenmishandeling vallen in de zorg. Dat is extra verontrustend, omdat die oude mensen in de zorg extra afhankelijk en kwetsbaar zijn én in een ‘beschermde’ (gesloten) omgeving wonen, waar ze geacht worden juist veilig te zijn.
Het meest verontrustende is dat dit ‘oud nieuws’ is. Deze gegevens zijn sinds 2007 bekend bij het ministerie van Volksgezondheid, de Inspectie van Volksgezondheid, de directies van zorginstellingen voor ouderen. Nu pas, ruim vier jaar later, opent de staatssecretaris van Volksgezondheid een meldpunt ‘ouderenmishandeling in de zorg’. Daarmee is er nog niets veranderd, maar het kan worden gemeld.
Er wordt een speciale ‘telefoonlijn voor pesten bejaarden’ geopend. Nee, niet om bejaarden te pesten, maar als meldpunt waar bejaardentehuisbewoners kunnen melden, dat ze gepest worden. Slachtoffer van pesten in het bejaardentehuis? Hoe, door wie? Door medebewoners en personeel, zo blijkt uit onderzoek. Negeren als de bejaarde bewoner wat vraagt, geen plaats maken, stiekem schoppen, eten weghalen, etc. De telefoonlijn is nodig, omdat bewoners in het tehuis niet durven te klagen. Niet in hun eigen huis, want dat is het verzorgingstehuis, durven klagen! Zouden ze wel durven te bellen?

Ouderenmishandeling is gewoon geworden, ook buiten de zorg. De familie is het ergste; daar moet je het van hebben. De aanpak met meldpunt en telefoonlijn is goed bedoeld, maar pakt het probleem niet wezenlijk aan. Na ruim vier jaar gebeurt er een beetje. Geen hoge prioriteit. Ook dat is een verontrustend teken.
In Nederland bestaat, zoals in de meeste Europese landen, naast racisme en sexisme, ook ‘ageism‘. Ageism is een combinatie van negatieve houdingen tegenover bejaarden en onjuist opvattingen over hen, van discriminerende praktijken jegens bejaarden en van beleid van instellingen en overheden, die negatieve stereotypen over ouderen versterken

Ageism is praktijk in Nederland. Van de bejaarden ervaart 4% discriminatie aan den lijve. Veel? Ja, twee keer zo veel als in Denemarken of Zweden. Vergeleken met bejaarden uit Tsjechië of de Oekraïne valt het wel mee; daar melden de bejaarden vijf keer vaker discriminatie aan den lijve te ervaren. Is dat een reden om zo weinig te doen in Nederland? Het probleem bejaardendiscriminatie en bejaardenmishandeling vooruitschuiven is ook het teken van ‘ageism’. En het is een teken van gebrek aan beschaving. Simone de Beauvoir schreef al in 1970: als men wil weten hoe beschaafd een land is, kijk dan naar hoe dat land zijn bejaarden behandeld.

Een juiste aanpak tegen bejaardenmishandeling is te investeren in kennis, voorlichting en training. Daarmee kan ageism worden voorkomen en metterdaad worden aangepakt. Voorlichting en training van mantelzorgers en vrijwilligers. Investeren in deskundigheid bij zorgverleners en hulpverleners om op een goede wijze met de vragen en noden van ouderen om te gaan. Het gaat daarbij niet – zoals veelal gesteld wordt – om de hoeveelheid handen voor de ouderenzorg, maar om de kwaliteit van die handen. Die aanpak ontbreekt; dat is ook ageism.

Ageism kent vele vormen in de zorg. Zijn hulpverleners dan kwelgeesten? Nee, gelukkig de meesten niet, integendeel! De meeste hebben het beste voor met de zorg aan ouderen. Velen hebben hart voor de bejaardenzorg. Ageism gebeurt zonder dat men het zich bewust is. Het zit in het (zorg)systeem. Het komt voort uit het gebrek aan investering in ‘goede handen’; het sluipt in de dagelijkse zorgpraktijk.
Voorbeelden.
-Veelal is onbekend hoe geneesmiddelen werken bij (hoog)bejaarden, omdat het onderzoek naar het effect van geneesmiddelen (hoeveelheid, bijwerkingen etc.) getest is op jong volwassenen. Er is systematisch te weinig onderzoek naar behandeling van (hoog)bejaarden. Daarmee wordt de kans groot dat de verkeerde behandeling wordt voorgeschreven.
-Omgaan met patiënten met dementie is soms heel moeilijk, vooral als ze erg onrustig zijn. Door tekort aan personeel en deskundigheid is het in sommige (?) verpleeghuizen regel om de patiënt te ‘sederen’ (zoveel psychofarmaca geven dat deze rustig wordt en blijft) of te ‘fixeren’ (vastbinden). De regel van het huis wordt ‘keurig’ toegepast.
-Nader onderzoek bij een ernstig zieke oudere wordt – veelal zonder overleg met de patiënt en/of familie – achterwege gelaten, omdat het ‘toch geen zin heeft’. Het is echter lang niet altijd duidelijk wat de beste handelwijze is in een bepaalde situatie. Goed overleg is een vereiste, wettelijk vastgelegd, maar het ‘ontbreekt aan tijd’. Het omgekeerde komt ook voor; patiënten worden tegen hun wil in alsnog behandeld of gereanimeerd. In sommige (?) verpleeghuizen is niet reanimatie het ‘officiële’ beleid, waar de patiënt en de familie niet altijd van op de hoogte zijn. De medewerkers passen het beleid toe, zoals voorgeschreven.
-Hulpverleners hebben hun eigen opvattingen over oud zijn, lijden en noodzaak van behandeling. Dat is hun goed recht. Onderzoek toont echter aan, dat de eigen opvattingen van de hulpverlener mede bepalend zijn voor wel of niet doorverwijzen of behandelingen uitvoeren. Of (verdere) behandeling van belang is of niet is onbekend, maar ‘de dokter vindt het niet nodig’. De bejaarde patiënt wordt niet gevraagd. Als deze naar toilet moet, is het ‘nog niet de tijd’. Routine en tijdschema’s zijn nodig vanwege efficiëntie; de oude, zorgbehoeftige bewoner wordt echter niet op tijd geholpen.

Soms gebeurt ageism in de zorg met opzet. Dat is strafbaar. Daar moet geen meldpunt of telefoonlijn voor zijn. Dat moet direct met straffe hand worden aangepakt. Ook dat gebeurt onvoldoende. De bejaarde wordt gehuld in de mantel van  …… doodzwijgen.

Author: Wim van den Heuvel

W.J.A. (Wim) van den Heuvel is born in Nuenen, the Netherlands. He is professor emeritus of the University of Groningen and of Maastricht University, the Netherlands, but still works as advisor/consultant/researcher. After Grammar School (Dutch: ‘Gymnasium’), he got his masters in Sociology and his PhD (thesis on ‘Adjustment in Nursing Homes’) at Radboud University Nijmegen. After assistant Professor at the Institute of Social Medicine, and of the Gerontology Centre, Radboud University Nijmegen (1969-1975) he was pointed as Director of the Institute of Social Oncology (Dutch Cancer Society, KWF), Amsterdam (1976 -1980). In 1979 Queen Juliana appointed him as Professor of medical sociology, University of Groningen, Faculty of Social Sciences and Faculty of Medicine. In 1989 he also became Scientific Director of the Northern Centre for Health and Research University of Groningen. In the period 2000-2005 he was working as Professor in Rehabilitation and Handicap Maastricht University, Maastricht, also acting as Director General Institute for Rehabilitation Research and as Scientific Director of Research school of Primary Health Care Research (CaRe), Maastricht University. He was visiting professor at Syracuse University USA (1975), the University of Vienna, Austria (1997) and Titu Maiorescu University, Bucharest, Romania (2008). Besides visiting professorships he made study tours to Brazil, Australia, China, Cuba, India, New-Zealand and USA. During his professorship he supervised successfully 61 PhD students. He was project leader of various international research and development projects (financed by EU or the Dutch Ministry of Foreign Affairs), including subjects like developments of primary health care, palliative care, home care for the aged, primary health care, care for specific diagnosis like cancer, rheumatoid arthritis, and spina bifida. These projects included researchers and practitioners from Belgium, Croatia, Czech Republic, France, Germany, Greece, Ireland, Italy, Norway, Poland, Romania, Slovenia, Slovakia, Sweden, Switzerland, and United Kingdom. He received various rewards, including Academy Medal University PJ Safarit, Kosice, Slovakia, Honorary member of Romania Society of Family Medicine/General Practice, Romania, Honorary member of the European Society of Health and Medical Sociology, Honorary member Academy of Medical Sciences, Romania, Academy Medal University of Groningen, The Netherlands, Officer in Royal Order Oranje Nassau, The Netherlands, Siglium University of Krakow. He chaired – and still chairs - various national and international committees all related to scientific research in health care and gerontology.

1 thought on “Ageism in de zorg

  1. Geachte heer Van den Heuvel,
    Ik ben een oudere vrouw en woon in een woonzorgcentrum.
    Uw bovenstaande column over “ageism” heb ik zojuist gelezen en herken daar inderdaad veel aan eigen ervaringen in. Daar ik mij zeer betrokken voel bij de debatten over misstanden in de ouderenzorg heb ik mijn persoonlijke visie in de problematiek ter zake bij brief voorgelegd aan diverse media en politieke partijen. Mocht u in mijn bevindingen geïnteresseerd zijn dan verzoek ik u mij uw email-adres te mailen zodat ik u een kopie van mijn brief kan toezenden.
    Met vriendelijke groet, mevr. Martens

Leave a Reply

Your email address will not be published.


Required