Herstel van economie is een kwestie van vertrouwen, is een veelgehoorde wijsheid. Omvallende banken, valuta crisis, recessie en dreigend faillissement van landen zijn oplosbaar met vertrouwen. Als dit een economische wetmatigheid is, zegt dat veel over de wetenschap economie. Die economische wetenschap staat al een tijd ter discussie, ook onder economen. Toen vorige maand de top economen – de wetenschappers – bijeen kwamen in Oxford, VK, werd de geldigheid van tot dan toe gehanteerde basisbeginselen ter discussie gesteld. En meer dan dat; in verschillende basisbeginselen werd het vertrouwen opgezegd. De economie zelf is in crisis. De Nobelprijs voor de economie wordt de ‘Nobelprijs voor crisis’.
‘Nutsdenken’ was de basis van de economie: de homo economicus, later de calculerende burger, die beslissingen neemt op basis van rationele afwegingen. Centraal in die afweging staat winst versus verlies, materieel en/of immaterieel. Wat kost het en wat krijg ik er voor. Dat is een handige, boekhoudkundige registratie – zo oud als de mensheid – bruikbaar voor verantwoording. Gedrag als boekhouding; kinderlijk eenvoudig. Kenmerkend voor de economie als wetenschap is de ééndimensionaliteit. Het gaat om het profijt; over mijn profijt of dat van mijn club of dat van mijn land. Winst en winnen is het enige dat telt, hoewel niet tot iedere prijs. Het biedt echter geen verklaring voor menselijke gedragingen. Er zijn andere overwegingen. Een voorbeeld.
Een arts, die een patiënt niet behandelt, krijgt er toch voor betaalt. Een regel in de zorg, bedacht door economen, die aannemen dat de mens (dus ook de arts) daarover zijn mond zal houden. De regel werd goedgekeurd door de Nederlandse Zorgautoriteit (Nza), een club die toeziet op regels, budgetten en tarieven in de zorg; bestaande uit economen en oud-politici, bij wiens kwaliteit ik al eerder vraagtekens heb gezet. De zorgmarkt bestaat uit complexe producten, waarbij de individuele bijdrage soms niet is te achterhalen was de rechtvaardigende redenering. Terzijde: dat dit moet leiden tot inefficiëntie zou voor iedere econoom duidelijk zijn, maar niet voor de Nza. Hoe dan ook, ook al draagt men niet direct bij aan een product, voor de mens is dat geen probleem: zo gedraagt de homo economicus zich. De arts in kwestie had een andere redenering.
Nobelprijs winnaar voor de economie, Prof. Krugman, riep vorig jaar op tot economische waarheidsvinding. Is die te vinden met de gehanteerde basisbeginselen? Nee! Economie is emotie stelde Prof. Snet, hoogleraar economische theorie te Nijmegen, kort na de oproep van Krugman. Maar zij denkt nog steeds dat hebzucht – naast domheid, hoewel dat mogelijk identieke begrippen zijn – een leidend motief is voor gedrag. Het genoemde voorbeeld falsificeert economische basisbeginselen, al zullen economen het gedrag van de arts waarschijnlijk als dom kwalificeren.
Zogenaamde wetenschappelijke, economische analyses zijn misleidend. Het Centraal Plan Bureau, dat op verzoek van politieke partijen, programma’s doorrekent, is zich daarvan bewust en begint haar toelichting dan ook altijd met uitleg van de aannames, die onder ‘het model’ liggen en stelt geen garanties voor de juistheid te geven. Wat is dan nog het nut van een dergelijke exercitie? De economie blijft het antwoord schuldig. Een voorbeeld van een misleidende analyse. Ape, een economisch advies bureau, deed samen met de Universiteit Maastricht een onderzoek naar de mogelijkheden om door medische innovaties het verwachte tekort aan personeel in de zorg, mede vanwege de vergrijzing natuurlijk, op te lossen. Literatuurstudie leerde de onderzoekers, dat innovaties van belang zijn voor de verhoging van arbeidsproductiviteit! Een bevinding zo oud als arbeid zelf en het wiel. Van drie geselecteerde aandoeningen wordt berekend hoeveel menskracht er bespaard kan worden als er tien innovatieve geneesmiddelen, waarover voldoende gegevens bekend zijn (dus zo innovatief zijn ze niet), meer zouden worden gebruikt. Dat zou leiden tot 3,6% resp. 7,4% besparingen in personeel van algemene resp. psychiatrische ziekenhuizen. Neveneffecten, compliance, interactie met andere geneesmiddelen zijn niet meegenomen in de berekeningen. De onderzoekers kijken met een economische blik naar inzichten uit de medische wetenschap. Wat de economische blik is wordt niet duidelijk; wel dat kennis over de medische wetenschap en geneesmiddelengebruik ontbreekt. O ja, het onderzoek werd gefinancierd door de ‘American Chamber of Commerce Pharmaceutical Committee’. Nutsdenken komt wel voor.
Hooggeleerde economen zijn – los van de voorbeelden – duidelijk: het roer in de wetenschap der economie moet om. Gedragingen en beslissingen dienen verklaard te kunnen worden en de tot nu toe gehanteerde beginselen bieden onvoldoende soelaas. Gedragseconomie. Verklaar gedrag, ook als het niet rationeel is. Begrijp beslissingen die gebaseerd zijn op emotie. Heb oog voor domheid, desinformatie en willekeur. Stel de keuzevrijheid van het individu centraal, wetende dat de keuze niet gebaseerd is op nut, profijt en/of informatie. Gedragseconomie, het nieuwe economische geloof, is geformuleerd door Thaler, verbonden aan de universiteit van Chicago, c.s. Het is populair: zoek onder Nudge op internet. De gehanteerde begrippen en inzichten uit de onderliggende processen van de gedrageconomie komen feitelijk uit de (sociale) psychologie en sociologie. Inderdaad de economie is in crisis. Thaler wordt getipt als toekomstige winnaar van de ‘Nobelprijs voor crisis’.