Langdurend zorgelijk.

Zorg in Nederland kost veel; voor 2015 worden de kosten op 72,9 miljard geschat. Dat is iets minder dan in 2014: 15 euro per persoon minder in 2015. De burger betaalt dat, want het eigen risico wordt met 15 euro verhoogd. De zorg is een grote post voor de totale collectieve uitgaven: 21,5%. Dat is zorgelijk, maar daar staat iets tegenover, o.a. dat NL de ‘beste zorg’ in Europa biedt. Althans dat dragen bewindslieden van VWS al jaren graag uit gebaseerd op internationaal onderzoek. Of dat onderzoek ook echt inzicht geeft in de beste zorg is een vraag, die liever niet wordt gehoord.

Veel kosten voor de zorg maar wel de beste (quod non) in de zorg! Hoe kan het dan dat er toch veel mis is in de zorg? Waarom is hervorming na hervorming nodig als we ‘de beste’ zijn. Hervormingen, die het vanaf 2015 mogelijk maken dat kapitaalverschaffers meer kunnen investeren in ziekenhuizen. Wordt de zorg of de kapitaalverschaffer daar beter van? Hervormingen, die de zorgverzekeraar vanaf 2015 volledig risicodragend maakt voor medisch-specialistische (ziekenhuis) zorg. Biedt dat zekerheid voor betere zorg of voor de kapitaalverschaffer? Hervormingen in de langdurige zorg met de invoering van de Wet langdurige zorg (Wlz) per 1 januari 2015 waar degene die de zorg moeten leveren nog niet klaar voor zijn! Dat is zorgelijk, vooral voor hen die van die zorg afhankelijk zijn.

Laat er geen misverstand over bestaan dat hervormingen in de langdurige zorg nodig zijn. Rapporten van de Inspectie Gezondheidszorg, van koepels en van patiënten federaties, maar ook berichten van betrokken burgers en hulpverleners wijzen met regelmaat op ‘misstanden’. Het gaat onder meer om onverantwoord medicijngebruik, verkeerde en/of ongevraagde ‘behandeling’, ongeoorloofde vrijheidsbeperkingen die tot extra lijden en risico’s leiden, verwaarlozing door onvoldoende wassen en verschonen, gebrek aan informatie, ondervoeding mede door slechte mondverzorging. Discriminatie komt in het bijzonder in de langdurige zorg vaak voor. De langdurige zorg lijkt doof en blind voor klachten, maar bijt wel: vraag het de patient. Binnenkort komt de Wlz. Gaat het beter worden?

Er zijn interessante experimenten en verbetertrajecten zoals ‘productive care’, maar bij vele ‘innovaties’ schiet de patiënt erbij in. Het gaat vooral over ‘managen’. In theorie biedt de rol die lokale bestuurders krijgen om zorg dicht bij huis te ‘managen’ kansen. Er is wat extra geld beschikbaar om de overgang van langdurige zorg naar de gemeenten ‘soepeler’ te kunnen ‘managen’. Transitiesbureaus eten het geld op. Extra geld en een centralere rol voor de wijkverpleegkundige moeten ouderen en mensen met functiebeperkingen thuis gerust stellen. Maar analyse van de financiële regelingen laat iets verontrustends zien. Verzekeraars die inzetten op goede wijkverpleging zullen verlies lijden; 701 euro per ‘geïndiceerde’ verzekerde is berekend. Met meer dan een half miljoen ‘geïndiceerden’ loopt dat ‘in de papieren’. Is dat te managen?

Met de aangekondigde hervormingen zal de langdurige zorg langdurend zorgelijk blijven. Het ministerie van VWS wil ook inzetten op meer participatie van burgers, op voorkomen van afhankelijkheid, op vroegtijdige interventies om kwetsbaarheid om te zetten in weerbaarheid. Terecht, want onderzoek naar ‘frailty’ toont aan dat stimuleren van fysieke activiteiten, bevorderen van sociale contacten, goede voeding en periodieke screening op frailty symptomen kwetsbaarheid kan verbeteren en uit stellen. Daar is ‘winst’ te behalen voor het individu en de belastingbetaler.
Is er eenmaal sprake van frailty dan zijn de kansen dat langdurige zorg nodig is groot. Frailty gaat gepaard met (meer) risico’s op vallen, depressies, nieuwe aandoeningen en vervroegde dood (niet te verwarren met euthanasie); een cumulatie van zorgproblemen dus (en meer kosten). Maar ook hier zijn interventies mogelijk. Dat zou een flinke investering waard zijn!
De overheid geeft niet thuis zonder kapitaalverschaffer (P-P investment). Voor een kapitaalverschaffer is investering in de lz-sector niet interessant al was het alleen maar omdat enkele maanden geleden werd vastgesteld dat de grootste instellingen voor langdurige zorg in 2013 hun winst hebben zien instorten. Een kapitaalverschaffer gaat niet ‘in langdurige zorg of in meer wijkverpleging’. Dus valt het overheidsbudget voor interventies van frailty in het niet bij de investeringen in de per 1 januari geplande hervormingen en blijft het langdurend zorgelijk.

Toch doet de overheid zijn ‘best’. De overheid investeert in verbeteringen (ook al zijn we de beste) door ‘misstanden’ regelmatig te laten rapporteren!? Dat gebeurt door de inspectie, die dit – transparant – maanden van te voren aankondigt. Transparant is sportief, maar is het ook effectief in dit geval?
Blijvende aandacht voor langdurige zorg door inspectie, onderzoek, klachtenregistratie e.d. kan natuurlijk een belangrijke stimulans zijn voor de verbetering ervan. Frapper toujours. Daarvoor moet voldaan worden aan twee eisen: juiste kwaliteitsindicatoren die verbeteringen kunnen bewerkstelligen. Dat helpt de langdurige zorg minder zorgelijk te maken. Als daar geld voor zou zijn, zou NL misschien ooit de beste zorg in Europa bieden. De voorspelling is echter: het zal langdurend zorgelijk blijven in de langdurige zorg.

Author: Wim van den Heuvel

W.J.A. (Wim) van den Heuvel is born in Nuenen, the Netherlands. He is professor emeritus of the University of Groningen and of Maastricht University, the Netherlands, but still works as advisor/consultant/researcher. After Grammar School (Dutch: ‘Gymnasium’), he got his masters in Sociology and his PhD (thesis on ‘Adjustment in Nursing Homes’) at Radboud University Nijmegen. After assistant Professor at the Institute of Social Medicine, and of the Gerontology Centre, Radboud University Nijmegen (1969-1975) he was pointed as Director of the Institute of Social Oncology (Dutch Cancer Society, KWF), Amsterdam (1976 -1980). In 1979 Queen Juliana appointed him as Professor of medical sociology, University of Groningen, Faculty of Social Sciences and Faculty of Medicine. In 1989 he also became Scientific Director of the Northern Centre for Health and Research University of Groningen. In the period 2000-2005 he was working as Professor in Rehabilitation and Handicap Maastricht University, Maastricht, also acting as Director General Institute for Rehabilitation Research and as Scientific Director of Research school of Primary Health Care Research (CaRe), Maastricht University. He was visiting professor at Syracuse University USA (1975), the University of Vienna, Austria (1997) and Titu Maiorescu University, Bucharest, Romania (2008). Besides visiting professorships he made study tours to Brazil, Australia, China, Cuba, India, New-Zealand and USA. During his professorship he supervised successfully 61 PhD students. He was project leader of various international research and development projects (financed by EU or the Dutch Ministry of Foreign Affairs), including subjects like developments of primary health care, palliative care, home care for the aged, primary health care, care for specific diagnosis like cancer, rheumatoid arthritis, and spina bifida. These projects included researchers and practitioners from Belgium, Croatia, Czech Republic, France, Germany, Greece, Ireland, Italy, Norway, Poland, Romania, Slovenia, Slovakia, Sweden, Switzerland, and United Kingdom. He received various rewards, including Academy Medal University PJ Safarit, Kosice, Slovakia, Honorary member of Romania Society of Family Medicine/General Practice, Romania, Honorary member of the European Society of Health and Medical Sociology, Honorary member Academy of Medical Sciences, Romania, Academy Medal University of Groningen, The Netherlands, Officer in Royal Order Oranje Nassau, The Netherlands, Siglium University of Krakow. He chaired – and still chairs - various national and international committees all related to scientific research in health care and gerontology.

Leave a Reply

Your email address will not be published.


Required