Naakte zorg

Het wordt vaak gezegd en veel geschreven: de zorg verandert snel; razendsnel kan men tegenwoordig in ‘vakliteratuur’ lezen. Bij zo een uitspraak is het van belang aan te geven wat men onder zorg verstaat. Als dat duidelijk is kan nagegaan worden of die zorg al dan niet snel verandert en eventueel welke factoren die verandering bepalen.

Zorg kan duiden op bekommernis, zich zorgen maken om (zorg om het milieu, om kwaliteit van onderwijs, om veiligheid, om zekerheid). Zorg brengt ongerustheid, is beangstigend. Dergelijke bekommernissen zijn deels generiek (veiligheid, gezondheid) en deels ‘modieus’ (vluchtelingen, werkgelegenheid). Modieuze zorgen veranderen over de tijd en soms snel via de ‘sociale media’. Generieke bekommernissen veranderen – per definitie – niet, maar kunnen een latent karakter hebben afhankelijk van de sociale omgeving. Ze worden meestal manifest bij een crisis of naar aanleiding van een incident.
Maar zorg is niet alleen kommer en kwel. Zorg is ook compassie, iets voor een ander doen, bescherming, voorzien in een behoefte.

Zorg is ook zorgen voor (een kind, ouder, patiënt). Dat wordt waarschijnlijk bedoeld als men zegt dat de zorg snel verandert.
Zorgen voor iemand is complex (een ‘multitask’) en omvat communiceren, informeren, beschermen, voeden, verzorgen, genezen. Deze elementen vormen een samenhangend geheel. Sommige elementen van die complexe taak vragen specifieke kennis en kunde. Daartoe wordt hulp gevraagd van deskundigen. Daarmee neemt een deskundige de zorg (tijdelijk) in zijn geheel over. Daarmee verandert de essentie van zorgen voor iemand niet. Als een deskundige de zorg over neemt blijven communiceren, informeren, beschermen, voeden, verzorgen, genezen gelijke elementen van het zorgcomplex.
Als een essentieel element verdwijnt, is het geen zorg voor meer. Verzorgen kan niet zonder informeren, voeden, communiceren; genezen kan niet zonder verzorgen, informeren, communiceren, voeden. Als er een of meer elementen worden uitgehaald is het uitgeklede zorg. De zorg verandert snel betekent meestal dat de zorg wordt uitgekleed.

Het uitkleden van de zorg is al een tijd aan de gang. Doel lijkt de zorg zo naakt mogelijk te maken: ‘naakte zorg’ dus. De essentie van zorg verdwijnt.
De essentie van de zorg verdwijnt omdat aan de randvoorwaarden (wijze van financiering, decentralisatie, privatisering, efficiëntie) waaronder voor iemand gezorgd kan/moet worden zodanig wordt ‘gesleuteld’ dat de elementen van de zorg verschrompelen.
Die randvoorwaarden kunnen soms snel veranderen, maar ze zijn zelden onvoorspelbaar. Dergelijke veranderingen hangen al een tijd in de lucht. De roep om meer efficiëntie, het (vermeende) tekort aan menskracht in de zorg, nieuwe kennis en technieken, veranderingen in regelgeving, de veroudering van de bevolking komen niet onverwachts. Zij maken de wijze waarop voor iemand wordt gezorgd anders, omdat elementen van de zorg verdwijnen.
Het is niet langer zorg voor, maar zorg om.

De uitspraak ‘de zorg verandert snel’ wordt soms ook als een excuus gebruikt. Veranderingen in de randvoorwaarden van zorgen voor betekenen aanpassing van procedures, nieuwe bepalingen, andere vaardigheden. Die veranderingen vragen tijd (die er niet is als het als snel wordt ervaren), aanpassing (hetgeen wrijvingen kan opleveren in de organisatie) en andere kennis (die niet voldoende voorhanden is). Dat wordt als ‘het gaat allemaal te snel’ ervaren en daar wordt de zorg niet goed van.

Bij veranderingen in de randvoorwaarden van de zorg – al dan niet snel (denk aan de overheveling van zorgtaken naar gemeenten) – is het dus oppassen geblazen, maar dat gebeurt niet. Het is meer dan een ‘veranderingsvraagstuk’ dat tijd kost. Zoals gezegd, het tast de essentie van de zorg aan.
Veranderingen in randvoorwaarden – mogelijk bedoeld als ‘verbetering’ op een element (meer efficiënte verzorging door een minutensysteem, meer transparantie, meer betrokkenheid van de burger) – maakt de zorg als geheel niet per se goed. Zou de inzet van het minutensysteem of van een sensor/robot om de veiligheid te vergroten ten koste kunnen gaan van communicatie (die de onzekerheid vergroot)? Indien men luistert naar de klachten zijn de keukentafelgesprekken de zorg niet ten goede gekomen. Met de nadruk op (en het geloof in) veranderingen (‘verbeteringen’) van randvoorwaarden voor de zorg, wordt de essentie van zorg uit het oog verloren. Men gaat ‘naakte zorg’ bieden. Dat scheelt een jas, behalve voor de mantelzorger.
Ook door de diversiteit in maatregelen, door gebrek aan samenhang en door ‘ondoordachtheid’ (zoals steeds weer blijkt uit de ‘aanpassingen en bijstellingen’) van veranderingen in randvoorwaarden voor zorgen voor alsmede ook door gebrek aan kennis over zorgen voor wordt die essentie aangetast. Gaat het snel? Nee, maar wel gestaag en dat is zou iets moeten zijn om zich zorg om te maken. Waarom?

Zorg voor is een essentieel kenmerk van een samenleving; iets om zuinig op te zijn. Een gezegde luidt: zonder zorg wordt de mens niet oud. Zorgen voor is noodzakelijk voor het welzijn van mensen. Derhalve hebben veel landen een groot deel van die zorg maatschappelijk zo gereguleerd dat deze zorg beschikbaar is en gegeven kan worden. De ‘westerse wereld’ is (was?) daarin koploper. We werden dus ook steeds ouder.
De laatste 25 jaar wordt in die ‘westerse wereld’ systematisch gezaagd aan de peilers van de zorg (en dus ook aan die van de samenleving). Dat gaat langzaam, want we worden nog steeds ouder. Maar de ‘naakte zorg’ is in aantocht. Vraag het maar eens aan zorgbehoeftige mensen en mensen in nood.

Author: Wim van den Heuvel

W.J.A. (Wim) van den Heuvel is born in Nuenen, the Netherlands. He is professor emeritus of the University of Groningen and of Maastricht University, the Netherlands, but still works as advisor/consultant/researcher. After Grammar School (Dutch: ‘Gymnasium’), he got his masters in Sociology and his PhD (thesis on ‘Adjustment in Nursing Homes’) at Radboud University Nijmegen. After assistant Professor at the Institute of Social Medicine, and of the Gerontology Centre, Radboud University Nijmegen (1969-1975) he was pointed as Director of the Institute of Social Oncology (Dutch Cancer Society, KWF), Amsterdam (1976 -1980). In 1979 Queen Juliana appointed him as Professor of medical sociology, University of Groningen, Faculty of Social Sciences and Faculty of Medicine. In 1989 he also became Scientific Director of the Northern Centre for Health and Research University of Groningen. In the period 2000-2005 he was working as Professor in Rehabilitation and Handicap Maastricht University, Maastricht, also acting as Director General Institute for Rehabilitation Research and as Scientific Director of Research school of Primary Health Care Research (CaRe), Maastricht University. He was visiting professor at Syracuse University USA (1975), the University of Vienna, Austria (1997) and Titu Maiorescu University, Bucharest, Romania (2008). Besides visiting professorships he made study tours to Brazil, Australia, China, Cuba, India, New-Zealand and USA. During his professorship he supervised successfully 61 PhD students. He was project leader of various international research and development projects (financed by EU or the Dutch Ministry of Foreign Affairs), including subjects like developments of primary health care, palliative care, home care for the aged, primary health care, care for specific diagnosis like cancer, rheumatoid arthritis, and spina bifida. These projects included researchers and practitioners from Belgium, Croatia, Czech Republic, France, Germany, Greece, Ireland, Italy, Norway, Poland, Romania, Slovenia, Slovakia, Sweden, Switzerland, and United Kingdom. He received various rewards, including Academy Medal University PJ Safarit, Kosice, Slovakia, Honorary member of Romania Society of Family Medicine/General Practice, Romania, Honorary member of the European Society of Health and Medical Sociology, Honorary member Academy of Medical Sciences, Romania, Academy Medal University of Groningen, The Netherlands, Officer in Royal Order Oranje Nassau, The Netherlands, Siglium University of Krakow. He chaired – and still chairs - various national and international committees all related to scientific research in health care and gerontology.

Leave a Reply

Your email address will not be published.


Required