Neokolonialisme in de zorg: het hospice

In Wenen is in het MAK (Museum voor Kunstnijverheid) een tentoonstelling over kolonisatie en de geschiedenis van gekoloniseerden. Het is een impressieve tentoonstelling, die letterlijk een beeld geeft hoe gekoloniseerden de wereld van de kolonist zagen of moesten zien. Daarmee geeft de gekoloniseerde een spiegel van zijn historie. Wat de kolonisator belangrijk vond, is de geschiedenis van de gekoloniseerde. Voor het huidige Oostenrijk was de kolonisatie gericht op de Balkan en Oost Europa.
Van 7-10 mei was in Wenen het congres van de Europese Vereniging van Palliatieve Zorg. Juist in Wenen om de ‘Balkan’ (Oost Europa) te bereiken aldus de organisatie. Het thema was: ‘Committed to People’. Een vreemde titel voor palliatieve zorg: waar anders zou men aan toegewijd moeten zijn? De naam van de vereniging geeft een indicatie: het is niet een vereniging voor palliatieve zorg, maarvan. Het congres werd – zoals al jaren – gedomineerd door Engelse wetenschappers, die het hospice model over de gehele wereld willen exporteren. En het moet gezegd: Engelsen zijn nog steeds succesvolle kolonisatoren.

De idee van palliatieve zorg is een doorbraak in het denken over medische behandeling en zorg voor mensen met een terminale ziekte. Een van de vormen van palliatieve zorg, opvang van mensen met een terminale ziekte, in een apart instituut, was een begrijpelijke en goede reactie op het gebrek aan goede zorg en op het tekort aan aandacht voor psychosociale nood van stervende mensen in ziekenhuizen en instellingen voor langdurige zorg, terwijl thuiszorg nog in de kinderschoenen stond. In Engeland, en later in andere landen, werd zorg aan mensen met een terminale ziekte, indien nodig, geleverd in een hospice. Palliatieve zorg werd synoniem aan hospice. En een tweede beperking van de palliatieve zorg in die fase was, dat men dacht dat de zorg zich exclusief richtte op patiënten met kanker.

Palliatieve zorg is echter niet een plaatsgebonden of ziektegebonden zorg, zoals in Nederland bijvoorbeeld voor verpleeghuiszorg lang heeft gegolden. Palliatieve zorg gaat over inhoud en vormen van zorg. In verschillende andere landen, waaronder Nederland en België als voorlopers in het laatste decennium, bestaan inmiddels vele vormen van palliatieve zorg.
Palliatieve zorg is een groot goed. In landen als Bulgarije, Oekraïne en Roemenië is men niet gebaat bij institutionele voorzieningen, tenzij ze door de Engelse hospices en charitatieve fondsen worden gefinancierd. In die landen zijn palliatieve zorg thuis en waardig thuis sterven de grote onderwerpen. Die stonden niet op de agenda in de ontmoeting tussen het westen en de Balkan.

Of het hospice model de landen in bijvoorbeeld Oost Europa of Afrika past is niet relevant. De rol van gekoloniseerden is per definitie ondergeschikt. De lezingen gaan dus vooral over hospices: organisatie, workload, financiering, meer onderzoek, meer hospices, geld inzamelen, rol van vrijwilligers en vooral over ‘ervaringen’. “Hoe en waarom ik de Kilimanjaro beklom, maar het net niet haalde”. De kolonisator voert het woord, ook in en over het land van de gekoloniseerden. De laatsten tonen plaatjes in de vorm van posters, zoals de tentoonstelling in het MAK, maar nu is het geen spiegel. Het is neokolonialisme. Is het niet om te huilen?

Author: Wim van den Heuvel

W.J.A. (Wim) van den Heuvel is born in Nuenen, the Netherlands. He is professor emeritus of the University of Groningen and of Maastricht University, the Netherlands, but still works as advisor/consultant/researcher. After Grammar School (Dutch: ‘Gymnasium’), he got his masters in Sociology and his PhD (thesis on ‘Adjustment in Nursing Homes’) at Radboud University Nijmegen. After assistant Professor at the Institute of Social Medicine, and of the Gerontology Centre, Radboud University Nijmegen (1969-1975) he was pointed as Director of the Institute of Social Oncology (Dutch Cancer Society, KWF), Amsterdam (1976 -1980). In 1979 Queen Juliana appointed him as Professor of medical sociology, University of Groningen, Faculty of Social Sciences and Faculty of Medicine. In 1989 he also became Scientific Director of the Northern Centre for Health and Research University of Groningen. In the period 2000-2005 he was working as Professor in Rehabilitation and Handicap Maastricht University, Maastricht, also acting as Director General Institute for Rehabilitation Research and as Scientific Director of Research school of Primary Health Care Research (CaRe), Maastricht University. He was visiting professor at Syracuse University USA (1975), the University of Vienna, Austria (1997) and Titu Maiorescu University, Bucharest, Romania (2008). Besides visiting professorships he made study tours to Brazil, Australia, China, Cuba, India, New-Zealand and USA. During his professorship he supervised successfully 61 PhD students. He was project leader of various international research and development projects (financed by EU or the Dutch Ministry of Foreign Affairs), including subjects like developments of primary health care, palliative care, home care for the aged, primary health care, care for specific diagnosis like cancer, rheumatoid arthritis, and spina bifida. These projects included researchers and practitioners from Belgium, Croatia, Czech Republic, France, Germany, Greece, Ireland, Italy, Norway, Poland, Romania, Slovenia, Slovakia, Sweden, Switzerland, and United Kingdom. He received various rewards, including Academy Medal University PJ Safarit, Kosice, Slovakia, Honorary member of Romania Society of Family Medicine/General Practice, Romania, Honorary member of the European Society of Health and Medical Sociology, Honorary member Academy of Medical Sciences, Romania, Academy Medal University of Groningen, The Netherlands, Officer in Royal Order Oranje Nassau, The Netherlands, Siglium University of Krakow. He chaired – and still chairs - various national and international committees all related to scientific research in health care and gerontology.

Leave a Reply

Your email address will not be published.


Required