De goede voornemens zijn nog geen week nieuw en verdwenen. Alles is weer als vanouds in het nieuwe jaar. Niets is zo vergankelijk als een wens. Niets is zo verleidelijk als iets nieuws.
De wens om het anders te doen, het zoeken naar altijd iets nieuws, de wil om te breken met het verleden getuigt van een fundamentele ontevredenheid. Toch is met speculaas, kerststol en oliebollen de Nederlander een van de gelukkigste mensen ter wereld, vertellen onderzoekers in de donkere dagen aan iedereen die het horen wil. Geruststelling, bedrog, zelfbedrog? Inmiddels ziet de Nederlander de toekomst weer somber in.
Weg is het geruststellende beeld van de top 2000 van 2011: het leven is geweldig, look at the bright side of life, It was a very good year. Een nieuwe lijst met oude liedjes.
Maar het nieuwe wacht en is van mij, ik ben nieuw, uniek , alleen ik: I want to break free, Go your own way, My way . ‘I did it my way’ klinkt in Nederland vaak als het afgelopen is, opdat de achterblijvers het nieuwe alsnog mogen ontdekken. .
Er zijn andere beelden, gewenste, bedrieglijke beelden: het moet anders, het kan beter, we gaan ervoor, geen woorden maar daden: we willen meer; we hebben recht op meer; eigen volk eerst. Bedrog wordt zelfbedrog; wit – zwart. Het moet anders.
Nieuw moet, al brengt de crisis aandacht voor tweede hands dichterbij. Groen moet, dat brengt tweede hands dichterbij. De reclame maakt duidelijk dat groen voor meer geld moet, niet voor het milieu. Geld is goed, meer is goed, langer is goed.
Genoeg is out. Gewoon is out. Doe gewoon dan doe je gek genoeg is out. Gewoon oud is out en dement oud ongewenst. Wijsheid, die met de ouderdom (soms) komt, maakt niet vrolijk, maar is wel waar. Old and wise: “You have always shared my darkest hours. I’ll miss you when I go.” Lijden hoort bij leven en oud worden. Het is soms donker. Dat is niet nieuw.
Oud moet dus nieuw. Oud is alleen een wens zolang het oud worden is. Als het zover is blijkt het een probleem. Een versleten mens past niet in het gewenste beeld. Kwijlende, dwalende ‘oudjes’ worden tweede hands opgeborgen in het groen achter een hoge muur.
Oud worden zoals vroeger is achterhaald. Hardlopers waren vroeger doodlopers. Nu is het anders, moet het anders. Hardlopen is goed voor oude mensen, zich bloot stellen aan risico’s is goed voor oude mensen. Oude mensen moeten veranderen. Hoe? Het is vastgelegd in een nieuw ideologie ‘de nieuwe oudere’: begin een nieuw leven, loop risico, transplanteer wat in de weg zit, ga ver weg, rennen, rennen, rennen ….. Geruststelling, bedrog, zelfbedrog?
Rennen voor wie, wat? De dood vóór zijn. Het kan. Loop harder dan 5 kilometer per uur en je blijft de dood voor, zo laten Australische onderzoekers geloven. Niet duidelijk is of de dood te langzaam loopt of jij te snel. Hardlopers dus geen doodlopers? Zelfbedrog wordt gemakkelijk bij ‘wetenschappelijke’ gegevens. Phidippides, een getraind soldaat, overleefde de ren van Marathon naar Athene niet. Dat het een Griek was, verklaart tegenwoordig veel, maar misschien is het goed terug te gaan naar de ‘gewone oudere’.
De gewone oudere gaat op zijn tijd dood. Geloven dat men de uitzondering is, blijkt niet alleen zelfbedrog. Het is misleidend, want het miskent de klop op de deur. Die klop is nieuw, maar vaak ongewenst. De dood wordt ontlopen, rennen….. Als rennen niet meer helpt dan maar naar ‘intensive care’. Geruststellend? Nee, integendeel, zelfs de artsen lopen er weg. Zij zien wat we niet meer willen zien: oud.
‘Intensive care’ als wenselijke oplossing? Ja, voor ‘de nieuwe oudere’, die de dood wil ontvluchten. Die wens komt bedrogen uit. De laatste marathon is een intensieve lijdensweg geworden. Who wants to live forever ? “What is this thing that build our dreams yet slips away from us.” De marathon duurt te lang.
Wensen op een goede dood is een oude wijsheid. Het is de moeite waard daar op te wachten. Een goede dood is splinter nieuw voor de mens, die dood gaat. Geruststellend.