Omwentelingen: 20 jaar later

De persoonlijke kennismaking met de gevolgen van de omwentelingen in het ‘voormalig communistische Oost-Europa’ kwam ongeveer een jaar later. Een groep Tsjechisch – Slowaakse  ‘communistische gezondheidszorgmanagers’ – allen op functie gebleven, want onmisbaar – kwam op werkbezoek. De gestelde vragen getuigden van een andere wereld en een andere kijk. Dat maakte nieuwsgierig. Vliegen naar Wenen en daar door Slowaakse ‘auto met chauffeur en gordijntjes’ om alle checkpoints heen direct naar Bratislava is het beeld dat is blijven hangen van het eerste ‘tegenbezoek’. Taal en diners waren de belangrijkste belemmeringen om echt aan het werk te gaan. Dat lukte enige tijd later.
In de verschillende ‘voormalig communistische’ Oost Europese landen waren ook jonge academici die genoeg hadden van de ‘oude bazen’ en een andere weg wilden inslaan. Zij vonden gehoor bij, gevolgd door tegenwerking van de ‘oude bazen’. Ontwikkeling van cursussen en onderzoeksprojecten, met goedkeuring van die oude bazen, was een mogelijkheid een kader van veranderingsgezinde ‘angry young men’ op te bouwen. Dat was het begin. Het zou jaren duren voor de muur van ‘oude bazen’ was geslecht; het laatst in Roemenië. Er is veel veranderd. De vraag blijft of dit ten goede was.

Onderzoek onder oude mensen in Polen en Roemenië toont aan, dat vele van hen niet blij zijn met de gevolgen van de omwentelingen. Meer vrijheid, maar minder sociale zekerheid. Beschikbaarheid en kwaliteit van zorg zijn zorgelijk, medicijnen onbetaalbaar. Zij hadden zich een andere oude dagvoorgesteld.
Veel patiënten ervaren de gezondheidszorg als minder toegankelijk dan voor de omwenteling en kwaliteit moet worden betaald. Tradities om de waardering voor de hulpverlener te uiten – na verrichte diensten – via een gift in natura zijn, vervangen door zwart geld om toegang tot – hopelijk goede – zorg te krijgen.

Met de triomf van het kapitalisme kwamen de ‘zegeningen’. Marktwerking, efficiency, logistiek, privatisering werden onder leiding van adviseurs van World Bank en International Monetair Fonds opgelegd. Ze vielen in verkeerde aarde en handen. Buitenlandse investeerders, binnenlandse politici en enkele burgers, die reeds voor de omwenteling handel dreven met het ‘westen’, profiteerdenschandelijk. De kloof tussen ‘have’ en ‘have not’ is toegenomen evenals het aantal van de laatste. Burgers in de voormalige Oostblok landen zijn teleurgesteld. Hun betrokkenheid bij beleid en maatschappij is afgenomen, dit geldt met name voor de huidige dertigers, die met idealistische blik de omwentelingen zagen. Onverschilligheid, vertrek naar het ‘buitenland’, drugs gebruik zijn de symptomen bij de ‘gewone man’, corruptie – ondanks EU regelgeving – , patserigheid, onbetrouwbaarheid bij de ‘nieuwe bazen’. De ‘angry young men’ hebben het niet gered, maar ze zijn er wel met potentie!.

Komen dergelijke deze persoonlijke waarnemingen overeen met wat burgers vinden? Vinden zij, dat zij en/of hun land voordeel hebben gehad bij de ‘val van de muur’? Europa breed zegt 52% van de burgers ‘ja’ als het over het eigen land gaat en 26% als het de persoon zelf betreft. In sommige voormalige Oostblok landen zoals Tsjechië is men echter veel positiever: 71% van de Tsjechen zegt er persoonlijk op zijn vooruit gegaan en hun land nog meer, maar Roemenen en Bulgaren denken daar met 24% duidelijk minder positief over. Maar wat denken West-Europese burgers over die omwenteling? ‘Nee’ niet op vooruitgegaan, zegt 83% van de Fransen en 81% van de Oostenrijkers. Nederlanders zijn iets milder: 73% zegt nee.

Twintig jaar na de omwentelingen zijn Europese burgers van alle kanten niet onverdeeld positief over de gevolgen ervan. Een verlicht, democratisch, eerlijk Europa is niet dichterbij gekomen. Veel is veranderd, maar ten goede blijft de vraag. Nog 20 jaar om het ten goede van alle Europese burgers te laten keren of zijn alleen het ‘Oost-Europese’ problemen vanwege de omwentelingen?

Van alle Europese burgers vindt 58% het pensioensysteem in hun land slecht, in oost en west, noord en zuid. De meerderheid van die burgers vindt, dat ook van de gezondheidszorg, dus ook slecht,  meer in zuidoost dan in noordwest. Europa heeft problemen.
Corruptie is een groot probleem in het eigen land vindt 78% (!) van de EU burgers. Slechts in 3 landen (Luxemburg, Zweden en Denemarken) vindt minder dan de helft van de burgers het een groot probleem en in 8 landen (Griekenland, Bulgarije, Hongarije, Malta, Cyprus, Slovenië, Roemenië en Portogal) meer dan 90%.
Aannemen van steekpenningen door de politie is volgens 39% van de EU-burgers wijdverspreid in eigen land met Cyprus, Bulgarije en Griekenland voorop. Hetzelfde geldt voor de douane. Europese problemen. Dit komt overeen met mijn ervaringen en waarnemingen. In diverse landen heb ik het – onaangenaam en intensief – aan den lijve moeten ondervinden.

Degenen, die verantwoordelijk zijn voor onze maatschappij – de politici – zijn toch geen Europees probleem? De EU burgers menen van wel: 57% van hen denkt dat misbruik van macht/invloed ten eigen voordele wijdverspreid is in eigen land onder de landelijke politici; regionaal en plaatselijk is het bijna even erg. In Nederland en Zweden meent ‘slechts’ 29% van de burgers dit. Horende tot de 71% ‘ongelovigen’ heeft het lang geduurd voor ik de vele verhalen over corrupte politici als waarschijnlijkheid  beschouwde. Inmiddels weet ik beter en zeker. De Nederlanders ook: 96% zegt het laatste jaar via vraag of gebaar gemerkt te hebben dat van hen steekpenningen werden verwacht. In Nederland! In 2008!

Nog 20 jaar voor een eerlijk Europa als we ons best doen. Politici en beleidsmakers vormen het belangrijkste gevaar: een nieuwe muur.

Author: Wim van den Heuvel

W.J.A. (Wim) van den Heuvel is born in Nuenen, the Netherlands. He is professor emeritus of the University of Groningen and of Maastricht University, the Netherlands, but still works as advisor/consultant/researcher. After Grammar School (Dutch: ‘Gymnasium’), he got his masters in Sociology and his PhD (thesis on ‘Adjustment in Nursing Homes’) at Radboud University Nijmegen. After assistant Professor at the Institute of Social Medicine, and of the Gerontology Centre, Radboud University Nijmegen (1969-1975) he was pointed as Director of the Institute of Social Oncology (Dutch Cancer Society, KWF), Amsterdam (1976 -1980). In 1979 Queen Juliana appointed him as Professor of medical sociology, University of Groningen, Faculty of Social Sciences and Faculty of Medicine. In 1989 he also became Scientific Director of the Northern Centre for Health and Research University of Groningen. In the period 2000-2005 he was working as Professor in Rehabilitation and Handicap Maastricht University, Maastricht, also acting as Director General Institute for Rehabilitation Research and as Scientific Director of Research school of Primary Health Care Research (CaRe), Maastricht University. He was visiting professor at Syracuse University USA (1975), the University of Vienna, Austria (1997) and Titu Maiorescu University, Bucharest, Romania (2008). Besides visiting professorships he made study tours to Brazil, Australia, China, Cuba, India, New-Zealand and USA. During his professorship he supervised successfully 61 PhD students. He was project leader of various international research and development projects (financed by EU or the Dutch Ministry of Foreign Affairs), including subjects like developments of primary health care, palliative care, home care for the aged, primary health care, care for specific diagnosis like cancer, rheumatoid arthritis, and spina bifida. These projects included researchers and practitioners from Belgium, Croatia, Czech Republic, France, Germany, Greece, Ireland, Italy, Norway, Poland, Romania, Slovenia, Slovakia, Sweden, Switzerland, and United Kingdom. He received various rewards, including Academy Medal University PJ Safarit, Kosice, Slovakia, Honorary member of Romania Society of Family Medicine/General Practice, Romania, Honorary member of the European Society of Health and Medical Sociology, Honorary member Academy of Medical Sciences, Romania, Academy Medal University of Groningen, The Netherlands, Officer in Royal Order Oranje Nassau, The Netherlands, Siglium University of Krakow. He chaired – and still chairs - various national and international committees all related to scientific research in health care and gerontology.

Leave a Reply

Your email address will not be published.


Required