Ongebonden wetenschappelijk onderzoek

Nederland blijft achter als het gaat om te investeren in wetenschappelijk onderzoek. Geen vele miljarden ‘steun’ voor de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), wel voor banken en bedrijven. NWO valt nog niet om. Landen als Duitsland, Finland, Zweden en Zwitserland geven bijna het dubbele bedrag uit als percentage van hun bbp aan wetenschappelijk onderzoek. Het gaat dan wel over vele miljarden. Ik mocht als adviseur enkele keren betrokken zijn bij miljarden investeringen van de Duitse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (DFG). In Duitsland wordt wetenschappelijk onderzoek als mogelijk praktisch nut beschouwd. Onderzoekers proberen dat ook uit te leggen.

NWO ziet dat anders: ‘wetenschap heeft mogelijk geen praktisch nut en dat moet ook zo blijven’ aldus de voorzitter van NWO. En daartoe uitgedaagd stelt NWO ook geen zin te hebben om uit te leggen wat het praktisch nut zou kunnen zijn. Daarmee zou men zich verlagen tot het niveau van de gewone man. Wetenschap is blijkbaar niet(s) voor de gewone man.
Toch moeten er miljarden extra naar NWO, want wetenschap is goed als en omdat NWO dat zegt. Geen wonder dus dat Nederland achterblijft bij investeren in wetenschap. In gesprek met de voorzitter van bouwend Nederland, Drs. E. Brinkman, durft de hooggeleerde voorzitter van NWO de uitspraak aan: ‘Weet u dat er in de wetenschap geen enkel voorbeeld bekend is van een grote doorbraak door onderzoek dat met dat specifieke doel werd opgezet’. Het is maar wat wordt bedoeld met ‘grote doorbraak’ en ‘met dat doel’, maar ik denk dat er voorbeelden zijn. Dat is echter niet het punt.

Het punt is: kan een organisatie belastinggeld vragen, veel belastinggeld, zonder inhoudelijke verantwoording af te leggen aan de maatschappij. Ik denk het niet. NWO is er niet voor hetongebonden, fundamentele onderzoek (OFO), zoals de voorzitter van NWO stelt. NWO is er voor wetenschappelijk onderzoek (WO).

Deze ongebondenheid (vrijblijvendheid) heeft niet tot meer middelen of betere wetenschap geleid. Ook NWO stelt – startnotitie ter voorbereiding op de ontwikkelingsstrategie 2011-2014 – vast, dat Nederland als het op kennisinvestering aankomt terrein verliest in Europa. Dus wil men de positie in de kopgroep van Westerse landen heroveren. Als wat? Als meest nutteloze wetenschapsinvesteerder?
Laat ik duidelijk zijn. Er zijn wel redenen om voorzichtig te zijn in hoe wetenschappelijk onderzoek gepositioneerd moet worden in een tijdsgewricht waar wetenschap gevaloriseerd moet worden, TTIs worden geconstrueerd en wetenschappelijke prestaties gelijk worden gesteld met kilo’s papier. Op de gevaren daarvan heb ik 4 jaar geleden reeds gewezen (zie ‘Overbruggen’ iRv, 2005). Dus aandacht voor ongebondenheid is terecht, maar de opstelling van NWO is ambivalent.

NWO heeft zich weinig dienstbaar opgesteld en doet dat nog. NWO heeft jaren verzuimd twee bruggen te slaan: die tussen disciplines en die tussen wetenschap en praktijk. En het heeft gefaald het wetenschappelijk debat in Nederland te voeren.
Het heeft geen sterke reputatie als het over multidisciplinair onderzoek gaat. De organisatie vorm werkt hier eerder ontmoedigend (evenals voor het wetenschappelijk debat). Goed is dat dit alles (en meer) wordt onderkend in de genoemde notitie.

Maatschappelijke uitdagingen vragen juist om een multidisciplinaire benadering, maar aan maatschappelijke uitdagingen laat NWO zich niets gelegen liggen (zie de citaten hierboven).
Toch blijken ‘ongebondenheid’ en ‘geen doorbraken door gerichte stimulering’ snel te verbleken bij al deze kritiek.

In de genoemde notitie staat, dat geld voor fundamenteel onderzoek zal worden ingezet voor vragen, die uit de samenleving komen.  Het is nog sterker, men wil een betere samenwerking met het rijksbrede onderzoeksbeleid en er komt subsidie om kennis beter te benutten. Ook internationaal kiest men niet voor ongebondenheid: men richt zich op ‘emerging economies’, hetgeen op zich niet meer kennis oplevert.  En tenslotte wil NWO zich als intermediair tussen wetenschap en samenleving naar voren schuiven. Veel ambities waarvoor men de kwaliteiten niet heeft.

NWO slaat door na jaren van maatschappelijk isolement. Het gaat om de eigen marktpositie en daarmee om het vermogen, dat gekoppeld is aan kennis. Het gaat niet om kennis van vermogen en behoud van vindingrijkheid.
Ongebondenheid is niet verkeerd, maar wetenschappers moeten zich wel iets gelegen laten liggen aan de maatschappij, die hen betaalt zonder te bepalen. Dat getuigt van vertrouwen en dat mag niet beschaamd worden. Dat vraagt openheid en uitleg. Wetenschap is noch waardevrij noch waardeloos. Wetenschap verdient openheid en uitleg.

Author: Wim van den Heuvel

W.J.A. (Wim) van den Heuvel is born in Nuenen, the Netherlands. He is professor emeritus of the University of Groningen and of Maastricht University, the Netherlands, but still works as advisor/consultant/researcher. After Grammar School (Dutch: ‘Gymnasium’), he got his masters in Sociology and his PhD (thesis on ‘Adjustment in Nursing Homes’) at Radboud University Nijmegen. After assistant Professor at the Institute of Social Medicine, and of the Gerontology Centre, Radboud University Nijmegen (1969-1975) he was pointed as Director of the Institute of Social Oncology (Dutch Cancer Society, KWF), Amsterdam (1976 -1980). In 1979 Queen Juliana appointed him as Professor of medical sociology, University of Groningen, Faculty of Social Sciences and Faculty of Medicine. In 1989 he also became Scientific Director of the Northern Centre for Health and Research University of Groningen. In the period 2000-2005 he was working as Professor in Rehabilitation and Handicap Maastricht University, Maastricht, also acting as Director General Institute for Rehabilitation Research and as Scientific Director of Research school of Primary Health Care Research (CaRe), Maastricht University. He was visiting professor at Syracuse University USA (1975), the University of Vienna, Austria (1997) and Titu Maiorescu University, Bucharest, Romania (2008). Besides visiting professorships he made study tours to Brazil, Australia, China, Cuba, India, New-Zealand and USA. During his professorship he supervised successfully 61 PhD students. He was project leader of various international research and development projects (financed by EU or the Dutch Ministry of Foreign Affairs), including subjects like developments of primary health care, palliative care, home care for the aged, primary health care, care for specific diagnosis like cancer, rheumatoid arthritis, and spina bifida. These projects included researchers and practitioners from Belgium, Croatia, Czech Republic, France, Germany, Greece, Ireland, Italy, Norway, Poland, Romania, Slovenia, Slovakia, Sweden, Switzerland, and United Kingdom. He received various rewards, including Academy Medal University PJ Safarit, Kosice, Slovakia, Honorary member of Romania Society of Family Medicine/General Practice, Romania, Honorary member of the European Society of Health and Medical Sociology, Honorary member Academy of Medical Sciences, Romania, Academy Medal University of Groningen, The Netherlands, Officer in Royal Order Oranje Nassau, The Netherlands, Siglium University of Krakow. He chaired – and still chairs - various national and international committees all related to scientific research in health care and gerontology.

Leave a Reply

Your email address will not be published.


Required