Er is een nieuw akkoord over hoe de problemen in de gezondheidszorg op te lossen. Zijn er dan problemen? Ja, maar dat is binnenkort verleden tijd. Met veel tromgeroffel is het Integraal Zorgakkoord (IZA) aangeboden aan de Tweede Kamer. Iedereen werkt samen met iedereen om een zo goed mogelijk zorgsysteem te realiseren, stelt het akkoord. Het IZA meldt, dat de eerstelijnszorg heel belangrijk is om alle ambities in dit akkoord waar te maken, i.e. de huidige (vele) problemen in de zorg op te lossen en niet te laten terugkomen, mag men aannemen? De ‘partij’, die over de eerste lijn gaat, heeft het akkoord echter niet ondertekend! Who cares?
Welke problemen zijn er in de zorg? Een oproep voor ‘bijscholingen in de zorg’ vraagt om sprekers en goede voorbeelden. Sprekers ter zake vinden is blijkbaar problematisch even als goede voorbeelden. Volgens de oproep zijn regionale samenwerking, het personeelstekort en de digitalisering in de “spoedzorgketen”, beschikbaarheid/bereikbaarheid van acute zorg in verpleging/verzorging/thuiszorg en implementatie van kwaliteitsstandaarden (m.n. in de acute zorg) problemen, die aandacht vragen. Samengevat: er zijn overal problemen in de zorg (verpleging, verzorging, intensive care, thuiszorg) met personeel, financiering, organisatie en kwaliteit. Mede door de pandemie is de aanwezigheid van deze problemen nog duidelijker geworden. En dat levert (extra) werk op voor adviseurs. Vragen te over: Wat is de beste veranderingsstrategie om arbeidstekorten te verkleinen? Hoe de eerste lijn te herstructureren (lees: leren samen te werken). Hoe digitalisering te versnellen? Maar als er al antwoorden komen, die haalbaar zijn (quod non), blijft de vraag over: leiden de ‘oplossingen’ tot betere zorg? En ook die vraag wordt niet beantwoord. Verwacht men, dat het spreekwoord “goed voorbeeld doet goed volgen” in de zorgpraktijk werkt? Blijkbaar, want men zoekt ook naar ‘goede voorbeelden’.
De adjectiva van zorg geven echter te denken: integrale zorg, passende zorg, essentiële zorg, de juiste zorg op de juiste plek, inhaalzorg, thuiszorg, eerste lijnszorg, mantelzorg, vrijwilligerszorg, professionele zorg, intensieve zorg, langdurige zorg, ambulante zorg, klinische zorg, acute zorg en acute ouderenzorg. Hoeveel ‘goede voorbeelden’ zijn er nodig? De vraag blijft echter: wat is zorg?
Het werkwoord ‘zorgen’ geeft aan, dat men doet wat nodig is, hulp biedt, gerust stelt, ondersteunt, maar ook dat men ongerust is, het niet vertrouwt. Zorgzaam is een kwaliteit, die gepaard gaat met interesse, begrip, vaardigheid, kennis. Zorg vereist betrokkenheid, maar ook kennis, vaardigheid, financiering, ethiek, wetgeving. Een combinatie van deze kwaliteiten zou men ‘goede zorg’ kunnen noemen. Die combinatie vraagt om organisatie en daar zijn betrokkenheid van wetgever, professionals (dus opleiders), financiers, bestuurders en klanten voor nodig. En gezien de complexiteit vraagt het om toezicht. Zorg is complex.
Bij een complex ‘iets’ zijn bij iedere verandering problemen te verwachten. Daarom dient men vóór iedere voorgenomen verandering (in casu in de zorg), duidelijk te maken wat de beoogde verandering (verbetering?) voor ieder van de ‘spelers’/organisaties betekent, hoe men denkt dit uit te voeren (implementeren) en of de ‘patiënt’ er beter van wordt. Op basis daarvan kan men starten met “The proof is in the pudding”. De kwaliteit, de juistheid, de betekenis voor de patiënt, de haalbaarheid voor professional en organisatie moet in de praktijk worden getoond. In de proeftuin worden de (onverwachte) problemen, waar men op stoot, opgelost (als alles ‘goed’ gaat). Helaas is daarmee de verandering/vernieuwing/verbetering in de zorg nog geen gemeengoed. Dan moet nog blijken of het ‘akkoord’ in de praktijk wordt uitgevoerd. Het is zorgelijk, dat er nu al een handtekening ontbreekt. Oplossingen? Zorgelijk!