Umbruchkompetenz.

In de NRC van 7 januari jl. stond Juurd Eijsvogel stil bij het vermogen om met ingrijpende veranderingen om te gaan. Dat heet – zo vertelde hij – in Duitsland Umbruchkompetenz. Het is een begrip, dat vraagt om nader te bekijken en dat deed hij, gericht op de recentste eenwording van Duitsland. Zijn nadere beschouwing paste bij een vraag, die – n.a.v. de toeslagaffaire – actueel is: kan een mens zich schamen voor iets, dat die mens niet weet? Het lijkt zo. Een Nederlandse politicus zei: ‘Ik wist het niet. Ik schaam mij diep’. Dan blijft toch de vraag: had de politicus het kunnen weten? En als dat zo is, zou dat een reden voor schaamte kunnen zijn? Zou dat iets te maken met Umbruchkompetenz in Nederland?
En een andere vraag is: als de politicus het had niet had kunnen weten, maar wel had moeten weten, wie moet zich dan schamen? De ambtenaar? Het (informatie)systeem? Een systeem kan zich niet schamen. Is ‘ik wist het niet’ een vorm van zwakke Umbruchkompetenz? Geen schuld kunnen bekennen?

Wordt misschien bedoeld te zeggen: ik schaam mij, omdat ik er niets aan deed? Een andere politicus zei: ‘Ik kan mij het niet zo herinneren’. Op de vraag, wat hij bedoelde met ‘niet zo’, was het antwoord: ‘dat het zo erg was’. Deze politicus wist dus dat er fouten waren gemaakt, maar dat was geen reden om in te grijpen, want het was ‘niet zo erg’ (dacht hij mogelijk). Dezelfde politicus bleek enkele jaren later ook niet te begrijpen, hoe ingrijpend de aardbeving schade in Groningen was voor de mensen, die daar woonden. Ook die aanpak vertoont kenmerken van de toeslagaffaire. Umbruchkompetenz? Nee, erger. Het is weglopen van de maatregelen, die men heeft genomen en wegkijken van de gevolgen daarvan. En dat is niet allen wat ‘de politiek’. Het is gemeengoed geworden. Het lijkt, dat Nederland niet het vermogen heeft om met ingrijpende veranderingen om te gaan.

Het recentste voorbeeld: de corona aanpak. Niets geleerd van de toeslagaffaire! Niet alleen staat Nederland op een na laatste in Europa als het om de aanpak van vaccinatie gaat. De hele aanpak is een product van pappen en nathouden. Dat kan nuttig zijn voor de lijnen in de scheepsvaart, maar niet bij een pandemie. Niet polderen, maar eenduidige maatregelen nemen, die gehandhaafd worden. Handhaven? Nederland heeft al 30 jaar een gedoogbeleid. Dus wat is het argument om een avondklok niet in te stellen? Het is niet te handhaven, zei de minister van justitie recentelijk; inderdaad hij is het levend voorbeeld van het niet nakomen van corona-regels. Kan dat? Natuurlijk: gedoogbeleid. Kan het anders? Niet in Nederland: geen Umbruchkompetenz.
Als zelfs ministers (en hun ambtenaren, die ooit waren hooggewaardeerde functionarissen waren en een garantie voor behoorlijk en rechtvaardig bestuur) de waarheid proberen te verbergen, is ‘fake nieuws’ natuurlijk de oplossing; ook in Nederland. En politici voelen dat ‘haarfijn’ aan, zo leert de recente geschiedenis in de VS. En er komt nog iets bij: het gebrek aan duidelijkheid: kloppen de cijfers, wat is het effect van een maatregel? Als informatie niet duidelijk is, slaat de twijfel (terecht/mogelijk) toe en is ‘fake nieuws’ niet te voorkomen. Zou een politicus dat niet weten?
Maar laten we eerlijk zijn: een mens kan niet alles weten of niet altijd weten dat het ‘zo’ was. Er is – volgens sommigen – wel een Alwetende, maar daar hoor je niet van. Dus pappen en nat houden tot de storm gaat liggen, dat past bij Nederland. Maar ook dan kan men te laat komen: denk aan de watersnoodramp van 1953. Maar toen werd er toch ingegrepen! Inderdaad dat was een ingrijpende verandering: de Deltawerken. Maar toch: de put werd gedempt, toen het kalf verdronken was.

Zelfs de put wordt niet meer gedept. Ingrijpen is in het beleid tegenwoordig een brug te ver. Pappen en nathouden; na ons de zondvloed. Ja, dat is ook een manier om met een pandemie om te gaan, maar de prijs is hoog. Nederland heeft geen Umbruchkompetenz nodig! En dat geldt niet alleen voor de ‘politiek’. Het is overal te zien. Zien vraagt wel de bereidheid om te kijken, te analyseren en het vermogen om ingrijpende veranderingen te durven nemen. Het lukt nog niet met kleine veranderingen. Dat hoeft ook niet; nee, het mag niet: het is mijn vrijheid. Na mij de zondvloed.

Author: Wim van den Heuvel

W.J.A. (Wim) van den Heuvel is born in Nuenen, the Netherlands. He is professor emeritus of the University of Groningen and of Maastricht University, the Netherlands, but still works as advisor/consultant/researcher. After Grammar School (Dutch: ‘Gymnasium’), he got his masters in Sociology and his PhD (thesis on ‘Adjustment in Nursing Homes’) at Radboud University Nijmegen. After assistant Professor at the Institute of Social Medicine, and of the Gerontology Centre, Radboud University Nijmegen (1969-1975) he was pointed as Director of the Institute of Social Oncology (Dutch Cancer Society, KWF), Amsterdam (1976 -1980). In 1979 Queen Juliana appointed him as Professor of medical sociology, University of Groningen, Faculty of Social Sciences and Faculty of Medicine. In 1989 he also became Scientific Director of the Northern Centre for Health and Research University of Groningen. In the period 2000-2005 he was working as Professor in Rehabilitation and Handicap Maastricht University, Maastricht, also acting as Director General Institute for Rehabilitation Research and as Scientific Director of Research school of Primary Health Care Research (CaRe), Maastricht University. He was visiting professor at Syracuse University USA (1975), the University of Vienna, Austria (1997) and Titu Maiorescu University, Bucharest, Romania (2008). Besides visiting professorships he made study tours to Brazil, Australia, China, Cuba, India, New-Zealand and USA. During his professorship he supervised successfully 61 PhD students. He was project leader of various international research and development projects (financed by EU or the Dutch Ministry of Foreign Affairs), including subjects like developments of primary health care, palliative care, home care for the aged, primary health care, care for specific diagnosis like cancer, rheumatoid arthritis, and spina bifida. These projects included researchers and practitioners from Belgium, Croatia, Czech Republic, France, Germany, Greece, Ireland, Italy, Norway, Poland, Romania, Slovenia, Slovakia, Sweden, Switzerland, and United Kingdom. He received various rewards, including Academy Medal University PJ Safarit, Kosice, Slovakia, Honorary member of Romania Society of Family Medicine/General Practice, Romania, Honorary member of the European Society of Health and Medical Sociology, Honorary member Academy of Medical Sciences, Romania, Academy Medal University of Groningen, The Netherlands, Officer in Royal Order Oranje Nassau, The Netherlands, Siglium University of Krakow. He chaired – and still chairs - various national and international committees all related to scientific research in health care and gerontology.

Leave a Reply

Your email address will not be published.


Required