Van droom naar daad in de zorg

Vier jaar heeft Nederland nu ervaring met de marktwerking in het nieuwe zorgstelsel. Een zorgstelsel, dat is ontworpen door economen en opgezet om de marktmechanismen hun werk in de zorg te laten doen. De idee is ruim twintig jaar geleden ontwikkeld door de commissie Dekker, de ex-top man van Philips, waarbij mijn kritiek toen was: de zorg is geen gloeilamp. Men droomde van wel.
Het moet gezegd: het nieuwe zorgstelsel is een geweldig succes. De hele wereld kijkt naar Nederland. Terecht. Het succes moet volgens de patiënten- en consumentenorganisatie ook worden getoond. Deze organiseert, het is ‘de week van reflectie in de zorg’, een conferentie: tussen droom en daad. Hoe is de droom werkelijkheid geworden?.

Het is gelukt om in deze vier jaar de kosten van de zorg te doen stijgen, inclusief de zorgpremie voor de basisverzekering, en de kwaliteit van de zorg te doen dalen. Natuurlijk is de bewindspersoon, die dit heeft bedacht en ingevoerd, een econoom dus, trots op dit succes. Hij zegt het zelf. In een andere functie ziet hij inmiddels toe op de correcte werking van de markt. Om de markt te laten werken moet de klant wel weten, dat het een markt is. Dat moet de zorgklant in Nederland nog leren. De overheid helpt daarbij. De no-claim korting is afgeschaft, een verplicht eigen risico is ingevoerd. Gratis zorg, dat had u gedroomd.

Natuurlijk is het is nog niet allemaal perfect, maar het succes is onmiskenbaar. Zo signaleert de consumentenbond, dat er nauwelijks kwaliteitsverschillen zijn tussen zorgverzekeraars. Geweldig, het maakt dus niet uit welke zorgverzekeraar u kiest. Maar de kwaliteit, die de zorgverzekeraar levert, was toch, samen met de premie, juist het marktmechanisme om klanten te trekken en de beste zorgaanbieders te selecteren? Het zou toch de zorgverzekeraar zijn, die de rol van regisseur namens de klant vervult en zorgt voor lage kosten en hoge kwaliteit? Lage kosten worden bereikt door efficiënter in te kopen (onderhandelen met zorgaanbieders), door meer klanten aan te trekken, die komen omdat de zorg bij die verzekeraar goedkoper en beter is, en/of door bepaalde zorghandelingen uit te sluiten.. Een marktredenering. Goedkoper en beter is volgens de huidige minister de verkeerde volgorde; het moet zijn: beter en dus goedkoper. Wat is dat voor een redering? De vorige minister, de econoom, hield het op goedkoper.

Bij de zorgaanbieders heeft het marktgedrag geleid tot menig bankroet; een ramp voor patiënten, een nachtmerrie voor de bewindslieden en een testcase voor de marktwerking in het zorgstelsel. Zonder overheidsingrijpen, die dit selectief en tegen de marktmechanismen in doet, blijkt menig zorgaanbieder om te vallen. De zorgverzekeraar moet ook bijspringen, omdat deze met de vallende zorgaanbieder nog een contract heeft. Daarmee komt de bedrijfscontinuïteit (lees winst en bonus) van de verzekeraar in gevaar, dus moeten de premies omhoog en worden kosten selectiever vergoed. En dat laatste lukt. Ziedaar het succes van droom naar daad. In vier jaar is de zorgpremie met gemiddeld 28% toegenomen! Voor die hogere premie en een verplichte eigen bijdrage kan een patiënt niet naar iedere kliniek als hij zijn ziektekosten vergoed wil krijgen. De patiënt kan altijd kiezen! Wil men vergoeding dan moet de voorkeurskliniek, van de zorgverzekeraar wel te verstaan, niet van de klant. Een geneesmiddel dient – wil men vergoeding – niet alleen een ‘staatsmedicijn’ te zijn, het moet ook via de internet apotheker besteld worden.

Vreemd, dat de helft van de verzekerden in Nederland meent dat men erop achter uit is gegaan in het ‘nieuwe zorgstelsel’. Die hebben het nog niet begrepen. Meer lessen zijn nodig. Maar, zegt de minster, die trots is op ‘zijn zorgstelsel’, we zijn er nog niet! Meer commerciële ziekenhuizen zijn nodig (de huidige minister ligt daar weer wakker van), de artsen moeten minder gaan verdienen (de huidige minister heeft daar nachtmerries over, maar de ex-minister wil het geld zelf uit hun zakken slaan; nu dapper, toen niet) en de zorgverzekeraars moeten nog selectiever zijn in hun keuze van zorgaanbieders. En de klant dan? De klant? Mij een zorg, denkt de econoom; het gaat om de markt.

Toch twijfelt de ‘uitvinder’ van het ‘nieuwe zorgstelsel’ ’s nachts wel eens. De premies blijven maar stijgen. Als het zo doorgaat kunnen we de zorg over tien jaar niet meer betalen. ‘Het nieuwe zorgstelsel heeft zich zeker nog niet bewezen’ hoort hij zichzelf zeggen als hij wakker wordt. Er moet dus echt iets veranderen in de gezondheidszorg, weet de ‘uitvinder’. Ja, en dat was precies de aanleiding om een ‘nieuw zorgstelsel’ in te voeren vier jaar geleden.

De zorg is geen gloeilamp. Om een zorgstelsel te veranderen dient men verstand te hebben, ook van zorg. Op basis van de inhoud van zorghandelingen en de werkwijze in de zorg kan de zorg daadwerkelijk veranderen, in kwaliteit en kosten. Zorghandelingen zijn deels ‘evidence based’ en deels ‘experience based’ en zijn geen eenduidig product. Zorgprocessen variëren en fluctueren noodzakelijkerwijze, omdat het product niet eenduidig is. Zorg is geen gloeilamp en geen lopende band. Kosten berekenen is routine evenals toezicht op de markt. Er komt een zorgcrisis aan. De droom blijkt een nachtmerrie na vier jaar. De nakende zorgcrisis vereist visie en daadkracht, geen rekenroutine. Zorg gaat namelijk over meer dan centen.

Author: Wim van den Heuvel

W.J.A. (Wim) van den Heuvel is born in Nuenen, the Netherlands. He is professor emeritus of the University of Groningen and of Maastricht University, the Netherlands, but still works as advisor/consultant/researcher. After Grammar School (Dutch: ‘Gymnasium’), he got his masters in Sociology and his PhD (thesis on ‘Adjustment in Nursing Homes’) at Radboud University Nijmegen. After assistant Professor at the Institute of Social Medicine, and of the Gerontology Centre, Radboud University Nijmegen (1969-1975) he was pointed as Director of the Institute of Social Oncology (Dutch Cancer Society, KWF), Amsterdam (1976 -1980). In 1979 Queen Juliana appointed him as Professor of medical sociology, University of Groningen, Faculty of Social Sciences and Faculty of Medicine. In 1989 he also became Scientific Director of the Northern Centre for Health and Research University of Groningen. In the period 2000-2005 he was working as Professor in Rehabilitation and Handicap Maastricht University, Maastricht, also acting as Director General Institute for Rehabilitation Research and as Scientific Director of Research school of Primary Health Care Research (CaRe), Maastricht University. He was visiting professor at Syracuse University USA (1975), the University of Vienna, Austria (1997) and Titu Maiorescu University, Bucharest, Romania (2008). Besides visiting professorships he made study tours to Brazil, Australia, China, Cuba, India, New-Zealand and USA. During his professorship he supervised successfully 61 PhD students. He was project leader of various international research and development projects (financed by EU or the Dutch Ministry of Foreign Affairs), including subjects like developments of primary health care, palliative care, home care for the aged, primary health care, care for specific diagnosis like cancer, rheumatoid arthritis, and spina bifida. These projects included researchers and practitioners from Belgium, Croatia, Czech Republic, France, Germany, Greece, Ireland, Italy, Norway, Poland, Romania, Slovenia, Slovakia, Sweden, Switzerland, and United Kingdom. He received various rewards, including Academy Medal University PJ Safarit, Kosice, Slovakia, Honorary member of Romania Society of Family Medicine/General Practice, Romania, Honorary member of the European Society of Health and Medical Sociology, Honorary member Academy of Medical Sciences, Romania, Academy Medal University of Groningen, The Netherlands, Officer in Royal Order Oranje Nassau, The Netherlands, Siglium University of Krakow. He chaired – and still chairs - various national and international committees all related to scientific research in health care and gerontology.

Leave a Reply

Your email address will not be published.


Required