Zorg kan altijd goedkoper

De Nederlandse gezondheidszorg kost de staat in 2010 63 miljard. De bewindslieden van het Ministerie voor Volksgezondheid worden geacht 20% bezuinigingen te realiseren in de komende periode. Nederland geeft als percentage van het bruto binnenlands product (bbp) van staatswege ruim twee keer zoveel uit aan de gezondheidszorg als Roemenië. Ook in Roemenië moet bezuinigd worden; het percentage moet van ruim 4% naar 2,6%. Een streefdoel voor Nederland? Het is heel eenvoudig. Verbetering van de kwaliteit van zorg vergroot de doelmatigheid, volgens een Nederlandse christelijke volksvertegenwoordiger vorige week bij de begrotingsbehandeling Volksgezondheid. Hoe beter des te goedkoper. Hoe wordt meer kwaliteit bereikt? Spreek de burger aan op zijn verantwoordelijkheid: ‘Ziek? Eigen schuld’. ‘Zorg nodig? Regel het zelf’.

Roemenië toont dat de zorg inderdaad veel goedkoper kan. Goedkoper is het Nederlandse beleidsdoel; dus er valt wat te leren. In Roemenië is geen geld voor medicijnen, dus moet de zieke dat zelf betalen, als deze tenminste medicijnen wil. Het is de verantwoordelijkheid van de burger. In Nederland wordt dat ‘anders’ aangepakt’. De medicijnen, die de patiënt al jaren ‘goed doen’, blijken niet op de ‘uitverkooplijst’ van het ministerie van Volksgezondheid te staan. Als de patiënt diewil moet hij dat zelf betalen. Natuurlijk kan hij medicijnen vergoed krijgen, alleen de ‘staatsmedicijnen’. Daar wilde men in Roemenië nu zo graag van af na 40 jaar ‘staatservaringen’.

Nu verschilt het morbiditeitpatroon in Nederland en Roemenië. Andere ziektebeelden vragen om andere behandelingen en om een andere aanpak als het om kwaliteit van zorg gaat. Nederland heeft veel mensen met een chronische aandoening . De minister van Volksgezondheid vraagt om betere zorg voor chronisch zieken (dat zijn burgers die een chronische aandoening hebben). Die zorg wordt dan goedkoper zo stelt de minister bij de behandeling van zijn begroting. Dus opnieuw: beter wordt goedkoper. Impliciet stelt de minister met zijn stellingname dat die zorg voor mensen met een chronische aandoening én niet goed is én te duur is. De marktwerking, zo meent dezelfde minister, zal veel doelmatigheidswinst opleveren.

Het is de oude grammofoonplaat van het ‘wetenschappelijk bureau’ van het CDA. Nu zijn geen van de bureaus van de politieke partijen wetenschappelijk, maar dat terzijde. Waar het om gaat dat menig (huidig) politicus besmet is geraakt door het ‘marktwerkingvirus’. Daarmee is een nieuw geloof ontstaan waar – kenmerkend voor geloof – hardnekkig aan wordt vastgehouden. In de jaren negentig moest marktwerking en privatisering de gezondheidszorg in Roemenië ‘redden’ volgens de World Bank. Het werd een ramp. In dezelfde periode ontwikkelde ‘wetenschappers’ binnen Nederlandse ‘polit bureau ‘s’ het geloof van de marktwerking. Tegen het virus is nog geen prik ontwikkeld. En als die er zou zijn, zou de gelovige niet gaan voor een prik.

Nee, men wil niet af van het marktvirus. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) adviseert de minister van Volksgezondheid dat volledige prestatiebekostiging de beste manier is om de beste zorg tegen delaagste prijs te leveren. Het beste is het goedkoopste. Een kind weet, dat het beste meer kost. De NZa niet. Aan de deskundigheid van de NZa kan op diverse gronden getwijfeld worden (zoals ik ook al eerder heb aangegeven). In meer ziekenhuizen dreigen financiële tekorten o.a. door te hoge productiekosten. Bij een liberalisering van de markt leidt hoge productie tot meer inkomsten, dus wordt de zorg duurder. Het gaat in de zorg niet om de patiënt, maar om de productie, zo heb ik meermalen aangetoond. En inderdaad, de minister maakt zich inmiddels zorgen. Artsen zouden patiënten steeds vaker overbehandelen aldus de minister. Tja, de markt werkt altijd!
Natuurlijk zijn de Nederlandse regeringspartijen zijn voor marktwerking, maar dat mag niet leiden tot hogere kosten of meer handelingen. Als dat gebeurt, komt dat omdat de zorgverzekeraars hun ‘nieuwe taak’ in de gezondheidszorg niet waar maken, weet de woordvoerder van de PvdA, die – frappant detail – tot voor kort zelf zorgverzekeraar was.

Als het goedkoop moet, dan levert Roemenië lessen. Het budget voor de gezondheidszorg moet teruggebracht naar 2,6% van het bbp. Volgens deskundigen is 6% van het bbp nodig om de grootste knelpunten op te vangen. Het gaat om de volgende knelpunten: te kort aan gekwalificeerde artsen (die gaan naar privé klinieken of het buitenland), gebrek aan geneesmiddelen (pijnbestrijding is luxe, mensen met een chronische aandoening krijgen minder geneesmiddelen), ernstig zieke patiënten wordt toegang tot behandeling/zorg geweigerd  (de dood van mijnheer Lazarescu),  gebrek aan veilige apparatuur en gebouwen (ongelukken, infecties zijn ‘normaal’) en gebrek aan verzorging (vervuiling, infecties, uitdroging zijn ‘normaal’). De eerste symptomen zien we ook in de Nederlandse gezondheidszorg. Zoals altijd zijn de meest kwetsbare burgers het eerst de klos (zie FNV zwartboek compensatieregeling medicijnen).

Teleurstellend is het gebrek aan ‘creativiteit’ in Nederland om de gezondheidszorg goedkoper te maken, terwijl met het scheiden van wonen en zorg reeds een goede aanzet was gegeven. Met de functionele bekostiging in de gezondheidszorg, die de minister nu aan het ontwikkelen is, is Nederland op de goede, goedkope weg. Alle zorgfuncties worden omschreven om na te gaan wat tot zorg hoort en wat niet. Op basis daarvan kan het basispakket worden aangepast, de burger via aanvullende verzekering en/ of eigen bijdragen ‘luxe pakketten’ toevoegen.
Gebaseerd op ervaringen elders zijn de resultaten: te onderscheiden functies zijn behandeling (invasief – niet invasief), verpleging (injectie, verband), verzorging (wassen, bed opmaken), wonen (bed, slapen, dagverblijf), voeding (dieet – niet-dieet), vrije tijd (winkelen, koffie drinken, tv kijken). Via het basispakket worden invasieve behandeling en verpleging vergoed. De patiënt betaalt zelf rechtstreeks alle woonfuncties en alle vrije tijd functies (men kan ook thuis tv kijken en slapen). Bij de kostprijs zijn de investeringen, die een zorginstelling moet maken om de functies aan te bieden, inbegrepen. Gebruik dagverblijf vraagt een extra toeslag indien er een infectierisico is. Voor niet-dieet voeding zorgt men zelf. Voor het nuttigen van de voeding dient een hygiëne premie betaald te worden. De patiënt hoeft niet te eten, maar wil dat. Verzekering tegen deze kosten is verboden om de patiënt prijsbewust te laten blijven. Een 24 uur verblijf in het functiebekostigde ziekenhuis kost de patiënt, als hij eet en op een 6 persoonskamer verblijft, ongeveer € 600 Voor de overige functies (niet invasieve behandeling, verband aanleggen, wassen, bed opmaken, twee of een persoonskamer) kan men kiezen voor uit een aanvullend verzekeringspakket.
De voorlopige verwachtingen zijn, dat het aantal patiënten in Nederlandse zorginstellingen drastisch zal dalen, de kosten van de gezondheidszorg kunnen worden bijgesteld tot ongeveer 4,5% van het bbp en het aantal klachten zal toenemen. Dat laatste, omdat de Nederlander graag voor een dubbeltje op de eerste rij wil zitten. Die tijd is echt voorbij.

Het volgende kabinet zal, met het oog op de ervaringen in Roemenië, als doelstelling voor de kosten van de volksgezondheid 2,5% van het bbp opnemen. Vervolgens verschijnen in de programma’s van de politieke partijen voorstellen om de zorg als collectieve voorziening af te schaffen. Goedkoper kan het niet. Dat is dus het beste.

Author: Wim van den Heuvel

W.J.A. (Wim) van den Heuvel is born in Nuenen, the Netherlands. He is professor emeritus of the University of Groningen and of Maastricht University, the Netherlands, but still works as advisor/consultant/researcher. After Grammar School (Dutch: ‘Gymnasium’), he got his masters in Sociology and his PhD (thesis on ‘Adjustment in Nursing Homes’) at Radboud University Nijmegen. After assistant Professor at the Institute of Social Medicine, and of the Gerontology Centre, Radboud University Nijmegen (1969-1975) he was pointed as Director of the Institute of Social Oncology (Dutch Cancer Society, KWF), Amsterdam (1976 -1980). In 1979 Queen Juliana appointed him as Professor of medical sociology, University of Groningen, Faculty of Social Sciences and Faculty of Medicine. In 1989 he also became Scientific Director of the Northern Centre for Health and Research University of Groningen. In the period 2000-2005 he was working as Professor in Rehabilitation and Handicap Maastricht University, Maastricht, also acting as Director General Institute for Rehabilitation Research and as Scientific Director of Research school of Primary Health Care Research (CaRe), Maastricht University. He was visiting professor at Syracuse University USA (1975), the University of Vienna, Austria (1997) and Titu Maiorescu University, Bucharest, Romania (2008). Besides visiting professorships he made study tours to Brazil, Australia, China, Cuba, India, New-Zealand and USA. During his professorship he supervised successfully 61 PhD students. He was project leader of various international research and development projects (financed by EU or the Dutch Ministry of Foreign Affairs), including subjects like developments of primary health care, palliative care, home care for the aged, primary health care, care for specific diagnosis like cancer, rheumatoid arthritis, and spina bifida. These projects included researchers and practitioners from Belgium, Croatia, Czech Republic, France, Germany, Greece, Ireland, Italy, Norway, Poland, Romania, Slovenia, Slovakia, Sweden, Switzerland, and United Kingdom. He received various rewards, including Academy Medal University PJ Safarit, Kosice, Slovakia, Honorary member of Romania Society of Family Medicine/General Practice, Romania, Honorary member of the European Society of Health and Medical Sociology, Honorary member Academy of Medical Sciences, Romania, Academy Medal University of Groningen, The Netherlands, Officer in Royal Order Oranje Nassau, The Netherlands, Siglium University of Krakow. He chaired – and still chairs - various national and international committees all related to scientific research in health care and gerontology.

Leave a Reply

Your email address will not be published.


Required