Jaren geleden trad een regering aan, die het land in trok om aan het volk te vragen ‘wat zijn jullie noden’. Na 100 dagen rondreizen maakte de regering plannen, die weliswaar niet getuigde van inzicht en wijsheid, maar bol stonden van ‘samen’. Samen zonder solidariteit; alleen samen.
De vergrijzing diende aangepakt. Is dit beloftevol voor bejaarden of niet? Er komen steeds meer bejaarden en ze leven ook nog eens langer, schreef de regering en dat deed een gitzwart scenario als oplossing vermoeden. Gelukkig bleef dat uit.
Het werd langer werken, waar goede redenen voor zijn. Participatie van bejaarden aan maatschappelijke processen en preventie van kwetsbaarheid bij bejaarden werden niet als belangrijk gezien. Wel zouden bejaarden zelf meer moeten zorgen. En de regering zou dan zorgen voor betere kwaliteit van zorg, meer privacy in ‘zorghuizen’ (om precies te zijn: in 2010 ieder op een eenpersoonskamer, tenzij de bewoner dit niet wenst), en meer inzet van technologie om een verondersteld gebrek aan menskracht in de zorg op te vangen.
Het schrikbeeld uit die drie voornemens is de zorgrobot, die geen fout maakt, dus ook geen woord te veel zegt en tijdig alles afsluit waardoor privacy is gegarandeerd. Een zorginnovatieplatform, geleid door de twee bewindslieden verantwoordelijk voor zorg en bejaarden, maar waarin geen bejaarde zit, zou dit mogelijk moeten maken. Het is een geluk dat er niets gebeurd is. Bejaarden kennen het gezegde nog: geluk bij een ongeluk.
Inmiddels is de regering naar huis. Maatregelen, die de positie van ouderen in de samenleving verbeteren, zijn uitgebleven. De vertegenwoordigers van bejaarden (‘ouderenorganisaties’) zijn zonder protest door de bewindslieden drie jaar ‘aan de praat’ gehouden, met koffie en koekjes als variant op ‘kraaltjes en spiegeltjes’.
Daar, waar de vertegenwoordigers van bejaarden een krachtige stem hadden kunnen laten horen, zoals bij het debat over het staatspensioen – bijvoorbeeld met een voorstel om het staatspensioen met 70 jaar te doen ingaan – was het oorverdovend stil. Als mosterd na de maaltijd vraagt de ‘bejaardenclub’ bijna een half jaar later aandacht voor de werkgelegenheid van de 55-65 jarigen.
Het is nog erger, drie jaar na de ‘regeringsvisie’ gebaseerd op de gesprekken met Nederlandse burgers (terzijde: met geen bejaarde gesproken), concludeert de ‘bejaardenclub’ naar aanleiding van de Miljoenennota 2010, dat het kabinet ‘weinig positief gerichte en integrale aandacht heeft voor de groeiende groep ouderen in Nederland. …… ouderen worden … vooral als kostenpost neergezet’. Na drie jaar! Er heeft toch iets anders in de koffie gezeten….. Zelfs het gezegde ‘beter laat dan nooit’ biedt hier geen soelaas.
De regering is naar huis. Wat is er terecht gekomen van de beloftes, waar de ‘bejaardenclub’ koffiedrinkend in geloofde?
Privacy in verpleeghuizen is niet verder gekomen en niet omdat bewoners geen eenpersoonskamer wensen. De idee was op voorhand gedoemd te mislukken zonder miljoenen investeringen. Het was een praatje voor de vaak, dan bleven die oudjes rustig.
De kwaliteit van de zorg voor bejaarden is niet verbeterd. Gelukkig is de idee van de ‘kwaliteitsbonus’ (een pervers voorstel van de vertrokken staatssecretaris om hulpverleners, die hun werk doen conform de professionele standaarden, een extraatje te geven) door het voorbeeld van de bankiers van tafel gevallen.
De kwaliteit van de mensen werkzaam in de zorg is niet vooruitgegaan, wel hun aantal, Zoals elders aangegeven: niet meer handen zijn nodig, maar betere handen. En in dit geval is – als uitzondering op de regel; voor de vertrekkende minister een gouden standaard – beter ook nog goedkoper.
Wat is bereikt is, dat vergrijzing een kwaadaardige verschijnsel is, bejaarden een maatschappelijk probleem zijn, die te veel kosten en niet voor zichzelf zorgen. Het wachten is op de ‘Partij voor Verjaarden’ (PvV).