Wetenschap is vooruitgang. Wetenschap is cultuur. Wetenschap is macht. Deze ideeën zorgen ervoor dat velen zich met wetenschap bemoeien, soms ten goede, soms ten kwade. Tot voor kort. Francis Bacon (1561-1626) was een uitgesproken vertegenwoordiger van het idee, dat wetenschap de mensheid vooruit brengt. Wetenschappelijke inzichten bestrijden vooroordelen, vergroten de horizon. Wetenschap ontdekt nieuwe werelden. Bacon was een voorloper van de Verlichting en de ‘uitvinder’ van de inductiemethode (waarnemen en experimenteren), maar niet nadat hij zich in de politiek had vergaloppeerd. Het kwam toch nog goed, omdat hij ervan leerde.
Vele wetenschappers geloven (impliciet) in de heilsboodschap van de wetenschap. Het eigen gelijk staat daarbij veelal centraal, waarmee de bredere context uit het zicht verdwijnt. Daarmee storen wetenschappers de ontwikkeling van de wetenschap en worden zij als cultuurdragers mede verantwoordelijk voor het verval ervan. Het is tijd voor een wake-up call.
Wetenschap beoefenen is onderdeel van het Europese culturele erfgoed. Onderwijs, opleiding, toegang tot (wetenschappelijke) kennis en cultuur vormen de basis voorwaarden. Classificaties, publicaties, voordrachten, uitvoeringen, bibliotheken en internet komen wetenschap en cultuur ten goede en maken (nieuwe) inzichten en horizons bereikbaar voor (bijna) iedereen. Dat komt de mensheid ten goede. Dat was het idee van ‘verlichting’ en ‘emancipatie’. Dat ideaal is m.i. nog steeds relevant, maar volgens de baas van het Sociaal en Cultureel Planbureau achterhaald. Dat geeft te denken en reden voor zorg. Om cultureel erfgoed te behouden dienen de basisvoorwaarden te zijn gegarandeerd. Dat vraagt beleid; sturen en leiden. De vraag is door wie? Hoewel ministers aangewezen dienaren zijn, blijken zij in de praktijk weinig dienstbaar. Ook van een Sociaal en Cultureel Planbureau mag weinig steun worden verwacht. Sturen en leiden zijn niet genoeg. Essentieel zijn visie en bevlogenheid. Bij gebrek aan ‘beter’ is het aan cultuurdragers zelf om de basisvoorwaarden veilig te stellen.
Komen de beste cultuurdragers (wetenschappers, musici, acteurs, auteurs) dan bij voorkeur in aanmerking? Lastig! Bacon meende de wetenschappers de staat het best konden besturen. De retorische vraag is of dat nog steeds geldt. Wetenschap wordt zoals alle cultuuruitingen – steeds meer – beïnvloed door economische en politieke belangen, leert onderzoek naar wetenschapsbeoefening. Dus lijkt de idee van Bacon achterhaalt; het gaat minder en minder om ‘l’art pour l’art’. Daarmee onderscheiden wetenschappers en andere cultuurdragers zich minder en minder van beleidsmakers en politici. Maar stel, dat het wetenschappers (als exponenten van cultuurdragers) moeten zijn, dan ligt het voor de hand de besten te kiezen. Wie de besten zijn is niet zo eenvoudig vast te stellen. Degenen, die het meest publiceren of het meeste publiek trekken volgens hen, die geloven in concurrentie en markt (het nieuwe geloof dat alle problemen oplost). Andere criteria leiden tot andere keuzes. Als het gaat om kwaliteit, interpretatie, waarheidsvinding zijn de veelschrijvers en publiekstrekkers niet vanzelfsprekend. Wie te storen voor de taak van Bacon en wie met rust te laten is een lastig keuze. Deze keuze is echter niet meer aan de orde.
Wetenschap was macht. Natuurlijk is de wereld veranderd, maar meer dan dat. Feiten zijn geen feiten meer. Realiteiten zijn niet alleen waarnemingen, ze zijn ook virtueel. Vervreemding – ooit een signaal voor revolutie en protest – is aan de macht, dagelijks te downloaden als nieuwe realiteit. De virtuele wereld doet feiten, maatschappelijke waarden, sociale contacten vervagen; sociale samenhang wordt virtueel. Een (nog) betere wereld wordt niet gezocht via kennis en analyse, maar gevonden in het zelf gecreëerde universum. Wat is waar, wat is echt, wat is van waarde, wat is objectiviteit – elementen voor wetenschapsbeoefening en cultuur – zijn niet gestelde vragen in de virtuele wereld noch in het huidige politieke debat, dat zich kenmerkt door ‘fact free politics’. De politiek ondersteunt profiterend, niet debatterend de vervreemding.
In deze virtuele wereld is wetenschap storend en cultuur overbodig. Feiten, die niet stroken met de gewenste wereld, worden terzijde geschoven. Voordrachten, uitvoeringen die enige diepgang of aandacht vragen zijn ‘elitair’ en ‘discriminerend’. Dat is eerder vertoond en nog nooit goed afgelopen voor de samenleving. Vele cultuurdragers lopen – opnieuw – opportunistisch achter de nieuwe wereld en het nieuwe geloof aan. Andere hangen ‘niet storen’ aan de deur in de waan, dat zij zo ontsnappen. Het wordt tijd te storen. Het niet gebruiken van wetenschappelijke inzichten in beleid (het beïnvloeden van het menselijk samenleven) werd ooit gezien als nalatig, als onbehoorlijk. Toen kennis macht was, was het onthouden van kennis een machtig middel ten kwade. Nu regeert de leugen, die niet meer wordt herkend.
Wetenschap wordt wakker. Er ligt een taak en een uitdaging: door waarheidsvinding bijdragen aan een menswaardige samenleving. Dat is vooruitgang, ontwikkeling en cultuur. Wetenschappelijke inzichten leggen oorzaken van vervreemding bloot; geen fraai gezicht, storend zelfs, maar geen reden om (om) te draaien. Bacon was zo verstandig de politiek in te ruilen voor de wetenschap. Hij was geïnteresseerd in wat echt is, wat waar is. Dat heeft de mensheid verder gebracht.