Zorgcrisis door overheid, niet door markt

Onlangs mocht ik een aantal lezingen geven voor toekomstige topmanagers in de gezondheidszorg. Zoals dat betaamd discussieerden we over de toekomst van de zorg. Nu valt over de toekomst weinig met zekerheid te zeggen, maar de topmanagers in spe waren het over een zaak eens: degereguleerde markt is niet meer weg te denken uit de zorg. Dezelfde dag las ik een uitspraak van de staatssecretaris van VWS: ‘De zorg is geen markt’. Nee, natuurlijk niet, als de overheid ingrijpt indien een zorginstelling door ‘verkeerd beleid’ failliet dreigt te gaan. Dat ingrijpen gebeurt natuurlijk in het belang van de ‘cliënt’? Maar markt werkt alleen als die zijn werk kan doen.

Een failliet ziekenhuis is politiek echter onverkoopbaar evenals een failliete instelling voor mensen met beperkingen. Faillissement vanwege beleid en management, dus subsidieert de overheid failliete banken en failliete zorginstellingen.
Om cliënten meer invloed te geven en de zorg te laten voldoen aan wat zij belangrijk vinden is ooit het persoonsgebonden budget ingevoerd. Mogelijk zou dat ook de doelmatigheid bevorderen in de thuiszorg en/of de kosten beperken. Het functioneren van de thuiszorginstellingen staat inmiddels ter discussie. De PGB markt is overgenomen door malafide handelaren. De overheid grijpt dus in.
Zouden de toekomstige topmanagers in de zorg dat bedoeld hebben met ‘gereguleerde marktwerking’?

De uitspraak ‘de zorg is geen markt’ heeft gevolgen. De overheid is van plan een einde te maken aan de commercie in de gezondheidszorg. Toch? Dat strookt niet met het perspectief, dat de vorige minister van Volksgezondheid heeft geschetst: commerciële, winstgevende zorgaanbieders. Dat laatste was minder dan 3 jaar geleden. ‘Nieuw beleid’ heet ‘Ruimte en rekenschap voor zorg en ondersteuning’. Ruimte, dus geen einde aan commercie? In de langdurige zorg mag commercie helemaal niet (van de staatssecretaris) en in de ziekenhuizen een beetje (van de minister) en in de thuiszorg is het al foute boel. Dat vraagt om regeltjes. Dus komt er meer regeltjesbeleid.

Ruim tien jaar geleden werd tijdens een congres over het toekomstige beleid van de gezondheidszorg door de overgrote meerderheid van de deelnemers geconcludeerd, dat de gezondheidszorg niet aan de condities van marktwerking voldeed. Dit was tegen het zere been van de toenmalige leider van de liberale partij. Knarsetandend gaf hij toe, dat er sprake was van een ‘imperfecte markt’ in de zorg. Om die imperfectie weg te halen diende de markt gereguleerd. Mijn stelling was toen en is: dan is het dus geen markt. Later heeft die partij in dit dossier zijn gram gehaald. En dus moest er een gereguleerde markt in de zorg komen. Deze ideologie zit inmiddels dus tussen de oren van de managers in de zorg.

Drie nog belangrijkere conclusies van dat congres, tien jaar geleden, waren: introductie van marktwerking gaat ten koste van de solidariteit in de zorg, tast de kwaliteit van de zorg aan en leidt niet tot kostenvermindering (bij gelijkblijvende kwaliteit).
De schandalen in ziekenhuizen, zorginstellingen en thuiszorg hebben inmiddels die schadelijke gevolgen genoegzaam aangetoond. Er moeten nog meer regeltjes komen om die marktwerking te ‘controleren’; faillissement van beleid.

Regeltjes? Ja, meer invloed van cliëntenraden. Immers zo luidt de eerste zin van het ‘nieuwe beleid’: ‘In de zorg is het van belang dat de cliënt centraal staat’. En wat doen die cliëntenraden dan zoal? Wanbeleid laten onderzoeken. Is dat niet wat te laat voor slecht behandelde patiënten? Hadden we niet een Inspectie voor de Volksgezondheid? Ja, ook nieuwe regeltjes: de inspectie van d Volksgezondheid gaat fusies beoordelen op de consequenties voor kwaliteit en bereikbaarheid. Maar die komen toch pas echt in zicht na de fusie, zo leert de ervaring? Ja, regeltjes: aandeelhouders krijgen in zorginstellingen een ondergeschikte stem. Wie investeert er nog? En hoe weegt me het private belang (van de aandeelhouder) tegen het belang van de cliënt?  Ja, regeltjes: de bestuurders moeten meer zeggenschap krijgen over zorgprofessionals als het over kwaliteit gaat. Dus de oude discussie over de autonomie van de professional zal weer oplaaien. Terecht. Immers nu al worden – op aandringen van managers – patiënten opgenomen om een bed te vullen, ook al is het professioneel niet gepast en/of noodzakelijk en door de cliënt niet gewenst. Ja, regeltjes: er wordt een ‘early warning system’ opgezet om te waarschuwen als de continuïteit van de zorg in gevaar komt. De put wordt gedempt als de patiënt overleden is. Regeltjes werken nooit allen. Dat heeft men intussen ook bedacht. Dus, als het dan nog niet goed gaat? Dan kan er een interim manager worden aangesteld.
Dit alles kan alleen bedacht zijn door dwazen (interim managers en adviesbureaus). En de overheid zet dit ook nog om in beleid.

Zorg was ooit in handen van professionals, vakmensen met een hart voor de zorg. Zij waren bereid verantwoordelijkheid te nemen voor de zorg van hun patiënten. Door hun expertise, betrokkenheid en verantwoordelijkheid kregen zij het vertrouwen van patiënten (nu consumenten). Zij werden ook daarom gerespecteerd. Zij werden gesteund door betrokken burgers, verzameld in verenigingen. De bestuurders daarvan zagen – met respect – toe op fatsoenlijk gedrag en honorering van de werkers in de zorg. Zorg was een zorg voor iedereen. Inderdaad, nostalgie.

Natuurlijk waren beleid en aanpassing in de zorg noodzakelijk. Maar via de markt? De markt werkt altijd en onverbiddelijk. En de gevolgen zijn ernaar: een crisis in de zorg. Mensen met chronische aandoeningen, mensen in acute nood en mensen in een kwetsbare positie komen te kort: zij ontvangen slechte zorg, sterven onnodig en worden misbruikt.

De crisis in de zorg is het gevolg van ‘wellustig welbewust beleid’ van een ‘terugtredende’ overheid. De crisis wordt niet veroorzaakt door de markt. De markt gaat voor direct resultaat en graait als de kans zich voordoet. Doet men dat niet handig dan gaat men voor de bijl. Dat is het einde.
Met ‘nieuwe beleid’ keert de overheid terug met het antwoord: de markt in de zorg werkt altijd met regeltjes. De realiteit leert iets anders. Acceptatie van graaien door bestuurders van zorgorganisaties breekt de solidariteit af. De gevolgen van slecht zorgbeleid honoreren door subsidies te verstrekken leidt tot verdere verslechtering van de kwaliteit. Beleid continueren, dat dergelijke wantoestanden veroorzaakt, leidt tot gebrek aan vertrouwen.

Introductie van marktwerking in de zorg was een denkfout. Kan gebeuren. Met meer regeltjes blijft het geloof in de gereguleerde markt en het profijt ervan voor de manager tot verdriet van de patiënt. Tja, dat komt ervan als je als patiënt centraal staat: daar vallen de klappen.

Author: Wim van den Heuvel

W.J.A. (Wim) van den Heuvel is born in Nuenen, the Netherlands. He is professor emeritus of the University of Groningen and of Maastricht University, the Netherlands, but still works as advisor/consultant/researcher. After Grammar School (Dutch: ‘Gymnasium’), he got his masters in Sociology and his PhD (thesis on ‘Adjustment in Nursing Homes’) at Radboud University Nijmegen. After assistant Professor at the Institute of Social Medicine, and of the Gerontology Centre, Radboud University Nijmegen (1969-1975) he was pointed as Director of the Institute of Social Oncology (Dutch Cancer Society, KWF), Amsterdam (1976 -1980). In 1979 Queen Juliana appointed him as Professor of medical sociology, University of Groningen, Faculty of Social Sciences and Faculty of Medicine. In 1989 he also became Scientific Director of the Northern Centre for Health and Research University of Groningen. In the period 2000-2005 he was working as Professor in Rehabilitation and Handicap Maastricht University, Maastricht, also acting as Director General Institute for Rehabilitation Research and as Scientific Director of Research school of Primary Health Care Research (CaRe), Maastricht University. He was visiting professor at Syracuse University USA (1975), the University of Vienna, Austria (1997) and Titu Maiorescu University, Bucharest, Romania (2008). Besides visiting professorships he made study tours to Brazil, Australia, China, Cuba, India, New-Zealand and USA. During his professorship he supervised successfully 61 PhD students. He was project leader of various international research and development projects (financed by EU or the Dutch Ministry of Foreign Affairs), including subjects like developments of primary health care, palliative care, home care for the aged, primary health care, care for specific diagnosis like cancer, rheumatoid arthritis, and spina bifida. These projects included researchers and practitioners from Belgium, Croatia, Czech Republic, France, Germany, Greece, Ireland, Italy, Norway, Poland, Romania, Slovenia, Slovakia, Sweden, Switzerland, and United Kingdom. He received various rewards, including Academy Medal University PJ Safarit, Kosice, Slovakia, Honorary member of Romania Society of Family Medicine/General Practice, Romania, Honorary member of the European Society of Health and Medical Sociology, Honorary member Academy of Medical Sciences, Romania, Academy Medal University of Groningen, The Netherlands, Officer in Royal Order Oranje Nassau, The Netherlands, Siglium University of Krakow. He chaired – and still chairs - various national and international committees all related to scientific research in health care and gerontology.

Leave a Reply

Your email address will not be published.


Required