Dag na en voor arbeid

Gisteren was het de dag van de arbeid, die wereldwijd wordt ‘gevierd’. Aan de oproep van Karl Marx ‘Arbeiders aller landen verenigt u’ is ruim gehoor gegeven. Een slogan die de arbeidersbeweging (de vakbeweging) heeft gestimuleerd en sinds enige decennia resulteerde in de ‘vakbond’(‘unions’). In de vakbond staan niet het vak en onderlinge ondersteuning bij tegenslag (zoals bij de gilden in de Middel Eeuwen en de eerste ‘moderne vakbeweging’) langer centraal, maar de belangenbehartiging om de sociaaleconomische positie van de arbeiders te verbeteren. De vakbondsleiders moeten boven de arbeiders uit stijgen om hun belangen te kunnen behartigen en om in het politieke machtsspel mee te kunnen doen: proletarisch opportunisme. De vakbondsleider moet de taal kennen van minister en kapitalist. Nederland had een sprekend voorbeeld van proletarisch opportunisme: Fortuin. Begrijpelijk opportunisme , want ‘wiens taal men spreekt diens oor men heeft’. Maar ook geldt de variant op het Nederlandse spreekwoord ‘wiens taal men spreekt diens brood men eet’.

De ‘verheffing’ van de arbeider uit zijn mensonwaardige situatie was het doel dat Marx voor ogen stond. De taal was die van het proletariaat. De leiders van de arbeiders bezigen niet de taal en de regels van de kapitalist, maar leren de kapitalist de taal en de normen van het proletariaat. Emancipatie van de arbeider, waarbij de werkvloer het voor het zeggen had in plaats van het kapitaal, met hun leiders als woordvoerders. Aan het eind van de 19de eeuw dacht Marx dat een internationale arbeidersbeweging een einde zou maken aan de uitbuiting van het arbeidersproletariaat en aan het ‘uitgebreideld kapitalisme’ van de 19de  eeuw. Aan het begin van de 21ste eeuw is het kapitalisme heersender dan ooit, opnieuw veroorzaker van wereldwijde crisis. De arbeidersbeweging is verdwenen; vakbondsleiders spelen mee in machtsspelletjes zonder achterban. Dat leidt tot problemen.

In Nederland heerst crisis in de vakbond. De arbeidersbeweging en arbeiderspartij hechten aan een soort rood: rood pluche. Een ongekroonde koningin in machtsstrijd met ongekroonde koningen; allen op zoek naar richting en sleutel, maar geen idee waar te zoeken. Om de beweging tot beweging te verleiden heeft een bemiddelaar de oude sleutel gevonden: de werkvloer. Het devies: arm in arm. De bestuurders van de vakbonden zijn dat al lang vergeten. Werkvloer? Niets arm in arm; het gaat om eigen positie; zelf baas spelen; rood pluche. Daarom zijn partijen van en voor de arbeid niet in staat om over de eigen schaduw heen te springen.

De dag na de dag van de arbeid. Er is op 1 mei voor de partij van de arbeid en arbeidersbond in Nederland niets meer te vieren. Er wordt geen poging meer gedaan, zelfs niet in een ‘modern jasje’. De 1 mei ‘viering’ in eens het grootste ‘arbeidersparadijs’ had zo een modern jasje. Geen vlaggenparades, wapenschouw en machtsvertoon, maar voor de ballonnen uit lopen Putin en Medvedev arm in arm over het rode plein. Arm in arm voor het ‘arbeidersparadijs’ waar het aantal miljonairs spectaculair stijgt over de rug van de arbeiders. De bemiddelaar in Nederland adviseert ook arm in arm. Het resultaat voor de arbeider is voorspelbaar: armer.

De ‘moderne arbeider’ wordt niet uitgebuit. Hij is ‘geëmancipeerd’. Dus wordt hij ‘verleid’. De voormannen van de vakbeweging zouden zeggen: bedonderd. De verleiding heet tevredenheid. Ook voor de boterham van tevredenheid is enkele decennia geleden gewaarschuwd. In Nederland is de arbeidersproductie hoog, zeer hoog. Tevreden arbeiders zijn productiever. Dus is het voor het kapitaal zaak arbeiders tevreden te maken. Hoe? Door een mengeling van brood en spelen aangereikt door het kapitaal. De werkgever zorg voor het brood. De arbeider, geëmancipeerd als hij is, beslist zelf wat te kopen op de markt van de spelen. Het vraagt naast het brood om flexibele arbeidstijden, voldoende vrije dagen en deeltijd arbeid en ruime keuze uit ‘geluksartikelen’. De markt van geluksartikelen wordt beheerd door de kapitalist. Alles onder controle.

De leiders van de vakbond in Nederland hebben geen geluksartikelen in de aanbieding en blijven zeuren over afgedankte speeltjes. Ze feesten niet op 1 mei noch gaan ze arm in arm zoals de bemiddelaar op 1 mei voorstelde. Zij feesten een dag eerder, vermomd in  oranje. Het hoogtepunt van de oranje vakbond: massaconcerten, ballonnen en bier. Inderdaad, de dictatuur van het proletariaat, georkestreerd door de kapitalist.

Author: Wim van den Heuvel

W.J.A. (Wim) van den Heuvel is born in Nuenen, the Netherlands. He is professor emeritus of the University of Groningen and of Maastricht University, the Netherlands, but still works as advisor/consultant/researcher. After Grammar School (Dutch: ‘Gymnasium’), he got his masters in Sociology and his PhD (thesis on ‘Adjustment in Nursing Homes’) at Radboud University Nijmegen. After assistant Professor at the Institute of Social Medicine, and of the Gerontology Centre, Radboud University Nijmegen (1969-1975) he was pointed as Director of the Institute of Social Oncology (Dutch Cancer Society, KWF), Amsterdam (1976 -1980). In 1979 Queen Juliana appointed him as Professor of medical sociology, University of Groningen, Faculty of Social Sciences and Faculty of Medicine. In 1989 he also became Scientific Director of the Northern Centre for Health and Research University of Groningen. In the period 2000-2005 he was working as Professor in Rehabilitation and Handicap Maastricht University, Maastricht, also acting as Director General Institute for Rehabilitation Research and as Scientific Director of Research school of Primary Health Care Research (CaRe), Maastricht University. He was visiting professor at Syracuse University USA (1975), the University of Vienna, Austria (1997) and Titu Maiorescu University, Bucharest, Romania (2008). Besides visiting professorships he made study tours to Brazil, Australia, China, Cuba, India, New-Zealand and USA. During his professorship he supervised successfully 61 PhD students. He was project leader of various international research and development projects (financed by EU or the Dutch Ministry of Foreign Affairs), including subjects like developments of primary health care, palliative care, home care for the aged, primary health care, care for specific diagnosis like cancer, rheumatoid arthritis, and spina bifida. These projects included researchers and practitioners from Belgium, Croatia, Czech Republic, France, Germany, Greece, Ireland, Italy, Norway, Poland, Romania, Slovenia, Slovakia, Sweden, Switzerland, and United Kingdom. He received various rewards, including Academy Medal University PJ Safarit, Kosice, Slovakia, Honorary member of Romania Society of Family Medicine/General Practice, Romania, Honorary member of the European Society of Health and Medical Sociology, Honorary member Academy of Medical Sciences, Romania, Academy Medal University of Groningen, The Netherlands, Officer in Royal Order Oranje Nassau, The Netherlands, Siglium University of Krakow. He chaired – and still chairs - various national and international committees all related to scientific research in health care and gerontology.

Leave a Reply

Your email address will not be published.


Required