Tot vorige week stond mijn besluit vast: ik ga niet stemmen op 12 september voor de Tweede Kamer verkiezingen. Voor het eerst in mijn leven ga ik niet stemmen. Niet dat ik zweef, maar er is niets te kiezen: geen visie, geen samenhangend verhaal over de toekomstige (in)richting van Nederland, geen zicht op een concreet plan voor een toekomstige samenleving. Op zijn best zijn de verkiezingen anno 2012 volksvermaak en op zijn slechts volksverlakkerij. Opiniepeilingen en spelletjes op de tv overtuigen de burger: u moet kiezen!
Vroeger, toen ik nog moest stemmen, was ik blij dat ik mocht. Er was keuze uit visies, uit een mogelijke, nieuwe toekomstige samenleving. Pas later ontdekte ik dat onder de visies geen programmatische aanpak lag en dus mislukking.
Later, toen ik mocht stemmen, vond ik dat ik ook moest: burgerplicht en voorbeeld voor de kinderen: stemmen hoort bij burgerschap. De roep ‘laat je stem niet verloren gaan’, ‘kom op voor jezelf’ was nog niet populair; nu roepen politici dat steeds harder gevolgd door stem op mij, mij, ik! Toen stemden de meeste burgers voor het belang van het algemeen, ‘ons aller belang’. Dat was geen loze kreet zoals nu ‘dit prachtige land’.
Op wie ga je stemmen vroeg mijn dochter vorige week. Ik ga niet, zei ik. Pap, dat kan niet, zei zij. Je moet gaan. Ze had gelijk, maar het probleem blijft: gebrek aan visie en te veel en te goedkoop volksvermaak. Het dagelijkse nieuws over ‘wie is de grootste, wie wordt de winnaar’ gevolgd door ‘wie doet het met wie’ maakte schrijnend duidelijk dat zelfs de – door de belastingbetaler betaalde – publieksvoorlichters niet geïnteresseerd waren in de inhoud. Moeten spelletjes als ‘waar – niet waar’ de burger naar het stemlokaal lokken? Bij de volgende verkiezingen spelen de politici een culturele aflevering als ‘boer zoekt vrouw’ of verblijven zij in volkse, authentieke programma’s bij hun bloedeigen zigeuner- of herdersfamilie.
De spelletjes hebben het gebrek aan inhoud en verantwoording verdoezeld. Politici varen daar wel bij. Wat heeft men nu echt gedaan in de laatste jaren. Hoe duidelijk en concreet zijn de plannen voor de toekomst (niet dus en het CPB maar doorrekenen). De spelletjes laten opvallend zien, dat de uitspraken en opgesomde feiten van de politici meestal half waar zijn (het is maar een spelletje).
In de afgelopen jaren was er evenveel kans op beleid gebaseerd op foute feiten en ondeugdelijke analyses dan omgekeerd. De gevolgen van het beleid, gebaseerd op halve waarheden, ervaart de burger dagelijks in het gebrek aan kwaliteit van zorg, in de chaos van verkeerspleinen en snelheidsborden, in de stijgende werkeloosheid…. Wie neemt daar de verantwoordelijkheid voor?
Waar kiezen we voor? Luister naar de oneliners: ‘De sterkste schouders …De zwakken mogen niet ….Het milieu is duidelijk…. Investeer in …… Ondernemingszin moet worden …. Onderwijs is de basis…. Vrijheid van mening is …. Eigen volk …. Luister naar het gekissebis over ‘uitgaan van wat mensen kunnen’ versus ‘rekening houden met wat mensen niet kunnen’; dat is altijd gelijk spel. Niemand heeft het echt over de burger, over de ander, maar over het eigen belang. Stem op de partij waar jij beter van wordt, op die aardige man, op de leuke opmerking. Stem op mij.
Geen wonder dat de maatschappelijke betrokkenheid afneemt als politici die niet hebben (of mogelijk niet weten wat dat is: waar of nietwaar?). Een burger die wil kiezen voor een betere samenleving heeft het moeilijk. Waar wordt de schets gegeven van de voorwaarden en noodzakelijke maatregelen voor de leefbaarheid van de wereld, de kwaliteit van het bestaan, de samenhang in de samenleving, omzien naar elkaar? Die schets is er niet. Er is geen samenhangende programma voor een betere samenleving. Ook niet voor ‘plannen’ als ‘ons mooie land verder helpen’, ‘ons door de crisis loodsen’, ‘onze zorg weer betaalbaar maken’, ‘ons land weer aan ons teruggeven’. Leuzen en onwaar! Dat blijkt op de laatste avond voor de kiezers aan het woord is komen. Zonder schaamte zeggen de leidende politici: die schets maken we later samen, na de verkiezingen. Dus als de burger kleur heeft bekend. Zij maken een compromis: van alles wat, maar vooral een heel klein beetje. Dan verandert er dus niets. Somber gestemd vandaag.