Kunst en wetenschap in de gezondheidszorg

Kunst is niet alleen tegenwicht voor het reductionisme, een nu dominante vorm van wetenschapsbeoefening, kunst loopt ook voorop op de wetenschap, mede dankzij oog voor samenhang en observatie. De voorbeelden en analyses, die Jonah Lehrer in zijn boek ‘Proust was een neuroloog’ geeft, zijn stimulerend om na te denken over de verhouding tussen kunst en wetenschap. Tegenwicht tegen reductionisme en de aanwezigheid van brede samenhangen zijn ook het onderliggende idee in de analyses van Fritjof Capra in ‘De eenheid van leven’ over de overeenkomsten tussen biologie, psychologie en sociologie.  In de praktijk, waar deze 3 disciplines bijeenkomen, lijkt de kunst het van de kunde te verliezen. Lijkt!

In de praktijk van de gezondheidszorg wordt terecht gevraagd om evidence based handelen. Hoe die evidentie verkregen moet worden is een punt van discussie. Aan de terreur van de gerandomiseerde klinische trials (RCT) als enige methode om evidentie aan te tonen komt een einde. Een oude wetenschappelijk methode, de observatie, is nooit weg geweest in de praktijk van de gezondheidszorg en mag ook weer gelden als wetenschappelijk bewijs. Veel fundamenteel onderzoek is observationeel; RCTs zijn daar veelal zinloos of onmogelijk.

Een goede dokter is een scherpe waarnemer, waarbij gedrag, klacht, formulering, geur, tijdstip en omgeving in samenhang worden beschouwd. Die samenhang analyseren en doorzien leiden tot een vaststelling en een voorstel: de klinische blik. En die blik heeft evidentie. Kunde is daarbij hard nodig. Bij evidentie gaat het om waarheidsvinding; het bewijs is een middel.
Een goede dokter, een goede verpleegkundige hebben weinig baat bij een maatschappij, waar evidentie gekoppeld wordt aan marktwerking. Marktwerking leidt niet tot goede hulpverleners. Bij marktwerking gaat het om de prijs; de efficiëntie is het doel.

Ook bij kunst gaat het om waarheidsvinding en observatie. De kunstenaar experimenteert en heeft daarbij meer vrijheid dan de hulpverlener vanwege het verschillende subject. De kunstenaar is bezig met een zoektocht naar de essentie van een gebaar, een gevoel, een vorm, een samenleving, een relatie, een kleur, een geur. Wordt dat vastgesteld en voorgesteld, dan is dat kunst. De essentie vinden kan op vele manieren, maar observeren en analyseren van een patroon zijn noodzakelijke middelen. Ook kunde is hard nodig. En marktwerking leidt niet tot goede kunstenaars.

Kunst en goede zorg zijn beide onbetaalbaar. En beide leiden tot en geven veel genot. Noch het een noch het ander mag als luxe worden gedefinieerd. Kunst en goede zorg zijn beide ‘genezend’. Kunst helpt patiënten en de wetenschap.

Hoe kunst en wetenschap in de gezondheidszorg van elkaar leren laat Jan Dequeker zien in zijn boek ‘De kunstenaar en de dokter. Anders kijken naar schilderijen’. Zorgvuldige klinische observaties binnen schilderijen leiden tot een vaststelling en voorstel. Dat kan alleen als de voorstelling op het schilderij, al dan niet bij toeval, de essentie heeft geraakt.
Een dergelijke analyse opent nieuwe perspectieven voor wetenschap en voor de medische en kunstgeschiedenis.

Author: Wim van den Heuvel

W.J.A. (Wim) van den Heuvel is born in Nuenen, the Netherlands. He is professor emeritus of the University of Groningen and of Maastricht University, the Netherlands, but still works as advisor/consultant/researcher. After Grammar School (Dutch: ‘Gymnasium’), he got his masters in Sociology and his PhD (thesis on ‘Adjustment in Nursing Homes’) at Radboud University Nijmegen. After assistant Professor at the Institute of Social Medicine, and of the Gerontology Centre, Radboud University Nijmegen (1969-1975) he was pointed as Director of the Institute of Social Oncology (Dutch Cancer Society, KWF), Amsterdam (1976 -1980). In 1979 Queen Juliana appointed him as Professor of medical sociology, University of Groningen, Faculty of Social Sciences and Faculty of Medicine. In 1989 he also became Scientific Director of the Northern Centre for Health and Research University of Groningen. In the period 2000-2005 he was working as Professor in Rehabilitation and Handicap Maastricht University, Maastricht, also acting as Director General Institute for Rehabilitation Research and as Scientific Director of Research school of Primary Health Care Research (CaRe), Maastricht University. He was visiting professor at Syracuse University USA (1975), the University of Vienna, Austria (1997) and Titu Maiorescu University, Bucharest, Romania (2008). Besides visiting professorships he made study tours to Brazil, Australia, China, Cuba, India, New-Zealand and USA. During his professorship he supervised successfully 61 PhD students. He was project leader of various international research and development projects (financed by EU or the Dutch Ministry of Foreign Affairs), including subjects like developments of primary health care, palliative care, home care for the aged, primary health care, care for specific diagnosis like cancer, rheumatoid arthritis, and spina bifida. These projects included researchers and practitioners from Belgium, Croatia, Czech Republic, France, Germany, Greece, Ireland, Italy, Norway, Poland, Romania, Slovenia, Slovakia, Sweden, Switzerland, and United Kingdom. He received various rewards, including Academy Medal University PJ Safarit, Kosice, Slovakia, Honorary member of Romania Society of Family Medicine/General Practice, Romania, Honorary member of the European Society of Health and Medical Sociology, Honorary member Academy of Medical Sciences, Romania, Academy Medal University of Groningen, The Netherlands, Officer in Royal Order Oranje Nassau, The Netherlands, Siglium University of Krakow. He chaired – and still chairs - various national and international committees all related to scientific research in health care and gerontology.

Leave a Reply

Your email address will not be published.


Required