Kunst massa: zwart wit

Op Art Basel 2011 overheerste bij de schilderijen het ‘zwart – wit’. Kleur is uit. De prijzen explodeerden dit jaar in Basel. Een wit schilderij van Jean- Michel Basquiat kost 9 miljoen dollar, een zwart 20 miljoen. De echte topstukken – in zwart-wit – gingen voor 60-80 miljoen. Het deed ‘Welt am Sonntag’ verzuchten ‘voor minder kleur dubbel betalen’. Een teken?  Een teken dat er een markt is, waarvan de kunstenaar kan leven. Een teken dat de tegenstellingen binnen de kunst toenemen. Kunst voor de rijken en kunst voor de massa. Het eerste levert een eigen wereld van kunst voor een elite. Het tweede levert massa vermaak op, dat als kunst aan de massa gebracht wordt.

Kunst en cultuur zijn veelzijdig, zo schrijft het Nederlandse ‘Ministerie van Cultuur’ op haar website. “Van schilderijen uit de 17e eeuw tot popmuziek en van een politieke film tot een cabaretvoorstelling. Kunst en cultuur bewaren een gemeenschappelijk verleden, stimuleren talent en verbeteren het imago van Nederland. Daarom wil het kabinet kunst en cultuur voor iedereen toegankelijk maken en tegelijkertijd vernieuwing en ondernemerschap stimuleren.” De beleidsbrief van de staatssecretaris ter zake maakt duidelijk, dat Nederland voor kunst als  massavermaak kiest. Het gaat niet meer over kunst, maar om handel. De top van de handel is massa: massa bezoekers of massa geld. Kunst is handel schreef ik vorig jaar n.a.v. Art Basel. Basquiat in kleur deed toen 14 miljoen.

Het probleem is echter ernstiger. Voorgenomen en inmiddels doorgevoerde bezuinigingen in Nederland deden hopen op een fundamenteel debat over de betekenis van kunst en op artistieke solidariteit. Het debat en de solidariteit bleven uit. Beschermheren met het juiste, nationale netwerk redden ‘hun’ important speeltje en partij politici deelden met bombarie wat regionale kruimels uit. De een zijn dood …… De tegenstellingen in de Nederlandse kunstwereld vervagen. De kunst gaat op ‘zwart’. Treurigheid alom in de kunstsector zou men zeggen, maar niet bij de Nederlandse staatsecretaris van ‘Cultuur’. Die ziet de bezuinigingen als grote kans voor creativiteit. Hand ophouden doodt de creativiteit. Moeten vechten voor zijn bestaan maakt creatief, zo weet de staatsecretaris. Nu maar hopen dat de kunstenaars hun handen thuis houden.

Toch heeft de staatssecretaris een punt. In Nederland is ‘zijn gelijk’ en het gelijk van ‘zijn visie’ dagelijks te zien bij de commerciële omroepen. Die zenders gaan niet op zwart. Zij dragen – met ingekochte series uit een vreemd land – ‘cultuur voor de massa’ uit. De Nederlandse ondertiteling is een gratis dienstbetoon aan de inburgering. Misschien zou de radio dan wat meer Nederlandse liedjes kunnen laten horen, zo opperen dezelfde politici. Dat draagt bij aan integratie en de ‘Nederlandse identiteit’. De conclusie: Cultuur behoeft geen subsidie en draagt juist dan bij aan integratie.

De staatssecretaris heeft onmiskenbaar opvattingen over kunst. De staatssecretaris schetst ter inleiding voor ‘zijn visie’ de context van cultuur: “Cultuur geeft onze wereld en onze persoonlijke ontwikkeling vorm. Onze taal en cultuur laten zien waar we vandaan komen en wie we zijn. Cultuur staat zowel voor binding, identiteit en traditie als voor dynamiek, creativiteit en vernieuwing.” Vele commerciële cultuuruitingen voldoen niet aan deze context. Integendeel ze staan er haaks op, maar dat terzijde.

Het probleem is ernstig. Het gaat niet om Cultuur. Kunst gaat niet meer om kunst. De Duitse schilder Markus Lüpertz zei het als volgt: “Schilderijen gaan niet meer over schilderen. Ze gaan alleen maar over geld, status.” Daarmee verliest de kunst zijn bestaansgrond, namelijk het betekenis geven aan de dingen in de wereld. De (andere, nieuwe) zienswijze die kunst opent is de essentie. Kunst is visie. Het is geen sociaal bindmiddel. Kunst schept geen nationale identiteit. Cultuur overstijgt de eigen identiteit. Cultuur en kunst zijn geen geschiedenisles. Kunst ontleed, laat voelen, ontroert, doet zien. De populaire (Oost)Duitse schilde Neo Rauch zegt het als volgt: “Kunst is als de ontdekking van de wereld”. In het toenmalige Oost Duitsland heeft hij langzaam een andere wereld ontdekt. Jammer, dat hij later als ‘ontdekt kunstenaar’ ontdekt is. Het succes is er naar. Zijn kunst is handelswaar. Is dat jammer?
Niet volgens de Nederlandse staatssecretaris voor/tegen Cultuur, die ‘zijn visie’ start met de inleidende zinnen “Het meeste cultuuraanbod komt op de vrije markt tot stand. ….. De totale omzet van de cultuursector bedroeg in 2009 ca. € 18 miljard. Naar schatting komt ruim tweederde hiervan op de vrije markt tot stand … “. Deze visie is onmiskenbaar die van Art Basel: kunst is handel. Een visie, die een klein land klein maakt in kunst. Natuurlijk is verhoging van de BTW, zoals in het gedoogakkoord reeds was opgenomen, een direct gevolg van zo een ‘visie’. Excuses achteraf passen dan niet.

Author: Wim van den Heuvel

W.J.A. (Wim) van den Heuvel is born in Nuenen, the Netherlands. He is professor emeritus of the University of Groningen and of Maastricht University, the Netherlands, but still works as advisor/consultant/researcher. After Grammar School (Dutch: ‘Gymnasium’), he got his masters in Sociology and his PhD (thesis on ‘Adjustment in Nursing Homes’) at Radboud University Nijmegen. After assistant Professor at the Institute of Social Medicine, and of the Gerontology Centre, Radboud University Nijmegen (1969-1975) he was pointed as Director of the Institute of Social Oncology (Dutch Cancer Society, KWF), Amsterdam (1976 -1980). In 1979 Queen Juliana appointed him as Professor of medical sociology, University of Groningen, Faculty of Social Sciences and Faculty of Medicine. In 1989 he also became Scientific Director of the Northern Centre for Health and Research University of Groningen. In the period 2000-2005 he was working as Professor in Rehabilitation and Handicap Maastricht University, Maastricht, also acting as Director General Institute for Rehabilitation Research and as Scientific Director of Research school of Primary Health Care Research (CaRe), Maastricht University. He was visiting professor at Syracuse University USA (1975), the University of Vienna, Austria (1997) and Titu Maiorescu University, Bucharest, Romania (2008). Besides visiting professorships he made study tours to Brazil, Australia, China, Cuba, India, New-Zealand and USA. During his professorship he supervised successfully 61 PhD students. He was project leader of various international research and development projects (financed by EU or the Dutch Ministry of Foreign Affairs), including subjects like developments of primary health care, palliative care, home care for the aged, primary health care, care for specific diagnosis like cancer, rheumatoid arthritis, and spina bifida. These projects included researchers and practitioners from Belgium, Croatia, Czech Republic, France, Germany, Greece, Ireland, Italy, Norway, Poland, Romania, Slovenia, Slovakia, Sweden, Switzerland, and United Kingdom. He received various rewards, including Academy Medal University PJ Safarit, Kosice, Slovakia, Honorary member of Romania Society of Family Medicine/General Practice, Romania, Honorary member of the European Society of Health and Medical Sociology, Honorary member Academy of Medical Sciences, Romania, Academy Medal University of Groningen, The Netherlands, Officer in Royal Order Oranje Nassau, The Netherlands, Siglium University of Krakow. He chaired – and still chairs - various national and international committees all related to scientific research in health care and gerontology.

Leave a Reply

Your email address will not be published.


Required