Wat is recht en wat is scheef? Recht is een systeem van regels waarin wordt vastgelegd wat wel of niet mag of moet. De regels zijn grotendeels vastgelegd in wetten. In continentaal Europa is de wet de belangrijkste bron voor recht. Is de waterpas niet een betere instrument? Soms wel, als men ziet hoe scheef de klap van de rechtshamer aankomt.
Wat is scheef? Scheef is niet verticaal en niet horizontaal; scheef is niet in lijn (evenwijdig) met iets anders. Scheef is ‘niet zoals het moet’ en daarmee komt scheef dicht bij recht: een oordeel over gedrag, over het zich houden aan regels. Een scheve schaats rijden houdt in dat men iets doet wat niet hoort volgens de regels, iets wat onbehoorlijk is (vreemd gaan). Dan wordt men scheef (afkeurend) aangekeken. Schots en scheef is ook al niet best. Scheef heeft een negatieve klank.
Is de rechter of de waterpas de maat voor recht en scheef? De rechter hanteert de wet en met wetten in de hand ordoneert men het hele land. Ook recht kan scheef zijn. De wetsgezanten weten ook van wanten; corruptie in wet, maat en getal. Dan is de waterpas ongeschikt. Ook is dat instrument ongeschikt, als alles recht is volgens de eisende burger en de burger recht heeft op alles. Is de waterpas dan overbodig? Nee, de waterpas is een voorrecht: een recht dat anderen niet hebben, een privilege, een begunstiging. Daarmee wordt de mate van scheefheid vastgesteld. Scheef is niet nieuw: een recht aan iemand toegekend boven anderen. Scheef is een bewuste keuze. Scheef is luxe. We wonen – letterlijk – scheef en dat mag niet volgens de Nederlandse wet.
Wij hebben het voorrecht van scheef wonen; wat een luxe. In ons huis in Craiova is de regel: het is scheef. Dit heeft interessante en verrassende gevolgen. Altijd gedacht dat de garage van de buurman scheef stond, maar plots blijkt dat onze poort scheef hangt. Het zet recht en de wereld op zijn kop. De nieuw gebouwd muur is akelig recht en toont de scheefheid van het huis. Het lijkt een ander huis; een beetje op dat van Hundertwasser. Ook de tafel staat scheef. Een glas tot de rand toe volschenken kan wel maar het glas wordt niet vol. Wij hebben geen recht op een vol glas; we kozen voor scheef. Een vol glas, dat lukt wel bij flink doorschenken, maar het is een momentopname die tot een zondvloed leidt. Het glas kan wel half leeg of half vol zijn, maar niet vol is vol; dus geen eigen volk eerst waar we wonen; wat een voorrecht.