Thuis voelende bejaarden

In de zorg voor bejaarden is kleinschaligheid de trend anders raakt men letterlijk en figuurlijk de weg kwijt. De trend ingegeven door een combinatie van nostalgische ideeën over bejaarden vroeger, afkeer van instituten, foutief kwaliteitsdenken, goede bedoelingen en bezuinigingsbeleid, dat familie leden en vrijwilligers oude verplichtingen oplegt. En het moet natuurlijk bejaarden vriendelijk zijn, dus kleinschalig.
Goede geriatrische zorg kan niet zonder een bejaarden vriendelijke omgeving, laat de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering van de Geneeskunde in een rapport opnemen. Wat een bejaarden vriendelijke omgeving is, is nog niet ‘uitgekristalliseerd, maar duidelijk is wel dat de fysieke omgeving, de opleiding van het personeel en de sfeer op kwetsbare ouderen dienen te zijn afgestemd. En hoe weet men, wat die kwetsbare oudere wil? Daarvoor heeft men de geriater!

In de Nederlandse verzorgingstehuizen zijn geen geriaters werkzaam. Toch moet de omgeving bejaarden vriendelijk zijn. Immers het overgrote gedeelte van de bewoners is tevreden, echt tevreden, volgens het onderzoek van de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF). De vraag of bewoners van verzorgingstehuizen onder de categorie ‘patiëntconsument’ vallen is spijkers op laag water zoeken. Het gaat om tevredenheid: 7,8 gemiddeld! Menig thuis wonende bejaarde haalt deze score niet. De laatste voelt zich echter echt thuis én heeft – dus – nog wat in de melk te brokkelen!

Het is in de Nederlandse verzorgingstehuizen goed toeven, als men geen keuze heeft en slechts een rapport cijfer mag geven. Uit de inhoudelijke reacties blijkt, dat het niet goed toeven is in zorginstellingen. Wie zijn zintuigen de kost geeft weet dat. Dertig jaar geleden was het niet anders. Kwaliteitsbeleid en consumentenbeleid hebben dat niet verbeterd. De noodzaak van dat verblijf en/of de inzet van de zorgverleners zijn daarmee niet minder. De meeste zorgverleners in zorginstellingen verdienen meer dan een 8; dat geldt niet voor de managers, maar dat terzijde.

Zou het aan het gebrek aan een bejaarden vriendelijke omgeving liggen, dat de bejaarden toch niet zo tevreden zijn in ‘hun instellingen’, zoals blijkt bij ‘doorvragen’? Een bejaarden vriendelijke omgeving houdt rekening met licht, kleur, geur en temperatuur; alles liefst op maat. Vanzelfsprekend is de organisatie, de communicatie, de vaardigheid, de veiligheid, de sfeer, het personeel, het management en het bestuur gericht op individuele kwetsbare oudere en in het bijzonder op zijn welzijn. Op maat is meer dan kleinschalig. Natuurlijk zijn er slaapkamers voor overblijvende familieleden en eigen huiskamers om samen een bij te kletsen en veel te lachen en te huilen. Naastenliefde vraagt om naastenbeleid. Hoe dan ook, de zorginstellingen zijn niet de plaats waar men zich thuis voelt. Hetmoet wel, maar het is niet zo.

Herstelmogelijkheden en kwaliteit van leven zijn bij kwetsbare bejaarden ‘at risk’. Wat blijkt? Hoe ‘beter’ de omgeving des te minder risico. Men moet zich zonder bezwaar thuis voelen ondanks de aanwezige zorgzwaarte. Zonder bezwaar thuis voelen betekent kunnen kiezen, risico’s nemen, de verkeerde dingen doen. Maar dat wordt niet bedoeld met een bejaarden vriendelijke omgeving. Dat is de omgeving, die van de geriater moet en waar de bejaarde zich thuis moet voelen!

Een fijne omgeving (licht, vriendelijk, aangenaam, veilig), een goede sfeer (informatie, openheid), deskundigheid van zorgverleners en zorg op maat hoeft blijkbaar niet voor de niet bejaarde, die ziek is en verzorging nodig heeft. Die krijgt ook geen geriater op de kamer, maar de chirurg, de internist of de neuroloog. En die weet dat de omgeving er helemaal niet toe doet. Onzin, die studies over de geneeskracht van de omgeving. Goed behandelen en zorgen telt. De chirurg, de internist of de neuroloog woont overigens zelf wel prettig, in een specialisten vriendelijke omgeving, en voelt zich daar een stuk beter door. Dat geldt ook voor de geriater, die niet in een zorginstelling woont.

Author: Wim van den Heuvel

W.J.A. (Wim) van den Heuvel is born in Nuenen, the Netherlands. He is professor emeritus of the University of Groningen and of Maastricht University, the Netherlands, but still works as advisor/consultant/researcher. After Grammar School (Dutch: ‘Gymnasium’), he got his masters in Sociology and his PhD (thesis on ‘Adjustment in Nursing Homes’) at Radboud University Nijmegen. After assistant Professor at the Institute of Social Medicine, and of the Gerontology Centre, Radboud University Nijmegen (1969-1975) he was pointed as Director of the Institute of Social Oncology (Dutch Cancer Society, KWF), Amsterdam (1976 -1980). In 1979 Queen Juliana appointed him as Professor of medical sociology, University of Groningen, Faculty of Social Sciences and Faculty of Medicine. In 1989 he also became Scientific Director of the Northern Centre for Health and Research University of Groningen. In the period 2000-2005 he was working as Professor in Rehabilitation and Handicap Maastricht University, Maastricht, also acting as Director General Institute for Rehabilitation Research and as Scientific Director of Research school of Primary Health Care Research (CaRe), Maastricht University. He was visiting professor at Syracuse University USA (1975), the University of Vienna, Austria (1997) and Titu Maiorescu University, Bucharest, Romania (2008). Besides visiting professorships he made study tours to Brazil, Australia, China, Cuba, India, New-Zealand and USA. During his professorship he supervised successfully 61 PhD students. He was project leader of various international research and development projects (financed by EU or the Dutch Ministry of Foreign Affairs), including subjects like developments of primary health care, palliative care, home care for the aged, primary health care, care for specific diagnosis like cancer, rheumatoid arthritis, and spina bifida. These projects included researchers and practitioners from Belgium, Croatia, Czech Republic, France, Germany, Greece, Ireland, Italy, Norway, Poland, Romania, Slovenia, Slovakia, Sweden, Switzerland, and United Kingdom. He received various rewards, including Academy Medal University PJ Safarit, Kosice, Slovakia, Honorary member of Romania Society of Family Medicine/General Practice, Romania, Honorary member of the European Society of Health and Medical Sociology, Honorary member Academy of Medical Sciences, Romania, Academy Medal University of Groningen, The Netherlands, Officer in Royal Order Oranje Nassau, The Netherlands, Siglium University of Krakow. He chaired – and still chairs - various national and international committees all related to scientific research in health care and gerontology.

Leave a Reply

Your email address will not be published.


Required