Een koninklijke Kerst boodschap, waarin oude mensen centraal staan, is zeldzaam. Helemaal verwonderlijk is dat misschien niet van koningin Beatrix, want zij wordt zelf oud en heeft – jong – duidelijk interesse getoond in de gerontologie, getuige haar bezoeken aan Nijmegen met haar man. Prijzenswaardig, dat zij ouderen en veroudering even centraal stelt.
Oude mensen staan zelden centraal. En als, dan omdat zij als een probleem worden gezien. De Kerst boodschap wijst daar in één zin expliciet op (gebreken, hulpbehoevend, kosten), maar probeert daar aan te ontkomen: ‘vergrijzing heeft ook verrijkende kanten’.
Zoals? Dat staat in twee zinnen met als trefwoorden: vrije tijd benutten, activiteiten ontplooien, inzetten voor anderen en ruimte om na te denken. En dan: ‘Levenservaringen en wijsheid kunnen worden verzilverd als ouderen die mogelijkheden ook zelf aangrijpen.’ Maar dat laatste geldt niet alleen voor ouderen, hoop ik.
Toch zit er een dreigende ondertoon in de Kerst boodschap; een toon die bekend is van het huidige regeringsbeleid: bejaarden moeten meedoen! Ontplooi activiteiten! Zet je in voor anderen!
De Kerst boodschap geeft te denken. Dat is ook de bedoeling, maar het ontbreekt bij velen aan (intellectuele?) ruimte, Immers, er komt bij ouderen ‘ruimte om na te denken’
Dat nadenken stemt blijkbaar toch tot somberheid bij de koningin. ‘Het menselijk bestaan is vergankelijk en ouder worden onontkoombaar. Iedereen kan in eigen omgeving zien dat zorgen toenemen en dat op eenzame wegen van ziekte en onmacht er meer behoefte komt aan hulp en waakzame aandacht’. Is er een stil verlangen naar onvergankelijkheid?
De te verzilveren, verrijkende kanten (waarschijnlijk het beeld van de seniors) vergrauwen tot een sluier van toenemende zorgen, ziekte en onmacht en grotere zorgbehoefte (zeker het beeld van bejaarden). In Nijmegen heeft de koningin toch geleerd, dat het deficit model niet het juiste is om veroudering te beschouwen?
Ouder worden is – zo moet de conclusie zijn uit de Kerstboodschap – lijden. ‘Met de jaren groeit ook de ervaring van verdriet, teleurstelling en tegenslag, van pijn die mensen elkaar aandoen, onverschilligheid of onmacht om omstandigheden en relaties beter te maken’. Waar blijft nu de verrijking?
Geduld, mildheid, aandacht, begrip en aanvaarding komen langzaam en groeien door levenservaring. Terecht zegt de koningin ‘Je ziet dingen anders met ogen die gehuild hebben’. Oude ogen hebben veel gehuild en veel gelachen. Oud zijn heeft geen verrijkende kanten: oud zijn is geweldig; geluk. Inderdaad ‘Het is nooit te laat om lief te hebben’.
(zie ook ‘de verdamping van bejaarden’, ‘ongebruikte wijsheid’ en ‘in en uit’)